Dit artikel is bedoeld voor iedereen die met kinderen naar buiten gaat om samen van alles te ontdekken in de natuur.

Eten en gegeten worden

Wat denk jij als er een mug op je arm landt? Ben je dan net zo blij als bij het zien van een vlinder? Vast niet! Want die mug steekt jou om bloed te kunnen zuigen en vlinders drinken nectar uit bloemen. Veel mensen vangen slakken omdat ze hun tuinplanten eten, maar voeren wel de vogels die in hun tuin leven.  

We kijken vaak naar dieren met een ‘mensenbril’, logisch want we zijn mensen. Maar als je het eens anders probeert, blijkt ieder dier en iedere plant belangrijk te zijn. Ze hebben allemaal hun plekje in het grote geheel waar het draait om eten en gegeten worden. De een kan niet zonder de ander. 

De rupsen die groot worden door het eten van bladeren, zijn zelf voedsel voor allerlei jonge vogels. 

Ontdek het! 

Planteneters

Ga samen op zoek naar dieren die planten eten. Kijk goed naar de verschillende soorten planten in je omgeving. Zie je daar vraatsporen aan de bladeren? Zo ja, zie je ook de dieren die ervan eten? Kijk ook goed onder de bladeren. Vaak zijn die dieren alweer weg: verpopt, zoals rupsen doen, om vlinders te worden of weggekropen in een donker hoekje zoals veel slakken de dag doorbrengen. Dan zie je alleen nog bladeren vol gaten en gaatjes. Maak je geen zorgen, die planten kunnen er tegen. Zelfs als er hele takken of complete struiken zijn kaal geknaagd, zoals je in het voorjaar ziet bij de kardinaalsmuts, maken ze gewoon weer nieuwe bladeren. 

Dieren die je meestal wel goed kunt bekijken zijn bladluizen. Die zitten met z’n allen op  jonge stengels en knoppen en leven van de plantensappen. Je hebt verschillende soorten en kleuren bladluizen. Ook volwassen muggen leven van plantensappen. Alleen vrouwtjesmuggen steken om een paar druppels bloed op te zuigen. Die hebben ze nodig om eitjes te maken. Ze leggen hun eitjes in het water. Muggen zijn hoofdvoedsel voor libellen, vogels, vleermuizen en kikkers. En muggenlarven voor allerlei waterdieren: vissen, libellen- en keverlarven en salamanders bijvoorbeeld.  

Dan heb je ook de insecten die nectar drinken en stuifmeel eten of verzamelen zoals bijen, wespen, zweefvliegen en kevers. Terwijl ze de bloemen induiken, nemen ze stuifmeel mee op hun lijf en brengen dat naar andere bloemen. Zo zorgen ze voor de bestuiving en bevruchting van de bloemen zodat er vruchten komen.    

Vraatsporen van insecten in de bladeren en bloemen van de Gelderse roos.

Voedselketens

Alle dieren die planten, nectar of stuifmeel eten zijn zelf weer belangrijk voedsel voor andere dieren. Zijn er genoeg vogels in de omgeving dan zullen de rupsen nooit de overhand krijgen. Vogels eten zelf rupsen en voeren hun jongen met dit eiwitrijke voedsel. Ook bladluizen zijn hoofdvoedsel voor jonge vogels. Vaak zie je mezen en mussen alle planten in een tuin afzoeken naar malse luizen voor de hongerige jongen. Je weet vast wel dat lieveheersbeestjes en hun larven luizen eten. Vogels zoals lijsters eten graag slakken en ook egels zijn er gek op. Wist je dat er slakkensoorten zijn die zelf slakken eten, zoals de tijgerslak, een grote grijze naaktslak met een gevlekt lijf? Wormen zijn ook planteneters, zij leven van plantenresten en zijn een belangrijke voedselbron voor mollen, vossen en vogels. 

En dan de insecten die de bloemen bezoeken, zij worden weer gegeten door vogels, spinnen en libellen.

