Door: Ity Busstra

Een bijzondere dag waar velen van ‘ons’ netwerk Springzaad niet wilden ontbreken en waar ook de familie van Kees aanwezig was: de dag van Kees, over ‘Groene Verwondering’. Kees zelf was dan wel niet fysiek aanwezig, in zijn nagedachtenis was hij er des te meer. In de verhalen die we aan elkaar vertelden waar Kees ons geraakt heeft, de door alles heen geweven bezieling in zijn missie voor kind en natuur, zijn ideeën en schrijven over het belang van natuur rondom het kind, de vruchten van zijn niet aflatende werk hierin; we konden er volop weer van proeven en het smaakte goed. Inspiratie stroomde rijkelijk van de ene natuurlijke geest naar de andere, herkenning en erkenning van Kees zijn gedachtengoed was voeding voor onze ziel.

Han Both en Wendy Schuurmans krijgen de eerste exemplaren van het ‘Verwonderboekje’ een bloemlezing van teksten van, voor en over Kees Both aangeboden door Ilse Vonder

Het was een stralende zonnige dag daar in Nijmegen, waar de Jenaplanschool ‘De Lanteerne’ ons ontving met een geïnspireerd team en een lieflijk natuurlijk plein, waar je de sporen terug kon vinden van genoten buitenspel. In de ochtend werd gesproken over Kees, over zijn passie en over hoe wij dat als ‘Springzaders’ verder mogen uitzaaien. De middag draaide om de workshops waarin we het gedachtengoed van Kees konden doorgeven. Kees, Springzaad in hart en nieren, zou genoten hebben van deze bijeenkomst. Het voelde ook oprecht als een reünie, een afsluiting van een tijdperk waarvoor Kees, tezamen met Willy en Marianne, de toon heeft gezet, en een start van een nieuwe uitdaging om de schoolpleinen nog meer te vergroenen dan nu al gedaan wordt.

Het groen dat, ook op dit plein, weggespeeld wordt en onder druk staat, overal om ons heen, waar ruige landjes al lang verdwenen zijn en meer natuur opgeofferd wordt voor beton, dat groen is nog steeds, en steeds meer, van de hoogste prioriteit. De natuurtuin achter de school, die Marianne herkende van twintig jaar geleden en die nog steeds prachtig liet zien hoe mooi het kan zijn, was een plek waar je het gedachtengoed van Kees volop herkende.  Het groen om in te spelen, groen om mee te werken, groen dat aansluit bij de belevingswereld van het kind, groen om in te ‘zijn’. 

De verscheidenheid aan sprekers gaf een waaier aan inspiratie en herinneringen aan ons aller Kees, want zo voelde het toch wel. Na een welkomstwoord van José Berndt, de directeur van de Jenaplanschool die ons zo warm ontving, gaf Sigrun Lobst vanuit stichting Springzaad een lezing over de speerpunten van Kees Both: ‘Terugblikken om vooruit te zien’, waarin ook in beelden het werk en gedachtengoed van Kees was gevangen. ‘Meester Kees, wat zag hij in die glazen bol’? Bevlogen vertelde Sigrun over de kennis van Kees die door zijn schrijven zo breed toegankelijk is geworden, over kinderen naar de natuur brengen oftewel de natuur naar de kinderen, dichtbij, bij de school. Over vragen stellen aan de kinderen, geen vragen waarvan het antwoord al duidelijk is, maar zelf te vinden: ‘Vraag het de kruisspin zelf maar.’ Daar ontstaat verbinding en liefde voor de natuur.

Meester Kees Both

Een van de afbeeldingen uit het bundel ‘Verwondering’ met teksten van, voor en over Kees Both

Klik op de afbeelding om het in onze winkel te vinden.

De meester Kees Both had zo’n grote liefde voor de natuur dat zijn schrijven daarover nooit ophield. Hij schreef om mensen te laten inzien wat het belang is van natuur voor kinderen en wat je als leerkracht daarin kan betekenen. Geef kinderen ervaringen, laat ze ontdekken, begin klein en laat het groeien, geef ze een omgeving waarin ze ontdekkend leren, laat ze al hun zintuigen gebruiken, niet binnen maar buiten bij de school. Bovenal is al het werk van Kees diep doordrongen van verwondering; verwondering in jezelf, vanuit verwondering lesgeven, doorgeven, meebeleven, om die verwondering wakker te maken in het kind. Die diepe ervaring die kinderen mogen beleven dat alles één is, verbonden met elkaar en dus met jou.

