Stappenplan

Voor wie houvast zoekt, en ter verdieping, hieronder een uitvoerig stappenplan uit het boek “Vrij spel voor natuur en kinderen”, dat wij hebben samengesteld uit diverse plannen in de Duits- en Engelstalige literatuur en enkele links naar andere beproefde procesplannen.

Fase 0: Ken jezelf en je medestanders

Een eerste, persoonlijke verkenning kunnen we iedereen van harte aanbevelen:

  • Welke langdurige projecten in een complex verband, welk duidelijk veranderingsproces, heb je zelf ‘doorleefd’?
  • In welke rol/positie?
  • In welke mate van verantwoordelijkheid?
  • Met welke expertise? Vaardigheden?
  • In welk samenwerkingsverband, binnen welke organisatie? Hoe (in)formeel?
  • Met welk succes?
  • Welke leerprocessen, welke persoonlijke groei, hoeveel plezier en succes, maar ook welke frustraties, grenzen en welk vermijdingsgedrag heb je meegemaakt (bij jezelf en anderen)?

Voordat je überhaupt begint te dagdromen hoe je jouw leef- en werkomgeving (en die van vele anderen) grondig zou kunnen veranderen, is er al bij iedereen ‘de bagage van het verleden’, hoe nieuw ‘de dag die je plukt’ ook lijkt. Hoe beter je dit jezelf realiseert en er vervolgens al rekening mee houdt bij de keuze van medestanders, en bij het peilen en afwegen van je mogelijkheden, hoe groter de kans van welslagen van langdurige projecten.
 

Fase 1: Voorbereidingsfase

De ‘coming out’ en de eerste plannen – dromen en onderzoeken
 

Misschien loop je al wat langer met de wens iets voor kinderen te verbeteren rond. Op zoek naar het juiste moment, de juiste mensen, soms ook de juiste locatie. Hoe kun je het geluk, het welslagen een handje helpen? Bestaat toeval?
Welke organisatievorm kies je – een werkgroep, een klein tijdelijk comité, alleen vaklui er bij halen op bepaalde momenten, of toch een hele campagne, een heuse beweging: wat staat je voor ogen? Hoe spontaan of geïnstitutionaliseerd? Heb je hier enige invloed op? Wat wordt je eigen rol? Ben je bijvoorbeeld de initiatiefnemer? Heb je enige organisatietalenten?

Algemeen geldende stapstenen van deze planfase zijn:

  • Zoek medestanders, vergeet geen (hoofdrol-)spelers, vorm een werkgroep die enigszins representatief is, maak gebruik van een ruimer netwerk. Denk na over de mate en de vorm van participatie van iedereen.
  • Omschrijf de doelgroep(en) en de doelstelling(en).
  • Breng de locatie duidelijk in kaart. Maak een plattegrond van het terrein en alle elementen die van belang zijn.
  • Onderzoek de personele, financiële en terreingebonden randvoorwaarden.


Er groeit een idee over alle gewenste vormen van gebruik, bijbehorend beheer en de consequenties daaruit voor aanleg en beheer.

Aanbevolen
Zorg er voor dat je goed op de hoogte bent van wat mogelijk is. Bezoek geslaagde voorbeelden op vergelijkbare plekken. Maak veel foto’s of andere illustraties, verzamel informatie. Denk ook nu al goed na over het beheer en het gebruik! In te veel projecten wordt dit tot na de realisatie voor zich uitgeschoven en gebeurt het vervolgens niet meer.

Aan het einde van de planfase zou dan al de eerste p.r. actie, een informatiebijeenkomst met wervende presentatie van het gedroomde, kunnen plaatsvinden (en anders op zijn laatst in de ontwerpfase).

Fase 2: Ontwerpfase

  • De wensen en behoeften van de gebruikers worden verzameld. Liefst op een participerende wijze van alle deelnemers in het proces. Kinderen maken bijvoorbeeld een maquette van de door hen gewenste natuurrijke en avontuurlijke speel- en leerplek.
  • De wensenlijst en de (maquette -) ideeën worden vertaald in een wervend, professioneel ontwerp, dat voorgelegd wordt aan de werkgroep.
  • Begeleidende publiciteit zorgt voor de nodige transparantie, werving en participatie: artikelen in huis-aan-huis-bladen, info op de school-, kinderdagverblijf- of speeltuin- website, blog, sociale media, fotowanden etc.
  • In het ontwerpproces wordt aan een tijdsplanning/tijdspad, een werkplanning/-organisatie, een materialenlijst (hergebruik, ecologische/regionale bronnen gewenst), en een begroting gedacht.