Bedenk met de kinderen zoveel mogelijk voedselketens zoals:

Plant -> slak -> zanglijster (vogel) -> sperwer (roofvogel)

Plant -> rups -> koolmees -> kat

Bloem -> bij -> libel -> vogel

Plant –> bladluis -> sluipwesplarve -> sluipwesp -> vogel

Deze sluipwesp legt een eitje in een bladluis. De larve die eruit komt eet de bladluis van binnen op. 

Voedselkringloop

Vertel de kinderen over de voedselkringloop. Dat is een ingewikkeld proces, maar komt, eenvoudig verteld, hier op neer: 

Planten zijn voedsel voor allerlei dieren, die zijn op hun beurt voedsel voor andere/grotere dieren en ook zij worden gegeten door roofvogels of roofdieren. Gaan die roofdieren dood dan wordt hun lichaam gegeten door vossen, kraaien en andere aaseters zoals aaskevers en vliegen. De laatste resten verteren met hulp van bacteriën en schimmels. Al die dieren poepen afvalstoffen uit en daarin zitten weer voedingsstoffen voor planten.  

Deze spin heeft een libel en een sprinkhaan gevangen. Ook veel sprinkhanen zijn planteneters. 

Activiteiten voor kinderen

1. Onderzoek

Eventueel nodig: vergrootglas. Bekijk planten in de omgeving en zoek naar opeters. Maak een lijst van welke dieren je ziet en wat ze eten.    

2. Teken voedselketens, teken een voedselkringloop 

Bedenk voedselketens en schrijf ze op. Maak er leuke tekeningen bij van de planten en dieren. Oudere kinderen kunnen ook een voedselkringloop tekenen. Laat ze eventueel voorbeelden zoeken op internet.

3. Filmpjes bekijken

Zie hieronder de website van schooltv.

Websites

www.schooltv.nl

Diverse filmpjes: ‘Sprinkhanen en krekels’, ‘Slakken’, ‘Soorten tuinslakken’, ‘De opbouw van een rups’, ‘De voedselketen’ – Van plant naar dier naar mens,  ‘De voedselketen’- Eten of gegeten worden, ‘Kringloop in het bos’, ‘De voedselkringloop’

Tekst: Marlies Huijzer

Foto’s: Martin Stevens, Ferry Siemensma

SZ Zandkastelendag 2023 – een ooggetuige vertelt.

Op zaterdag 2 september jongstgeleden, was op het Noordstrand van Bergen aan Zee de achtste en zonnige editie van het jaarlijkse Zandkastelenfestijn van het Oase-netwerk. Het was voor mij de eerste keer dat ik deelnam; eerder was het er niet van gekomen. Van tevoren had ik mij natuurlijk geprobeerd een beeld te vormen van wat mij te wachten zou staan. Als kastelenliefhebber was het niet verwonderlijk dat daarbij vooral gedachten over torens, een slotgracht en metersdikke muren naar voren kwamen: een flinke opgave! Pas later zou ik begrijpen dat de fysieke inspanning maar één aspect is, de diepere vreugde en ware opbrengst van deze dag gaan daar ver aan voorbij. 

Om tien uur verzamelden we ons op de afgesproken plek. Leon, een van de organisatoren, had de dag tevoren zorgvuldig uitgemeten op welke momenten eb en vloed ons voldoende tijd zouden geven om het kasteel op te bouwen. Hij kon zelfs vertellen op welk tijdstip de vloed het kasteel weer zou verzwelgen. ‘Als we achtentwintig stappen vanaf de strandpaal richting zee zetten, kan dáár met bouwen gestart worden’. Pjotr sprak uit, dat hij graag de contouren wilde uitzetten van een kasteel met een organisch vloeiende muurlijn. En zo geschiedde. 

In het vochtige zand werden met een schep soepele rondingen getrokken; de contouren van wat later tot een geliefd bouwwerk zou uitgroeien. Als vanzelf werden de meegebrachte spades en batsen enthousiast ter hand genomen. De eerste geulen en heuvels ontstonden, nog redelijk vormloos en producten van grote inspanningen om toch vooral iets van een kasteel te bouwen. Wie moe werd, stopte en kon wat drinken in de luwte van de grote tent.