Hoe verder, nu Kees ons achterlaat met al zijn passievolle ideeën? Sigrun vertaalde het als de pedagogiek van de hoop: de boom van het gedachtengoed van Kees, de wortels stevig verankerd in de aarde, met ontluikende knoppen in de jonge lente, met blaadjes en jonge twijgjes waarmee wij verder kunnen groeien. De groene pedagogiek waaraan Kees een gezicht heeft gegeven zal meer en meer verweven mogen worden binnen de school. Dat begint al aan de basis, waar jonge leerkrachten opgeleid worden op Pabo’s, het mag zich verder weven in het beleid van de scholen, de schoolomgeving, de buitenlokalen. Het zou een normaal gegeven mogen worden om buiten les te geven. Want vraag je eens af hoe de schoolomgeving gezien wordt door het kind: voelt het zich uitgenodigd, voelt het zich gezien? Bloemen maken hierin de vertaalslag, bloemen geven kinderen de verbinding terug van de natuur, laten hen voelen dat ze van belang zijn, het kind is immers natuur. Niets is natuurlijker dan opgroeien in een bloemrijke en groene omgeving, waarin je als kind een immense band kunt opbouwen met de natuur en al haar rijkdommen, als voeding voor zowel lichaam als ziel. Jaarfeesten, vuur en water, lucht en aarde, de zintuigen, alles draagt bij aan het verweven van de liefde voor de natuur in het dagelijkse leven van het kind. De lente begint, strooi zaadjes van liefde voor de natuur, zo is er leven na de dood.

Hierop volgde een inspiratiemoment van Ilse Vonder, verbonden met Kees vanuit de Groene Pedagogiek. Op ieders stoel lag een zakje met een voorwerp uit de natuur, met onze zintuigen mochten we voelen, tasten, luisteren, ruiken, en dan pas kijken. Verwondering. Een naam bedenken voor wat je zag, alsof het de eerste keer is dat je het ziet, zoals een kind: zonder tijdsdruk, eindeloos, waarnemen, ontdekken, ervaren. Ilse las een tekst voor die, geschreven door Kees, alles zegt over waarnemen: ‘Meester, ik heb een wriemelaar gevonden!’ Kees heeft het over het begroeten van wat je ziet, de naam doet er niet toe, tot je het gekend hebt. De verwondering van kinderen over alle aspecten van de natuur leefde ook in Kees. Hij haalde graag de woorden aan van R. Carson uit ‘The sense of wonder’, waarin zij zegt dat elk kind een volwassene nodig heeft die het mysterie van het leven samen wil ontdekken. Tegenwoordig is dat geen normale zaak meer, steeds minder mensen en ook leerkrachten hebben weinig met natuur. Ilse draaide het aan het einde van haar inspiratiemoment dan ook om: ‘Om volwassenen in staat te stellen hun aangeboren besef van verwondering levend te houden, heeft het de kameraadschap van tenminste één kind nodig, om samen de vreugde, de opwinding en het mysterie van de wereld waarin wij leven te beleven en opnieuw te ontdekken.’

De heerlijke, eerlijke lunch bracht ons naar buiten, waar de zon scheen en iedereen neerstreek op het plein, in afwachting van de workshops in de middag. Eenieder kon meedoen aan een tweetal workshops die het thema ‘Verwondering’ in zich droegen. Jan van Schaik liet ons met speksteen werken, Jan Kersten deed verslag van het ontwerp en de aanleg van de buitenruimte, Pjotr Timmerman en Ity Busstra gaven in de natuurtuin speelse oefeningen met natuurlijk materiaal, Anne Remmerswaal liet ons bouwen met buizen waardoor het water getransporteerd werd over het plein. Ontmoetingen, bevlogen gesprekken, uitwisseling van ideeën, alles was aanwezig, maar bovenal verwondering.

Na dit heerlijk samenzijn onder de zon las Anne Remmerswaal het schrijven voor van Arjen Wals, die helaas op het laatste moment niet kon komen, zoals nog vele anderen die zich met pijn in het hart af moesten melden. Doordrongen van de groene pedagogiek zette Kees in op ‘een school voor het leven’. Arjen verhaalde over de invloed die Kees heeft gehad op zijn denken over NME en hoe Kees de weg bereidde op het naar buiten gaan met de kinderen, op de directe belevingswereld van het kind aanspreken vanuit de zintuigen en het ontdekkend leren. Arjen gaf mooie voorbeelden vanuit de praktijk, ooit verteld door Kees, waaruit het beeld spreekt dat Kees voor ogen had hoe een school en het beleid ervan eruit zouden moeten zien. Kees staat aan de basis van de visie hierover, waar we hem allemaal zeer erkentelijk voor zijn.

