RIVM – woensdag 8 juni 2022

Verslag mini-symposium Waterkwaliteitscheck

Bij het mini-symposium over de Waterkwaliteitscheck zijn ongeveer 50 deelnemers aanwezig. Dagvoorzitter Lucie Vermeulen (RIVM) vraag de deelnemers van welke organisatie zij afkomstig zijn. Er zijn deelnemers van onder andere GGD’en, gemeenten, omgevingsdiensten, advies- en ontwerpbureaus en waterschappen, Rijkswaterstaat en burgerinitiatieven en RIVM-collega’s.

De weg naar de Waterkwaliteitscheck
In de eerste presentatie geeft Ciska Schets (RIVM) aan hoe de ontwikkeling van de Waterkwaliteitscheck gelopen is en wat er aan ten grondslag ligt. Veranderend stedelijk waterbeheer als gevolg van verduurzaming en klimaatverandering zijn de belangrijkste drijfveren voor meer water in de stad. Naast positieve effecten voor het welbevinden en deleefomgeving, kan water in de stad ook risico’s met zich meebrengen als het microbiologisch verontreinigd is. Een in 2017 uitgevoerde inventarisatie van stedelijk waterconcepten liet zien dat er bij veel van deze concepten kans op blootstelling is en dat daarmee het oplopen van gezondheidsklachten aannemelijk is. Het is daarom van belang dat iedereen die met stedelijk water bezig is zich bewust is van deze risico’s. Daarom is de Waterkwaliteitscheckontwikkeld. Het is een instrument dat bestaat uit drie modules: 1) een vragenlijst, die het waterconcept in kaart brengt en adviezen geeft over verminderen van microbiologische risico’s, 2) een rekenmodule, die het mogelijk maakt om voor vier verschillende ziekteverwekkers het infectierisico te berekenen, en 3) een achtergrondmodule waarin aanvullende informatie over veel van de onderwerpen die in de vragenlijst aan bod komen gevonden kan worden.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.


Waterkwaliteit in de praktijk
Heleen de Man (Sanitas Water) laat vervolgens een aantal praktijksituaties zien waarin het gebruik van de Waterkwaliteitscheck veel ongemak had kunnen voorkomen. Regelmatig blijkt dat eenvoudige oplossingen de sleutel tot succes kunnen zijn en de waterkwaliteit enorm kunnen verbeteren. Hoewel er voorbeelden getoond worden van situaties waarin het heel slecht gesteld was met de waterkwaliteit, is het in de praktijk niet altijd even somber: ongeveer 10% van de stedelijk waterconcepten heeft een uitstekende waterkwaliteit, ongeveer 10% een zeer slechte waterkwaliteit, en bij 80% van de waterconcepten is de waterkwaliteit redelijk tot voldoende, maar valt er zeker nog wat te verbeteren. In deze situaties kan de Waterkwaliteitscheck hulp bieden.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.

Omgevingswet
Na de pauze wordt er vanuit de zaal gevraagd in hoeverre de Waterkwaliteitscheck aansluit op de nieuwe Omgevingswet. Het antwoord daarop is dat er geen directe koppeling is tussen de Waterkwaliteitscheck en de Omgevingswet. De Waterkwaliteitscheck is een zelfstandig instrument dat gebruikt kan worden om inzicht te krijgen van de microbiologische risico’s van het eigen waterconcept. Het is vooral bedoeld om bewustwording te creëren.

Toelichting Waterkwaliteitscheck
Aniek Messink (RIVM) laat in volgende presentatie in meer detail zien hoe de Waterkwaliteitscheck is opgebouwd. De vragenlijst bestaat uit 32 vragen, verdeeld over zes thema’s: algemene gegevens, algemene voorzieningen, ontwerp, beheer en onderhoud, verontreinigingsbronnen, gebruik van het waterconcept, en groen in de omgeving. Bij het invullen van de vragenlijst is het handig om voor sommige vragen navraag te doen bij de beheerder van het concept of andere betrokken partijen. De rapportage die uit de vragenlijst volgt, kan gebruikt worden om zelf actie te ondernemen, maar ook om het gesprek met andere partijen aan te gaan. De rekenmodule kan als aanvulling op de vragenlijst worden ingevuld, maar hij kan ook apart worden gebruikt. De rekenmodule berekent voor een waterconcept het infectierisico voor vier verschillende ziekteverwekkers. De gebruiker kan variëren met de parameterwaarden voor vulwater, waterbehandeling, gebruik van het concept en duur en mate van watercontact. Ook kan gebruik gemaakt worden van de vooraf ingevulde standaardwaarden of kunnen eigen waarden ingevuld worden.