Halverwege het bouwproces verscheen Dorine met haar dochter Isa, die, aangemoedigd door de vrije ruimte en gebruikmakend van hun eigen creatieve talenten, een van de opgetrokken zandheuvels zorgvuldig bewerkten tot een imposante drakenkop. De groep Amsterdamse kinderen, die vanaf het begin enthousiast meebouwde, werd hierdoor uitgedaagd om de kop verder uit te bouwen met een geschubde rug. Maar daarmee eindigde het niet. Dankzij talloze verzamelde schelpen, zoals scheermesjes, rozebottels en bosjes zeewier kreeg de draak priemende ogen, vervaarlijke tanden en scherpe klauwen. Alsof dit nog niet genoeg was, werden uit het opgehoopte zand een prachtig vormgegeven zeemeermin en een kameleon ontsloten. Het grote zandkasteel bleek een fantasievol, opgetrokken meesterwerk te zijn, vormgegeven door vele handen en  resultaat van samenwerking, creativiteit en veel plezier. 

Tijdens het bouwen was er alle ruimte voor ontmoeting, kennismaking en het uitwisselen van verhalen. Toevallige passanten bleven verwonderd staan en namen de tijd het bouwproces te beschouwen. Velen uitten hun waardering voor het initiatief en sommigen wilden meer weten over de aanleiding van deze dag. Er ontstonden gesprekken over speelnatuur, schoolpleinen en het klimaat. 

Terwijl laat in de middag de laatste hand werd gelegd aan de imposante vinnen van de zeemeermin, ontdekten de kinderen dat de branding nu wel heel dichtbij kwam. De berekeningen van Leon bleken feilloos te kloppen: ons kunstwerk was precies op de juiste plaats gesitueerd en zou over niet al te lange tijd ten prooi vallen aan de golven. Met iedere minuut stroomde er meer en meer water in de eerder drooggevallen geulen. Moedig probeerden de kinderen her en der gaten te dichten en hun bouwwerk te behoeden voor verder verval, maar het was onbegonnen werk. Het schouwspel dat zich voor onze ogen voltrok, maakte indruk op iedereen die het gadesloeg. Stilzwijgend en berustend zagen we hoe bij iedere golf de draak langzaam door het wassende water werd verslagen, de zeemeermin weggleed in de armen van Neptunus en ook de kameleon koos voor het ruime sop. De prachtig vormgegeven zeester en de octopus werden overspoeld en verenigden zich uiteindelijk met hun soortgenoten in de zee. Tenslotte konden ook de twee mooie druipsteentorens en de grote toren geen weerstand meer bieden en zakten langzaam weg in de golven, totdat slechts een rimpeling in het zand herinnerde aan hun kortstondig bestaan. 

Gedachten over vergankelijkheid en de eindigheid der dingen, vermengden zich met ontzag voor de krachten van de schepping. Bij mij overheerste vooral het gelukzalige gevoel dat ik vandaag getuige was geweest van iets heel moois, waarvan de opbrengst veel verder reikt dan het genoegen van deze ene dag. Kinderen hebben eindeloos veel plezier gehad. De onderlinge band is versterkt, nieuwe contacten zijn gelegd, kennis, plannen en inspiratie zijn gedeeld. Dit zal ongetwijfeld doorwerken in het seizoen dat voor ons ligt!

De jaarlijks terugkerende Zandkastelendag verdient het verder uit te groeien tot een fenomeen, want het heeft alles in zich waar het Oase netwerk voor staat. Ben jij benieuwd hoe deze dag op het strand van Bergen aan Zee jou inpakt? Houd dan zaterdag 7 september 2024 alvast vrij in je agenda!

Marc van de Geer

Van 07 tot 09 juni jl vond de tweede bijeenkomst van de internationale onderzoekssamenwerking ‘CoolSchools’ plaats, deze keer in de ‘Académie du Climat’ in hartje Parijs. De gemeente stelt dit statige historische gebouw de laatste jaren beschikbaar als openbaar centrum voor kennisontwikkeling en broedplaats voor initiatieven op het gebied van Biodiversiteit en Klimaat.