Een verrassend onderdeel van de dag was het samen zingen. Christiaan Both, zoon van Kees, nam ons onder zijn bezielende leiding mee in verschillende canons, die we tot een goed einde brachten. Het samen zingen schiep verbinding en drukte het samenzijn uit van ons hier met elkaar als Springzaadmensen rondom de gedachtenis van Kees, maar het gaf ook zeker een inkijkje in de band die er is binnen de familie Both. Han Both, de vrouw van Kees, dankte een ieder die zich zo ingezet heeft voor deze dag en deelde bloemen uit aan het organisatieteam.

Na de eerdere rondleiding over het Wereldplein, liet Jan Kersten van Bureau Niche ons de achtergronden zien van zijn ontwerp. Via getoonde schetsen verhaalde hij enthousiast over de school, het team en de ideeën die vertaald zijn naar een plein waar kinderen niet alleen kunnen spelen, maar ook op het gebied van techniek zoveel mogelijkheden tot ontdekken hebben. Een plein waar meerdere schoolse zaken speels zijn vertaald naar de buitenruimte zodat ook buiten met recht een extra leerruimte biedt. 

Als afsluiting biedt Ilse Vonder het boekje ‘Verwondering’ aan, waarin een klein deel van de teksten van Kees zijn erfenis. ‘Een bloemlezing van, voor en over Kees Both’, zoals er onder staat als subtitel. Ilse noemde Kees ‘een groene Sinterklaas’ zoals hij artikelen uitdeelde aan ieder die daarvoor open stond. Velen zullen dat herkennen en meegelezen hebben door de jaren heen. Samen met Wendy, schoondochter van Kees, is er gekozen uit de pareltjes die wij nu nogmaals tot ons mogen nemen. Een parel van een boekje, dat niet in de kast maar op de tafel mag blijven liggen om het gedachtengoed van Kees in ons wakker te houden, om af en toe even in te zien en je te verwonderen over het leven en al het mooie dat Kees ons meegegeven heeft.

Hoe draag je zorg voor ontwikkeling en continuïteit van een levendig speel/leerlandschap tussen kindererosie, groeikracht en de perikelen van het dagelijks leven?

Vrijdag 20 mei 2022 van 10.00 – 17.00 uur

Den Haag/ Ypenburg / Zoetermeer

Voor hoveniers, ontwerpers en andere geïnteresseerden die belangstelling hebben in het ontwikkelen en beheren/ onderhouden van duurzaam levendige groen/blauwe leerlandschappen bij scholen. Deze excursie wordt georganiseerd en begeleid door ervaren Springzaadpartners: Jan van Schaik zandraket.nl & Wouter van Santen Biotooptuinen.nl & Sigrun Lobst Aardrijk. landschap en spel & Jurek Minderman

Vaak gaat het over het aanleggen van speelnatuur tijdens workshops van Springzaad, maar:

  • Hoe hou je het groen/blauwe speel/leerlandschap door vele jaren groen, groeiend en levendig?
  • Hoe maak je groei en ontwikkeling een essentieel onderdeel van de beleving, de speel- en de leerwaarde van de plek?
  • Hoe houd je duurzaam contact met de school, de ouders, de gemeente en bovenal de kinderen? 

Dit en veel meer komt aan bod tijdens de excursie die Stichting Springzaad organiseert op vrijdag 20 mei 2022. We gaan op bezoek bij drie schoolpleinen in de omgeving van Den Haag die al een mooie leeftijd bereikt hebben. Tijdens die bezoeken zullen betrokken personeelsleden spreken, zijn ontwerper, uitvoerende en onderhoudende hoveniers aanwezig en staan te woord, en gaan we met elkaar in gesprek aan de hand van verschillende thema’s en vragen.