Aanbevolen
Plan niet alle ruimte in, houdt ruimte vrij voor verandering. Ook als het gewenst is de aanleg in fasen te laten plaatsvinden, laat dan toch een ontwerp maken / maak dan toch een ontwerp voor het gehele terrein (plus een gefaseerd aanlegplan).

Fase 3: Aanleg

In de voorafgaande fasen is de mate van participatie van bijvoorbeeld ouders en kinderen (of buurtbewoners, vak-/belangengroepen als Springzaad) besproken en vastgelegd.

Van wezenlijk belang voor het welslagen van deze fase zijn:

  • organisatie van alle benodigde materialen,
  • voldoende medewerkers. Uit ervaring blijkt een mix van deskundigen, betrokken medewerkers van de opdrachtgever en betrokken, gemotiveerde vrijwilligers het meest succesvolle.
  • Zorg voor een goede coördinatie / vakbekwame begeleiding van de uiteenlopende werkzaamheden, en voor prima randvoorwaarden (goed en voldoende gereedschap, lekkere maaltijden, allerlei andere vormen van beloning).
  • Zorg voor de nodige aandacht bij de media, bij verantwoordelijken in politiek en ambtenarij.

Aanbevolen
Sta in alle fases, maar zeker nu, regelmatig stil bij een ‘feestelijk, gedenkwaardig moment’ (b.v eerste steen, hoogste punt, afronding belangrijke elementen). Count your blessings, vier je feesten!
 

Fase 4: Gebruik en beheer

Planning, ontwerp, realisatie en gebruik/beheer van welk terrein dan ook staan, idealiter, met elkaar in een logisch, organisch verband.
Hoe logisch en organisch het proces was, zal blijken uit een regelmatige evaluatie / reflectie van het gebruik, de gebruikers, en de (kwaliteit van de) begeleiders. Veelgebruikte middelen:

  • dagboek/logboek/blog: notities over spontaan en georganiseerd gebruik, reflectie over de kwaliteit van ruimte en gebruik, ideeën omtrent verbetering, nieuwe wensen,
  • gebruik en beheer ook in beeld vasthouden (digitale camera!),
  • gegevens/materiaal gebruiken voor publiciteit in de ruimste zin van het woord,
  • regelmatige besprekingen en evaluaties met een representatieve (werk)groep,
  • regelmatige inspectie van bijvoorbeeld speelaanleidingen, het natuurlijk – avontuurlijke leerlandschap, reparaties, herstel, noodzakelijke aanpassingen,
  • consequent beheer van het terrein,
  • ontbrekende kennis op het gebied van tuincultuur / kleinschalig natuurbeheer / onderwijs / educatie regelmatig bijscholen,
  • regelmatige uitwisseling met geestverwanten.

Aanbevolen
Blijf open staan voor gewenste veranderingen! Houdt daarbij rekening met het feit dat zowel kinderen als de natuur zich ontwikkelen, ieder organisme heeft daarbij zijn eigen tempo. Een boom doet er jaren over voor hij beklimbaar is of vruchten draagt (maar dan heb je er ook vele kindergeneraties lang plezier aan), van klaprozen en korenbloemen kun je iedere zomer weer opnieuw genieten als er maar open grond blijft waarin het zaad kan kiemen, kippen en konijnen leven een paar jaar (ga je ze op het terrein begraven?), pompoenen en de zonnebloem kan je bijna zien groeien, maar als de eerste vorst komt is het sprookje voorbij (zaden oogsten en ruimte voor deze eenjarige planten reserveren).

Verder lezen

Verder willen wij graag hier nog verwijzen naar de procesplannen van:

Fonds1818 
Learning through landscapes, onze Engelse zusterorganisatie

* ”Organisationskalender” in het boek NaturErlebnisRaume, Manfred Pappler/Reinhard Witt, 2001, blz. 76-87.