Demonstratie Waterkwaliteitscheck
Samen met Lucy Bathgate (Spoorpark Tilburg) demonstreren Aniek Messink en Jack Schijven (RIVM) de Waterkwaliteitscheck aan de hand van de casus Spoorpark Tilburg. Het watersysteem in Spoorpark Tilburg bestaat uit een waterplein met 25 spuitertjes waar water uit de vijver door wordt rondgepompt, een stromende beek van 230 meter lang, en een vijver die dient als regenwaterberging. Voor de waterzuivering wordt gebruik gemaakt van UV en een zandfilter (waterplein) en een helofytenfilter (beek). Het blijkt dat de vragenlijst makkelijk is in te vullen is als je alle informatie vooraf bij elkaar hebt gezocht. Wel is het soms lastig kiezen wat je moet invullen als je een gecombineerd waterconcept hebt. Het is dan het beste om de Waterkwaliteitscheck per onderdeel in te vullen. Het invullen van de rekenmodule roept nog wat meer vragen op. Alle informatie over hoe de rekenmodule in te vullen en te gebruiken is op de verschillende tabbladen aanwezig. Het is echter ook een kwestie van een beetje durven te variëren. Met een druk op de knop kunnen alle waarden altijd weer teruggezet worden naar de default waarden. Ook hier geldt dat het handig is om een gecombineerd concept op te knippen in delen en daarvoor de rekenmodule in te vullen. Na het invullen van de rekenmodule kan een rapportage worden gegenereerd.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.

Promotie Waterkwaliteitscheck
Op de vraag uit de zaal of er een campagne komt om de Waterkwaliteitscheck te promoten is het antwoord dat alle genodigden voor en deelnemers aan het symposium het verslag en de presentaties van het symposium toegestuurd krijgen. Ook krijgt iedereen bericht als de website www.waterkwaliteitscheck.nl live is en brengen we dan een nieuwsbericht uit op de RIVM-website. Er verschijnt tevens een artikel in RIVM-magazine over de Waterkwaliteitscheck en vakmedia en -platforms zullen een persbericht ontvangen. Uiteraard zijn alle deelnemers vanaf dit moment ambassadeurs voor de Waterkwaliteitscheck!

Dit is het officiële verslag opgesteld en beschikbaar gesteld door het RIVM.

Het vrij spelen van kinderen staat onder druk.

Het is niet meer vanzelfsprekend dat kinderen zelfstandig hun buurt ontdekken en alleen of met vriendjes in de (stads)natuur rondstruinen. Dergelijke ervaringen zijn echter van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van kinderen.

Het vrij spelen staat centraal in het boek Het laatste kind op straat. Twaalf deskundigen, onder wie onderzoekers, pedagogen, professionals uit de kinderopvang en ontwerpers van speel- en buitenruimtes, delen in deze bundel hun visie en praktijkervaringen. Ze houden een pleidooi voor meer autonomie van kinderen en het verbeteren van hun speelomgeving. Hoe geven we kinderen weer de ruimte en het vertrouwen om al spelend zichzelf en de wereld om hen heen te ontdekken? Dat is de vraag die we gezamenlijk zullen moeten beantwoorden, zowel ouders en opvoeders, als beleidsmakers, ontwerpers van onze leefomgeving en ieder ander die kan bijdragen aan een waardevolle kindertijd. Dit boek kan daar hopelijk een bijdrage aan leveren, want als we niet ingrijpen, zullen we binnen twintig jaar waarschijnlijk helemaal geen kinderen meer zien spelen op straat.