Op de eerste dag kwam alleen het consortium van het onderzoeksproject bijeen om de voortgang en eerste resultaten uit te wisselen en de verdere planning te bespreken. Dit consortium met vertegenwoordigers van de deelnemende Universiteiten en organisaties is ondertussen uitgegroeid tot ruim 30 onderzoekers en externe deskundigen uit Spanje, Frankrijk, België, Servië en Nederland.
Op de tweede en derde dag waren ook gasten welkom op een openbare conferentie met als thema Schoolpleinen en biodiversiteit: From greening schoolyards to urban biodiversity, het onderzoeksonderwerp van de gastuniversiteit ‘Université Paris Cité’ en de gemeente Parijs.
Op dag twee werd tijdens verschillende lezingen de ecologische waarde en potentie van schoolpleinen belicht en in de ruimere context van de ecologische structuur van de stad Parijs geplaatst. In de middag werd dit verder verruimd naar de internationale context met lezingen over projecten en ervaringen uit Italië/ Rome en nieuwste projecten van Learning through landscapes uit Engeland. Sigrun Lobst, vertegenwoordiger van het Nederlandse team, leverde een bijdrage met een lezing over eigen ervaringen en een overzicht over de situatie en ontwikkelingen in Duitsland en Nederland.
In de middag was er een presentatie van het Parijse Groene schoolpleinenproject OASIS en een excursie naar twee voorbeeld scholen.


Op de laatste dag kwam het thema beleid aan de orde en werd gekeken naar de situatie van de Urban ecology policy in Europe, naar obstakels en mogelijkheden voor een betere inbedding van het Groene schoolpleinen-beleid in de grotere context.
Afsluitend deelde Anne Theuri van de ‘National Environmental Management Authority’ van Kenya nog haar ervaringen via een online lezing over de vergroening van de schoolomgeving in Kenya.
Het hele programma liet de grote kracht en breedte potentie zien, die de golf van de vergroening van de schoolomgeving ondertussen wereldwijd heeft bereikt. Iedereen reisde daarom weer terug naar zijn eigen (werk)plek gesterkt door inspiratie en nieuwe kennis en de kracht van de uitwisseling  met mensen die zich voor dezelfde doelen inzetten.
In 2024 zal de komende ‘CoolSchools’-bijeenkomst plaatsvinden in Rotterdam. In een van de komende Nieuwsbrieven zullen we daar meer over vertellen.

Lees & kijk verder:
Samenvatting van de bijeenkomst en ander informatie op de website van het project COOLSCHOOLS.

Fabiola Frattini (University of Rome) – filmpje over de opening van een tiny forest in Rome met een interessante aanpak en stemmen van betrokken kinderen.

Project: OASIS schoolyards Paris

Tekst: Sigrun Lobst

Verslag Springzaad excursie rondje Amsterdam

Op vrijdag 16 juni was het zover. Na de succesvolle excursie naar doorgegroeide groene schoolpleinen in de regio Den Haag een jaar geleden was dit jaar Amsterdam Zuid aan de beurt. Vijf verschillende parels van kersverse tot uitgegroeide speelnatuur bij scholen/ kindcentra en een speeltuin tussen de Zuid-As en Osdorp stonden op het programma. Een groepje enthousiaste Amsterdamse Springzaadpartners hebben een veelzijdig programma voor collega’s en gasten samengesteld. 17 deelnemers, waaronder drie collega’s uit Vlaanderen en Engeland fietsten uiteindelijk op een zomers blauwe dag door hartje Amsterdam van de ene verkoelende speelse oase naar de andere.

De dag begon op het groene leerlandschap van ‘Kindercampus Zuid-As’. Deze school heeft het bijzondere verhaal dat ze al twee keer verhuisd is! En wat extra bijzonder is, het groene schoolplein is steeds mee verhuisd! Het schoolplein wat er nu lag, was pas enkele weken oud… Het was gerealiseerd uit de materialen van het vorige leerlandschap! Onder genot van een warm drankje en een lekkere, gezonde versnapering kon je twintig Springzaders vol enthousiasme zien rondlopen in dit unieke landschap. Nadat er een klein uurtje rondgescharreld was en Jan van Schaik/ Zandraket (ontwerper en aanlegger) verteld had hoe het landschap tot stand was gekomen, vervolgde het gezelschap al fietsend door het Amsterdamse verkeer de excursie richting Humanistisch Kindcentrum de Wereldboom.  