We bezoeken de volgende schoolpleinen:
Het Startpunt, Den Haag, Schilderswijk (sinds 2014)
De Paradijsvogel, Den Haag Ypenburg (sinds 2013)
Vrije school De Vuurvogel, Zoetermeer (sinds 2011)

Ga je met ons een dagje mee op bezoek bij drie volwassen schoolterreinen in Den Haag, Ypenburg en Zoetermeer? Meld je dan aan via de rode aanmeldbalk in deze nieuwsbrief of gewoon door een mail te sturen naar info@springzaad.nl

Plaats en locatie: Drie doorontwikkelde schoolpleinen in Den Haag/ Ypenburg en Zoetermeer

Kosten: € 95,-  Gasten;  € 80,- OASEnetwerk;  € 70,-  Partners Springzaad  (prijzen incl BTW) . Incl koffie/thee & koek en vegetarische, biologische lunch

Het is mogelijk een certificaat van deelname te ontvangen.

Opgave:  meld je nu aan via info@springzaad.nl

Storm, harde wind, water, regen, natte sneeuw, af en toe een hagelbui en tussendoor nog wat mist en gemiezer. 

Het is aardig nat op het moment in de meeste gebieden, nog even geduld dus …, maar binnenkort droogt het op en je weer lekker in de tuin en op het land kunt zijn. Maar het mooie beelden levert het zeker op.

Voor kinderen is het juist heel leuk om in een plas water te springen of om door een net bevroren dun laagje ijs op een waterplas te prikken of stampen.

Je voelt op een dag als afgelopen woensdag, dat het voorjaar weer in de lucht hangt en dat de zon kracht krijgt. De zon schittert in het water, weerspiegelt in glas, de vogels zingen en het is ineens lekker licht.   

Het water zal sneller weg zijn dan ons straks misschien lief is, maar voor nu kunnen we eigenlijk niet wachten tot het verdwenen is.

Geduld hebben we ook geoefend met het organiseren van activiteiten, waarbij we elkaar echt op locatie kunnen ontmoeten. 

We verschoven de partner- en regiobijeenkomst in de hoop dat het binnenkort een fysieke bijeenkomst wordt. In afwachting daarvan hebben we besloten die toch maar eind januari online te houden, omdat we de snelheid van de versoepelingen niet goed konden inschatten. 

We hebben het daar met name gehad over hoe te komen tot een breed gedragen kwaliteitstool.

Bestuurswisseling

Op 17 februari is het bestuur bijéén gekomen in Dronten, behalve voor overdracht van bestuurstaken  vooral ook om te kijken en praten over activiteiten die we nu weer ‘op poten kunnen zetten’.  

Anno, dank voor je inzet de afgelopen periode. We hopen dat je ons af en toe blijft bestoken met je inbreng, vanuit betrokkenheid bij alles wat er groeit en wat er speelt.

Elders in deze nieuwsbrief zie je foto’s van een speelplek aangelegd door Anno 2000. 

Met Giel van der Palen (penningmeester) en Maurice Westerbeek (algemeen bestuurslid) hebben we twee ervaren en eveneens betrokken mensen gevonden voor het bestuur, met hart voor natuur, groen en ruimte voor spel en daar zijn we heel er blij mee.

Jumpseeds     

Dat is gekscherend wel eens de aanhef welke gebruikt wordt boven een mail of bericht aan Springzaad partners. Best toepasselijk, want we timmeren internationaal voorzichtig aan de weg door over onze grenzen heen te springen. 

De inspiratiemap is tegenwoordig drietalig (NL/F/GB), Springzaad doet mee in het internationale onderzoeks-project Cool Schools, een samenwerking van meerdere Europese universiteiten en organisaties. 

De Speeldernis wordt opgenomen als case study in een publicatie over wereldwijde initiatieven op het gebied van nature-based play. Er is contact gezocht met Springzaad door een NGO welke vanuit Brussel, Europese stakeholders koppelt aan Deense autoriteiten, ten behoeve van een campagne voor de vergroening van hun schoolpleinen.

Weer op stap

Eindelijk lijkt ook de lang gekoesterde wens om met een Springzaad excursie terug te keren naar Freiburg uit te komen. Freiburg, de Zuid-Duitse stad, waar speelnatuur sinds vele jaren heel vanzelfsprekend de ruimte krijgt in de openbare ruimte, bij scholen en kindcentra. We hebben het over ‘terugkeren’, want we zijn hier ruim 15 jaar geleden al eens eerder met een groep Nederlandse Springzaders op ’n heerlijke studiereis geweest.