Martin Hup (Het Woeste Westen) en Martin van Rooijen hebben als oogst van het Congres Het laatste kind op straat, 09 juni 2022 een aantal teksten verzameld en in een prachtig vormgegeven boek gepubliceerd.

Vind HIER meer informatie over het boek, de inhoud, de auteurs en de plek om je eigen exemplaar te bestellen.

Lees HIERONDER als voorbeeld het artikel van Springzaadpartner Sigrun Lobst | Aardrijk landschap & spel.

Het was een leuke gevarieerde groep die naar de cursusdag ‘Kennismaken met groen- / blauwe schoolpleinen’ in Rotterdam kwam op 9 juni. Van België tot Friesland waren de 16 deelnemers afgereisd. Deze dag was georganiseerd en gefinancierd door Springzaad en IVN Zuid-Holland/ Zeeland om kennis en ervaring uit te wisselen en te verdiepen.

De dag begon op het plein van OBS het Landje, grenzend aan en groot openbaar stads-& sportplein in het centrum van Rotterdam. Het groen/blauwe plein is ontworpen door Annemiek Bongers en aangelegd door Jan de Vries. Een enorme berg ervaringen werd tijdens de rondleiding door het rijk gestructureerde speellandschapje gedeeld door Jan, die vertelde wat de succesfactoren van dit project waren en wat de leerpunten. Heel snel kwam een levendige kennisuitwisseling onder de deelnemers op gang.

Impressie van het schoolplein van KC de Vlinder in Rotterdam Delshaven, een project van Sarah Los en Roel Crul, Wouter vn Santen en Jan van Schaik.

Vervolgens fietste de groep naar 2 pleinen ontworpen door Springzaadpartners Roel Crul en Sarah Los. Bij KC de Vlinder vertelde directeur Loes met passie over de tuin, de geweldige betrokkenheid van kinderen en buurt. Dit plein, met liefde aangelegd door de Zandraket en Biotoop is klein, openbaar en middenin de versteende wijk Delfshaven. Maar problemen met vandalisme zijn er niet, de betrokkenheid is alleen maar toegenomen. Het is een prachtig voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen maar liefst vier bedrijven aangesloten bij Springzaad en een brede groep van gebruikers.

Bij OBS Dakpark; een binnentuin gedeeld door een school, moskee en multicultureel centrum vertelde Sarah Los over het ontstaan van deze tuin. Het afgekoppelde regenwater loopt door hoge goten over het plein, klettert naar beneden en komt uit in een enorme wadi. De bloemenwei (ingezaaid door de leerlingen) en een overdekte ontmoetingsplek maken dit afwisselende speel/leerlandschapje tot een bijzonder plekje in Rotterdam.  

Onderweg naar Daltonschool De Margriet werd nog even een splinternieuwe enorme robinia-speeldraak in een zee van bamboe bewonderd die door Jan van Schaik van Zandraket ism Annemiek Bongers onlangs is aangelegd op een openbaar plein, dat oa door een aangrenzende school gebruikt wordt.

De grote draak op het Rotterdamse Taandersplein in Spangen, een project van Annemiek Bongers en Jan van Schaik

De deelnemers van de cursusdag kwamen van allerlei verschillende achtergronden en streken en juist daardoor was het heel inspirerend om observaties en ervaringen uit te wisselen en te leren van elkaar. Het gezamenlijke op pad zijn langs inspirerende voorbeelden van geslaagde projecten, het luisteren naar de verhalen van makers en gebruikers en de kritische uiteenzetting onderling rond verschillende aspecten van het werk maken deze cursus/ excursiedagen keer voor keer tot een succes. Een stevige boerenlunch met streekproducten en de inspirerende leiding van de dag door twee ervaren Springzaadpartners, Jan en Sarah deden de rest. Op naar een volgende keer!