Het groene schoolplein van ‘HKC de Wereldboom’ is ontworpen en aangelegd door ‘De Twee Heeren’. Barry Bimmerman van ‘De Twee Heren’, gaf tekst en uitleg over het ontstaan van dit schoolplein, het onderhoud, de toekomst en hoe het bedrijf en hij zelf een ontwikkeling doormaken. Zo schetste hij onder andere hoe hij en collega’s in de loop van de tijd langzaam van speelnatuur, met veel groen steeds minder groen realiseerden en zich bij nieuwe schoolpleinen stortten op grote en uitdagende speelelementen. Deze zijn de eyecatchers van de pleinen, maar verbruikten vaak zo veel budget, dat het groen uiteindelijk achterwege bleef. Dit vonden zij geen goede ontwikkeling, dus hebben ze bedacht om eerst de nadruk op het groen te leggen. Vervolgens is het veel makkelijker aanvullend budget te vinden voor gebouwde speelelementen. Zodoende werden de pleinen weer veel gevarieerder en groener.

Na het bezoek aan ‘de Wereldboom’ ging de groep verder naar de natuurspeeltuin ‘Plan West’, deze speeltuin is ontworpen door Sigrun Lobst/ Aardrijk in 2002. We werden ontvangen door Benito, al sinds jaar en dag beheerder van de speeltuin. De speeltuin is gelegen midden in de Baarsjes en was voor de transformatie naar natuurspeeltuin een gewilde plek voor jongeren om te hangen. Na een heerlijke lunch vertelde Benito over deze verandering en hoe hij ook ziet hoe de jeugd die sindsdien komt op de plek mee veranderd is: ander spel ontwikkelde, gevarieerder werd en betrokkener is bij de inrichting. Benito gaf daarnaast aan dat zijn ervaring is dat het nog steeds wel lukt om jonge kinderen uit een kansarme omgeving buiten te betrekken. Maar de oudere kinderen gaan dan toch liever voetballen, zou dat veranderen met de komende generaties die vanaf jongs af aan al betrokken zijn bij buiten/groen? 

Sfeervol speelhuisje tegen de muur van de buren…..

Vervolgens stond het volgende schoolbezoek op de planning, een bezoek aan het groene schoolterrein van de ‘Huibersschool’. Het schoolplein is ontworpen, aangelegd en wordt onderhouden door Jan van Schaik. De deelnemers werden verwelkomt door Yvette van der Kolk, leerkracht op de school. Yvette heeft een klein klasje met kinderen die een grote taalachterstand hebben. Aan de hand van de groene speeltuin en ook de moestuin, die naast haar lokaal ligt, helpt ze de kinderen om zich de Nederlandse taal machtig te maken. Ze vertelde hoe een kind in het klaslokaal heel ingetogen is maar zodra ze bezig zijn in de moestuin helemaal enthousiast wordt en vol energie aan de slag gaat! Na het horen van dit mooie verhaal was het tijd om op pad te gaan naar de laatste school.

Deelnemers Jurek en Annemiek bij het testen de modderkeuken bij de OMS

Dat was de ‘Osdorpse Montessorischool’, een groen schoolplein met een lange geschiedenis. De deelnemers van de excursie werden door Wout van Heukelom en Cygnea van der Hooning, docent van de school, meegenomen in dit verhaal en vervolgens rondgeleid op het schoolplein. Er werd gesproken over een lang proces met vele betrokken partijen waarin de houding van de school veranderde, hoe er langzamerhand niet meer bij elk niet ‘groen’-stukje ‘het onkruid’ weggehaald wordt om zodoende het goede voorbeeld te geven aan de buurt. Zoals ook eerder bij de wereldboom besproken kunnen groene schoolpleinen een experimenteerveld zijn. Vanuit hier kunnen nieuwe ideeën over groenonderhoud, zoals het toelaten en koesteren van groen ‘tussen de tegels en in de plinten’ zich de wijk in verspreiden. Het plein van de OMS is een mooi voorbeeld van een plein, dat zich steeds verder ontwikkeld en nooit af is. Tijdens het gebruik ontstaan nieuwe ideeën vanuit zowel kinderen als leerkrachten, die opgepakt worden en het plein doorontwikkeld. De nieuwste wens en uitdaging op dit moment is het realiseren van een ‘Paardenpaadje’, dat de kinderen hebben ontwikkeld tijdens het spel en waarvoor nu een geschikte vorm gezocht wordt.