We kijken uit naar een boeiend jaar waarin we elkaar verrijken met inzichten, kennis en ervaring. Natuurlijk vooral ook om dit alles weer te kunnen opdoen en uitwisselen tijdens mooie excursies in binnen- en buitenland of tijdens cursusdagen op inspirerende locaties.

P.S. Misschien al op de komende Springzaad-dag (19/3) op Jenaplanschool de Lanteerne in Nijmegen waar ‘t gedachtegoed van de afgelopen herfst overleden Kees Both centraal staat met een innovatieve blik naar de toekomst.

We zien elkaar binnenkort!

door Nicole van den Bongerd

Steeds meer scholen in Nederland kiezen voor een groen schoolplein met het idee dat ze door het vergroenen van het schoolplein een positieve bijdrage kunnen leveren aan een gezonde ontwikkeling van kinderen en aan biodiversiteit en klimaatbestendigheid. Er wordt echter geconstateerd dat de speel-, leer- en natuurwaarde van veel Nederlandse groene schoolpleinen nog niet optimaal is wat ten koste kan gaan van het positieve effect van een groen schoolplein. 

Om scholen, hoveniers, ontwerpers en anderen te ondersteunen met het ontwerp van groene schoolpleinen zijn Jolanda Maas en Nicole van den Bogerd van de Vrije Universiteit Amsterdam in juli 2020 een onderzoeksproject gestart. Het doel van dit project is het ontwikkelen van een ‘Groen Schoolplein Beoordelingstool’ die inzicht geeft in welke aspecten van een groen schoolplein belangrijk zijn voor het spelen en leren van alle kinderen én de biodiversiteit en klimaatbestendigheid van de omgeving. Springzaad is een partner in dit onderzoek, samen met de Hogeschool Leiden, Wageningen Universiteit en Research, InHolland, Stichting de Groene Stad, IVN, Vereniging Gemeente voor Duurzame Ontwikkeling, Greenport Aalsmeer en Nederland, Snoek Hoveniers, de provincies Overijssel, Noord-Brabant, Noord-Holland, Friesland en de gemeente Almere. 

Het onderzoeksproject is gestart met een uitgebreid literatuuronderzoek naar de positieve effecten van groene schoolpleinen. Dit heeft onder andere geleid tot de white paper ‘De waarde van een natuurlijke, gezonde buitenruimte rond scholen‘ . Ook is er een wetenschappelijk artikel geschreven dat inzicht geeft in welke mechanismen ten grondslag liggen aan de positieve effecten van groene schoolpleinen (binnenkort beschikbaar). 

Het literatuuronderzoek was ook de basis voor de eerste versie van de ‘Groene Schoolpleinen Beoordelingstool’. Deze is daarna doorontwikkeld met behulp van 40 Nederlandse experts op het gebied van groene schoolpleinen, spel, natuur, ontwerp, biodiversiteit en klimaatbestendigheid. De doorontwikkelde tool is getest op maar liefst 19 groene schoolpleinen. Uit deze test blijkt dat de beoordelingstool goed in te vullen is in de praktijk! 

Op dit moment lopen er drie sporen in het onderzoeksproject. Ten eerste, de Vrije Universiteit Amsterdam start in maart 2022 een onderzoek naar de speelwaarde en leerwaarde op groene schoolpleinen. Hoe, waar en met wie spelen kinderen op groene schoolpleinen? En, worden groene schoolpleinen gebruikt voor lessen en indien dat zo is, wat levert dit op? Vervolgens wordt er gekeken naar hoe het ontwerp van groene schoolpleinen – beoordeeld met de ‘Groene Schoolpleinen Beoordelingstool’ – invloed heeft op de speelwaarde en leerwaarde van groene schoolpleinen. Resultaten van dit onderzoek zullen nog meer inzicht geven in het belang van het ontwerp van groene schoolpleinen voor de ontwikkeling van kinderen. 

Ten tweede wordt er, samen met Springzaad, IVN en NLGreenlabel, onderzocht hoe de verschillende beoordelingsinstrumenten die beschikbaar zijn in Nederland geïntegreerd kunnen worden. We hopen hiermee te bereiken dat in de toekomst iedereen die een groen schoolplein wil ontwerpen op één plek breed gedragen ontwerprichtlijnen kan vinden.

Ten derde, de Hogeschool Leiden ontwikkelt, aan de hand van alle inzichten uit het project, scholing voor scholen, ontwerpers en hoveniers. Zo kan de verworven kennis worden overgedragen naar professionals uit verschillende werkvelden.   