Sarah Los, Jan de Vries en Sigrun Lobst

Zie hieronder een reactie en foto’s van deelnemer Johan Lambrix, Provinciaal Natuurcentrum België

Wij hadden onderling en samen met de rest een hele leuke en interessante tijd in Rotterdam. Mooie schoolvoorbeelden, fijne contacten en een heerlijk zonnetje dat er net doorkwam toen we aan het hotel op de fiets sprongen, dat was wel heerlijk relaxed.

Het viel ons op dat er heel veel vanuit het standpunt van de ontwerper gesproken werd (uiteraard want Jan en Sarah zijn dat). Het verbaasde dat toch een groot deel van de aanwezigen hoveniers of zzp’rs waren en maar 1 leerkracht. Wellicht stuurde dat de verhalen ook meer ontwerp en minder naar educatie. Maar we hebben ook contacten gelegd met de 3 collega’s van het IVN en dan gaat het uiteraard wel meer over outdoor learning.

Heel bijzonder vonden we de pertinente plaats van water (en de manier van afkoppelen en aquaducten) op elk schooldomein. En we waren ook onder de indruk van de positieve ervaring van de openstelling voor de buurt van 3 van de 4 schooldomeinen.

Kortom een geslaagde vorming voor ons.

Groetjes, Johan Lambrix

Foto’s hierboven van Johan Lambrix.

Zoals eerder op deze plaats vermeld is Stichting Springzaad één van de kennispartners en onderdeel van het Nederlandse team binnen het Consortium van COOLSCHOOLS, een drie jaar durend internationaal onderzoeksproject *1. Trekker in dit project is de Open University of Catalonia in samenwerking met de universiteiten van Antwerpen/Hasselt, Brussel, CNRS (Paris) en Twente en het European schoolnet.

Van 8 tot 10 juni jl. vond de kick-off meeting plaats van dit project in Barcelona. Deze bijeenkomst duurde drie dagen en was gekoppeld aan een jaarlijks evenement van de stad Barcelona, waarin twee dagen lang actuele ontwikkelingen op het gebied van de vergroening van schoolpleinen werden gepresenteerd en bediscussieerd vanuit verschillende posities. Onderdeel van deze bijeenkomst was ook een nationale Spaanse en een internationale Europese informatiemarkt, waar verschillende groene schoolprojecten werden voorgesteld uit verschillende streken van Spanje en uit Bosnië/Herzegovina/Slovenië/Servië, Parijs, Brussel en Rotterdam.

De deelnemers van het kick-off meeting in Barcelona met onderzoekers en partners van de Open University of Catalonia en de universiteiten Antwerpen/Hasselt, Brussel, CNRS (Paris) en Twente en de kennispartners van de betrokken gemeenten en organisaties.

Kick-Off meeting onderzoeksproject

Doel van de kick-off bijeenkomst was de onderlinge kennismaking van de leden van het onderzoeks-consortium en de werkgroepen en aanscherping en afstemming van werkwijze en planning van de verschillende onderdelen het project.

Hiervoor waren vertegenwoordigers van alle betrokken partners aanwezig.

Het Nederlandse team wordt gevormd door een aantal onderzoekers van de Universiteit Twente rond Dr. Diana Reckien, Associated Professor Climate Change & Urban Inequalities en de kennispartners Elijan Bes/ gemeente Rotterdam, Ian Mostert IVN Zuid-Holland/ Zeeland en Sigrun Lobst van Stichting Springzaad.

De komende drie jaar gaan we samen met de andere partners op onderzoek in de vier voorbeeldsteden Barcelona, Brussel, Parijs en Rotterdam naar de impact van groen(blauwe) schoolpleinen op onder andere socio-demografische aspecten op school en in de schoolomgeving, biodiversiteit, gezondheid van leerlingen, schoolpersoneel en bewoners in de schoolomgeving, educatieve transformaties op de scholen, de rol van de overheid en klimatologische veranderingen op school en in de omgeving.

Uiteindelijk zullen de resultaten van het onderzoek samengevat worden en in een tool verwerkt, dat via het European schoolnet in alle Europese landen via open online-cursussen verspreid wordt.