Een lange mooie excursiedag werd uiteindelijk afgesloten met een heerlijk diner op het schoolplein van de ‘Osdorpse Montessorischool’. Daarbij werd rustig de dag nabesproken en al weer plannen gemaakt voor de volgende excursie, waarover later meer op deze plaats… 

Tekst: Jurek Minderman

IKC Zuidas | Zandraket/ Jan v Schaik
IKC Zuidas | Zandraket/ Jan v Schaik
HKC de Wereldboom | de twee heren/ Barry Bimmerman
Groepsfoto met Speeltuinbeheerder Benito
IKC Zuidas | Zandraket/ Jan v Schaik
HKC de Wereldboom | de twee heren/ Barry Bimmerman
HKC de Wereldboom | de twee heren/ Barry Bimmerman
Huibersschool | Zandraket/ Jan v Schaik
Huibersschool | Zandraket/ Jan v Schaik
Huibersschool | Zandraket/ Jan v Schaik
Huibersschool | Zandraket/ Jan v Schaik
IKC Zuidas Zandraket/ Jan v Schaik
IKC Zuidas Zandraket/ Jan v Schaik
Natuurspeeltuin Plan West | Aardrijk/ Sigrun Lobst
HKC de Wereldboom | de twee heren/ Barry Bimmerman
Huibersschool | Zandraket/ Jan v Schaik
Huibersschool | Zandraket/ Jan v Schaik
HKC de Wereldboom | de twee heren/ Barry Bimmerman
Natuurspeeltuin Plan West | Aardrijk/ Sigrun Lobst
IKC Zuidas Zandraket/ Jan v Schaik

Een inkijkje in het spelenderwijs, vrij onderwijs in Freiburg, Duitsland

Voor het tweede jaar op rij verzorgde Pjotr Timmerman vanuit Stichting Springzaad een complete speelervaring in het bijzondere Freiburg. Een op het eerste gezicht mooi, kleinere stad van ongeveer 230 duizend inwoners dat, op de uitzonderlijk frisse lucht na, niet zo onderscheidend leek. Totdat we al snel in de eco-wijk Vauban aankwamen en onze gepassioneerde reisleider begon te vertellen over het ontstaan van de in groen gedoopte stad. Over hoe het kan dat deze autoarme stad haar focus op welzijn en balans heeft gelegd en hoe het kan dat biodiversiteit en ‘vallen en opstaan’ zo geïntegreerd zijn in het onderwijs. 

Figuur 1: Freiburg

Na een tripje van ongeveer vijftien minuten in een klassieke tram van het centraal station naar Vauban, de wijk die dit weekend in het middelpunt van onze aandacht lag, waren we aangekomen bij een aantal omgebouwde Franse kazernes. De manier waarop deze zijn omgetoverd is typerend voor Vauban. Ik denk dat Pjotr daarom expres een halte te laat uitstapte, zodat we door zijn uitleg allemaal op de hoogte waren van de bewonersparticipatie waarmee deze stad tot stand is gekomen. 

Figuur 2: Trambaan Vauban

Na de Tweede Wereldoorlog was er naast een hoop puin, ook armoe overgebleven. De nood qua onderdak was groot, maar omdat er weinig middelen beschikbaar waren ging de wederopbouw traag. Een stel creatieve koppen realiseerde zich dat ze het allemaal samen moesten doen en stelde voor dat als de overheid nou bouwmaterialen aanleverde, de bewoners in spe, toen nog krakers, de handen uit de mouwen zouden steken. Deze aanpakkers hebben het uitstekend gedaan en hebben onder andere de barakken omgetoverd van bouwval naar bouwplaats naar bijzondere behuizing. 