Het project loopt tot juni 2023. Via de Nieuwsbrief houden we u graag op de hoogte.  

Door: Ity Busstra

Inclusief spelen, het is de laatste jaren een veelgehoorde benaming die aangeeft dat elk kind mee kan spelen, of je nu wel of geen beperkingen van je lichaam ervaart in je leven. Maar kunnen in de praktijk dan ook echt alle kinderen meespelen? Er is zo’n diversiteit aan beperkingen, zowel fysiek als mentaal, dat het een ingewikkelde klus is om aan al deze kinderen tegemoet te komen. En toch wil je dat proberen, toch gun je elk kind dat het ergens naar toe kan gaan en mee kan doen en niet aan de zijlijn geparkeerd staat of alleen de pomp mag bedienen.  Je gunt het ook de ouders, die vaak gefrustreerd aan moeten zien dat hun kind niet mee kan doen, de speelruimte niet eens kan betreden of alleen maar met hulp iets kan doen en dan nog niet eens samen. 

Toegang tot het binnengedeelte van Speelnatuur van OERRR Haarzuilens

Een inclusieve natuurspeelplaats is een mooie uitdaging, om alle kinderen te bereiken blijkt echter in de praktijk al snel niet mee te vallen. De beperkingen zijn zo divers, alleen al op fysiek gebied, maar ook zeker bij mentale beperkingen, waardoor er weer andere voorwaarden gewenst zijn. Er is veel meer oog voor de fysieke beperkingen, die zijn ook het meest duidelijk. Je kunt meer inspringen op de situatie die je voor je ogen ziet gebeuren met bijvoorbeeld een kind in een rolstoel. Maar juist de mentale beperkingen, die zo onzichtbaar kunnen zijn of juist heel erg aanwezig in gedrag, geven een extra dimensie mee om nog beter te kijken naar de mogelijkheden die je kunt bieden met dit soort speelplekken. 

Een ontwerp en de aanleg van een inclusieve natuurspeelplaats kost meer tijd en aandacht omdat je rekening wilt houden met alle kinderen en alle beperkingen. Als elk kind, hoe beperkt het ook is, mee kan doen, hoe ziet zo’n speelplek er dan uit met alleen natuurlijke materialen? Er zijn op dit gebied al heel wat gegevens te vinden, o.a. in het rapport van Anke Wijnja en de expertise van Ilse van der Put en de Speeltuinbende, maar toch is het een interessante puzzel om aan alle kinderen tegemoet te komen. Gelukkig blijken de kinderen zelf de belangrijkste aangevers van (on-)mogelijkheden te zijn. Ze laten feilloos zien waar ze tegenaan lopen, wat werkt en wat toch niet zo goed loopt als je van tevoren had gedacht.

Er zijn ondertussen genoeg voorbeelden van buurten en speeltuinen waar mooie speeltoestellen geplaatst zijn, ontworpen voor kinderen in een rolstoel waarin ze mee kunnen draaien en meedoen met de anderen kinderen. Er zijn plekken waar kinderen met een visuele handicap aandacht krijgen en er voor hen een veilig parcours is gemaakt, maar het is vaak gericht op een eenzijdige beperking. Hoe kun je dit dan laten werken in een natuurlijke speelplaats, waar je geen speeltoestellen wilt toepassen die speciaal daarvoor ontwikkeld zijn, maar waar je, behalve een glijbaan, alles zo natuurlijk mogelijk wilt houden en inrichten zodat alle kinderen aan bod komen.

Als je kijkt naar de doelgroep wil je dat alle kinderen, met een fysieke en/of mentale beperking, mee kunnen doen. Je wilt ook dat alle leeftijden mee kunnen spelen, er is nogal een groot verschil in motoriek en interesse tussen een driejarige peuter of een tiener. Je wilt dat het kind genoeg uitdagingen vindt om samen te spelen, terwijl er ook plekjes moeten zijn om je terug te kunnen trekken omdat niet elk kind samen kán spelen, maar juist liever vanuit een veilig plekje observeert wat er om zich heen gebeurt of zo’n plekje  nodig heeft om alle prikkels te verwerken.

Een natuurlijk landschap creëren met hoogteverschillen en een diversiteit aan beplanting geeft genoeg uitdagingen voor elk kind, al of niet fysiek beperkt,  Daar kun je als kind van genieten maar het kan ook juist ontmoedigen. Het zou mooi zijn als er meerdere mogelijkheden zijn om een speelelement te benaderen, een heuvel op te komen, een brug over te steken, een waterparcours te volgen of om op iets te klauteren. Ook kan het met mentale beperkingen heel lastig zijn het overzicht te bewaren of sowieso het terrein te betreden als het al wat drukker is met spelende kinderen. Hiervoor is een plattegrond van het speelterrein een uitkomst zodat je je van tevoren kunt verheugen op waar je naar toe wilt. Ook routepaaltjes hebben die functie, ze hebben zelfs meerdere functies, zowel voor visueel beperkte kinderen als ook in de zin van speuren, wat kinderen graag doen, het is ook een houvast in het aanbod van speelelementen. Een routepaaltje is een ijkpunt dat vertelt dat er op die plek iets te doen of te onderzoeken is. Het geeft bepaalde kinderen richting en een gevoel van controle, het speelt een stuk geruster als je weet waar je bent. Via carving extra zichtbare figuurtjes toevoegen, zoals van de vier elementen en dieren die daarbij passen, geeft een interessante speurtocht en een extra verbindingsmogelijkheid met de plek omdat je dan een verhaal in stapt waar je je als kind in kunt leven.

Kinderen van de speeltuinbende bezoeken Speelnatuur Tiengemeten

Het verschil met een speelplek waar speeltoestellen zijn geplaatst tegenover een natuurrijke speelplek is dat er veel meer uitdagingen zijn te vinden binnen een natuurlijk kader en voor veel meer kinderen die in leeftijd en ervaringen verschillen. Daarin werkt de natuur zo fantastisch mee, dan weet je des te meer waarom je zo graag werkt met natuurlijke materialen en natuurlijke beplanting: de natuur biedt uitdagingen op elk niveau zodat het altijd spannend blijft en het biedt die extra verzorgende functie op vooral het mentale gebied als vanzelfsprekend aan. Hierin is de natuur meester: groen is de kleur die wij als meest rustgevend ervaren en schuilplekjes ontstaan gemakkelijk in speciaal aangelegde speelbosjes of levende hutten waar je je kunt verstoppen en terugtrekken. 

In een natuurlijke speelomgeving is voor elk kind een plekje te vinden waar het gedijt. Je wilt de bouwers een plekje geven om te bouwen, de sjouwers met takken en zand laten sjouwen, de rauwdouwers een uitdaging geven in balans en de schouwers laten beschouwen. De natuur heeft brede armen en biedt het allemaal, zo ervaren kinderen aan den lijve de helende kracht van spelen in het groen. Het is dan ook fascinerend om te zien hoe kinderen in een natuurrijke omgeving anders gaan spelen en hoe het sociale aspect vergroot wordt. Elkaar gaan helpen om ergens te komen zou een natuurlijke gang van zaken kunnen worden als je ziet dat je vriendje ergens niet zo gemakkelijk kan komen als jijzelf. 

In een lang(zaam) traject hebben we nu een inclusieve speelplek opgeleverd aan de recreatieplas Kotermeerstal in Dedemsvaart. Vanuit het originele ontwerp van mij is een verkleinde uitgave met specifieke elementen gecreëerd op een openbaar toegankelijke plek door Anno2000, met medewerking van Hans Nijmeijer en Hans van Dorp. De eerste opzet om een omheind en daarmee gevoelsmatig veilige plek te creëren, waar ouders ook meer rust kunnen ervaren mocht je elke dag te maken hebben met een ‘weglopertje’, is omgezet naar een plek aan de waterkant die daarmee ook weer extra uitdagingen geeft. Het achterliggende idee dat niet alleen de kinderen met elkaar kunnen spelen, maar ook de ouders elkaar wezenlijk kunnen ontmoeten blijft hopelijk in stand. Het gevoel dat ouders van kinderen met een beperking verwoorden -de zoektocht naar geschikte speelplekken en het gevoel  hierin alleen te zijn en altijd ‘aan’ te moeten staan-, maakt dat de wens des te groter is dat ouders en hun kinderen hier een plek vinden die dan wellicht nog niet helemaal ideaal is, maar wel een heel stuk op weg is naar inclusiviteit. De toekomst gaat uitwijzen hoe inclusief ‘inclusief spelen’ eruit gaat zien, in de hoop dat echt alle kinderen mee kunnen én durven doen.

Samenspeelplek bij de Kotermeerstal in Dedemsvaart van Ity Busstra en Anno 2000