Wie meer wil weten over dit breed opgezette onderzoeksproject, dat de kracht en de baten van groen(blauwe) schoolpleinen in grote steden diepgaand en omvattend probeert in kaart te brengen kan het in de toekomst volgen via de website van het project, die later op deze plaats zal worden voorgesteld. We zijn zeer benieuwd naar de eerste resultaten, die volgend jaar verwacht worden.

Ook via deze Nieuwsbrief zullen we jullie op de hoogte houden van de ontwikkelingen en eerste resultaten.

Opbouw en onderdelen van het drie jaar durende onderzoek

*1 COOLSCHOOLS is a transdisciplinary applied urban research project that examines the transformative potential of nature-based solutions (NBS) to support the creation of climate shelters in European school environments. We assess how nature-based climate shelters can drive social-ecological transformations towards urban sustainability, climate resilience, social justice, and quality education at multiple urban scales (from schools to metropolitan region) and translate them into practical building capacity for school communities and beyond. Building on pioneering pilot NBS projects of school transformation in Barcelona, Brussels, Paris, and Rotterdam, COOLSCHOOLS unravels the specificities of each context and finds common patterns related to climate shelters transformation capacities, focusing on marginalized groups. Through participatory and co-creation methodologies, we propose an interdisciplinary approach that combines natural, bio-medical, social, and education sciences. To further promote a holistic approach to school climate shelters transformation capacities, we will actively disseminate the pilots’ best practice and key learnings among city governments, urban planners, companies, school communities and other relevant stakeholders. The consortium’s cross-sectoral composition ensures active multi-stakeholder involvement through an urban living lab and other co-engagement actions, that are planned to boost reflection and learning, and the wider use of COOLSCHOOLS outputs.

Groen/blauwe schoolpleinen in Barcelona

Onderdeel van de driedaagse bijeenkomst was ook een excursie naar een tweetal vergroende schoolpleinen in Barcelona. De twee pleinen lieten een aantal duidelijke overeenkomsten en verschillen met onze noordelijke varianten op het thema groen/blauwe schoolpleinen zien. Wat betreft het water is het daar de hoofdambitie het weinige beschikbare water zo lang mogelijk vast te houden en te gebruiken om de weinige planten gedurende de lange, hete zomer in leven te houden en daarnaast voor verkoeling van de kinderen te zorgen. De beplanting is vooral gericht op het voorzien van schaduw voor de kinderen en daarnaast het actieve zelf tuinieren op kleine schaal. Het is te danken aan de onvermoeibare inzet van een aantal leerkrachten en ouders, dat deze projecten er zijn en mogen slagen onder de moeilijke klimatische en socio-culturele omstandigheden. Behulpzaam daarbij zijn de zeer vooruitlopende pedagogische concepten van beide scholen, die de kinderen veel vrijheid in keuze bieden en de architectuur van de beide nieuwe schoolgebouwen. Er is rekening mee gehouden, dat alle klaslokalen drempelloze vrije toegang hebben tot de buitenruimte, de lokalen op de verdieping zijn van zodanig grote balkonen voorzien, dat ook daar de kinderen moeiteloos voor een les in de buitenlucht kunnen kiezen.

Het laatste is uiteraard makkelijker te realiseren in het zuidelijke klimaat, maar biedt ook voor Nederlandse scholen een interessant perspectief, omdat het de stap naar buiten voor kinderen en leerkrachten/ begeleiders aanzienlijk vanzelfsprekender maakt.

Hieronder een kort beeldverslag van de twee bezochte scholen: La Maquinista en Can Fabra in het centrum van Barcelona.

Meer biodiversiteit en zelfbeheerd groen in de publieke ruimte van Barcelona

Tijdens mijn wandelingen vanaf de vergaderlocaties naar het hostel viel me op, dat ondertussen ook in de publieke ruimte van de stad veel meer gewerkt wordt met natuurlijk, verkoelend, soortenrijk groen en ook het de traditie van moestuinen in de stad weer herleefd, vaak in de armste gebieden tussen de hoogbouw flats, net zo als op veel bezochte centrumpleinen rond culturele centra. Een aantal voorbeelden hieronder.

Sigrun Lobst, Secretariaat Springzaad