Dit is een van de beginselen van een linkse beweging waarbij veel aandacht is voor leefbaarheid, mentale gezondheid en enorm veel natuur. Nu is deze beweging uitgegroeid tot een politiek bolwerk van de partij Bündnis 90/Die Grünen (te vergelijken met GroenLinks) en heeft het de stad omgetoverd tot een idyllische samenleving die eeuwig in balans lijkt te zijn. De stad straalt volledige rust uit terwijl het tegelijkertijd enorm in ontwikkeling is, zowel op het gebied van natuurintegratie als op het gebied van kennis. 

Figuur 3: Een stukje Vauban uit de anarchistische tijd

De stad kent vijf universiteiten; twee relatief kleine christelijke universiteiten, een universiteit voor muziek, een grote allround universiteit met meer dan 25.000 studenten en een vijfde voor pedagogische wetenschappen. De laatste telt maar liefst 5 duizend studenten. In deze groene stadsoase ligt een enorme nadruk op het optimaliseren van de ontwikkelingsjaren. Dat is te zien in de talloze ‘Kita’s, ‘Schulen’ en opvangcentra waar kinderen, mensen met een beperking (of als je echt graag wilt jij ook) terecht kunnen. In veel van deze instellingen staan natuurlijk spelen en leren door te ervaren centraal.

Figuur 4: Kinderabenteuerhof

Figuur 5: Publicatie: Spiel doch mal draussen …

Als gekke Hollanders konden we het maar niet geloven. Hoe kan dat goed gaan? Dat mogen ze allemaal zelf? Op eigen initiatief? En dan zonder toezicht? Maar…, maar… Deze kinderen zijn nog geen twaalf jaar oud en ze mogen zelf vuur maken, hutten bouwen met hamers en spijkers, in bomen klimmen zonder valondergrond. “Ja, ja” was telkens het antwoord “als je de kinderen het vertrouwen geeft, dan gaan ze daar ook verantwoordelijk mee om. Tuurlijk valt er wel eens eentje, maar wij zijn 
het er hier allemaal over eens dat we liever een gebroken been hebben dan een gebroken ziel.”

Figuur 6: Een door een kind gebouwde hut, rondom een basaal ‘frame’. 

Figuur 7. Dhr. Bohnacker van WERKI vertelt zijn verhaal.

Het zit ingebakken in de onderwijscultuur van Freiburg, dat een kind leert door te ervaren. Zo waren we te gast bij de Staudinger-gesamtschule waar kinderen samen met ouders en leerkrachten allerlei gebouwen rondom de school realiseren, in de moestuinenwerken, kunst creëren, pizzaovens maken en evenals enorm taaie ‘Flammkuchen’ ????. Het creëert een gemoedelijke sfeer waarin je het gevoel krijgt dat alles kan en mag en niets moet. Het draagt bij aan het gevoel van creatieve vrijheid en al helemaal aan de brede ontwikkeling van de kinderen.


Bij de vraag wat dit doet met de algehele school performance van de kinderen, antwoordt de oprichter van de WERKI (een plek waar kinderen tijdens en na school terecht kunnen om o.a. hutten te bouwen) dat de kinderen relatief vaker in atheneum- en gymnasiumklassen floreren. Hij weet uit ervaring, dat het buitenwerk noodzakelijke ruimte vrijmaakt in de geest voor optimale concentratie en dus productiviteit binnen de muren van het leslokaal.

Er is steeds meer wetenschappelijk onderzoek die dit onderbouwt. Het voert te ver om daar in dit verslag dieper op in te gaan. Veel van de deelnemers zullen het vanuit hun beroepspraktijk als ontwerper en aanlegger van groene speelplekken, wel kunnen bevestigen. Het zou prachtig zijn om dit mooie voorbeeld in Vauban als inspiratie mee te nemen en over te brengen naar de toch wat krampachtiger lage landen. Terugkijkend zouden wij onszelf zeker af moeten vragen wat kan ik doen om mijn onze (toekomstige) kinderen een vrijere, fijnere, groenere, gezondere, leerzamere, leefbaardere opvoeding en ontwikkeling te bieden? Wij als deelnemers aan deze excursie, hebben op onze wijze ook vast een groene groeispurt doorgemaakt!

Auteur: Loek Langeveld
Bedrijf: De Twee Heren
Email: loek@detweeheren.nl 
Foto: