Nieuwe cursus van Springzaad om scholen hierbij te helpen

Er worden op dit moment gelukkig veel groene schoolpleinen in Nederland aangelegd. Helaas zien wij dat scholen, na de aanleg denken ”Het is klaar!”. Een groenschoolplein heeft echter onderhoud nodig. Het plein verandert met de jaren en door het gebruik.  Wij zien vaak dat de pleinen achteruitgaan door slecht onderhoud. Er ontstaan schoolpleinen met veel kale plekken, tot zelfs schoolpleinen met wateroverlast. Er is te weinig kennis, te weinig budget of het wordt niet goed georganiseerd. 

Om scholen hierbij te helpen en de hovenier erbij te ondersteunen heeft Springzaad een online beheercursus gemaakt. Bij het maken van de cursus hebben we steeds de belangrijkste regel in gedachte genomen: Denk logisch na. Want sommige problemen zijn geen problemen maar horen bij natuurlijk spelen. 

De cursus behandelt alle aspecten van het onderhoud, waar je aan moet denken, hoe je het onderhoud kan organiseren op je school, wie je erbij kan betrekken. 

De cursus bestaat uit vier modules met daarin korte video’s over deze onderwerpen:

  • 1: Wat moet er gebeuren?
  • 2: Hoe houd je het groen?
  • 3: Hoe regel je het onderhoud?
  • 4: Veel voorkomende problemen

De gemeente Rotterdam heeft de realisatie gefinancierd. De partners Speelnatuur (Suzanne van Ginneken) en atelier Ondertussen (Annemiek Bongers) hebben de cursus voor ons gemaakt. 

We hopen dat veel scholen het onderhoud gelijk goed gaan aanpakken, zodat de pleinen mooi blijven in de toekomst. 

Ben je betrokken bij een groen schoolplein en wil je ze hierin advies geven, dan kun je ze wijzen op de site van Springzaad voor meer informatie:

https//springzaad.nl/cursussen

of op de site van Speelnatuur:

https://speelnatuur.nl/onderhoud-groen-schoolplein/

Door Annemiek Bongers

Ik ben jaren geleden lid geworden van Springzaad. Wat mij aantrok is de openheid van Springzaad. Iedereen is welkom, iedereen kan meedoen, kennis wordt gedeeld en waar het nodig is helpt men elkaar. Dat was voor mij, uit het Rotterdamse werkleven waarbij concurrentie altijd aanwezig is, echt wel even wennen. 

Een mooi voorbeeld van een Springzaad activiteit is de Zandkastelendag. De datum, de locatie en de activiteit is bepaald en verder is het helemaal vrij. Met elkaar maken we een zandkasteel. Pas vlak voor dat de vloed komt, weten we hoe het zandkasteel eruit ziet. Elk jaar zijn er andere mensen, elk jaar is het kasteel anders.
En dan komt de vloed.


Het eindresultaat is een zandkasteel, dat door de vloed is verdwenen, alles is weg. Maar met elkaar hebben we genoten en een mooie dag gehad.

Maar het verschil tussen Springzaad en mijn leven in Rotterdam blijft. Een mooi voorbeeld is het gesprek dat ik laatst voerde.
A: Ik heb dit weekend een zandkastelendag. Dan gaan we met zijn allen een zandkasteel bouwen.
V; Wat leuk, wie heeft het plan gemaakt?
A: Niemand, we gaan gewoon bouwen.
V: hè wat raar, is er dan een projectleider?
A: Er is geen projectleider, ieder doet waar die zin in heeft
V: En als er iemand dan iets anders gaat doen?
A; nou dan is dat prima, dan zien we wel wat daarop volgt.

En dat is nou werken als Springzaad: Het ontstaat, het groeit op een organische manier. Gelijkwaardig met elkaar omgaan, kennis en materialen delen en iedereen is welkom.
Het is een dag vol zand. Zand om mee te bouwen. Zand om van te genieten.

Opgeladen van een prachtige zandkastelendag, ga ik maandag weer aan het werk.
Een werkdag vol met gesprekken over uurtarieven, inkomsten, verantwoordelijkheden, algemene voorwaarden. Dan moet de opdracht een plan hebben, een projectleider en is er verschil in beloning voor uitvoerenden en specialisten.

En als ik dan halverwege de dag mijn broodtrommel uit mijn tas pak, zie ik op de bodem nog een laagje zand liggen. Wat zit de wereld toch gek in elkaar.

Op haar blog 
www.buitenbegintdewereld.nl 
post Springzaadpartner Jenny van Herrewegen natuureducatieve stripjes. In elke nieuwsbrief mogen we een strip met jullie delen.
Met dank aan Jenny!

RIVM – woensdag 8 juni 2022

Verslag mini-symposium Waterkwaliteitscheck

Bij het mini-symposium over de Waterkwaliteitscheck zijn ongeveer 50 deelnemers aanwezig. Dagvoorzitter Lucie Vermeulen (RIVM) vraag de deelnemers van welke organisatie zij afkomstig zijn. Er zijn deelnemers van onder andere GGD’en, gemeenten, omgevingsdiensten, advies- en ontwerpbureaus en waterschappen, Rijkswaterstaat en burgerinitiatieven en RIVM-collega’s.

De weg naar de Waterkwaliteitscheck
In de eerste presentatie geeft Ciska Schets (RIVM) aan hoe de ontwikkeling van de Waterkwaliteitscheck gelopen is en wat er aan ten grondslag ligt. Veranderend stedelijk waterbeheer als gevolg van verduurzaming en klimaatverandering zijn de belangrijkste drijfveren voor meer water in de stad. Naast positieve effecten voor het welbevinden en deleefomgeving, kan water in de stad ook risico’s met zich meebrengen als het microbiologisch verontreinigd is. Een in 2017 uitgevoerde inventarisatie van stedelijk waterconcepten liet zien dat er bij veel van deze concepten kans op blootstelling is en dat daarmee het oplopen van gezondheidsklachten aannemelijk is. Het is daarom van belang dat iedereen die met stedelijk water bezig is zich bewust is van deze risico’s. Daarom is de Waterkwaliteitscheckontwikkeld. Het is een instrument dat bestaat uit drie modules: 1) een vragenlijst, die het waterconcept in kaart brengt en adviezen geeft over verminderen van microbiologische risico’s, 2) een rekenmodule, die het mogelijk maakt om voor vier verschillende ziekteverwekkers het infectierisico te berekenen, en 3) een achtergrondmodule waarin aanvullende informatie over veel van de onderwerpen die in de vragenlijst aan bod komen gevonden kan worden.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.


Waterkwaliteit in de praktijk
Heleen de Man (Sanitas Water) laat vervolgens een aantal praktijksituaties zien waarin het gebruik van de Waterkwaliteitscheck veel ongemak had kunnen voorkomen. Regelmatig blijkt dat eenvoudige oplossingen de sleutel tot succes kunnen zijn en de waterkwaliteit enorm kunnen verbeteren. Hoewel er voorbeelden getoond worden van situaties waarin het heel slecht gesteld was met de waterkwaliteit, is het in de praktijk niet altijd even somber: ongeveer 10% van de stedelijk waterconcepten heeft een uitstekende waterkwaliteit, ongeveer 10% een zeer slechte waterkwaliteit, en bij 80% van de waterconcepten is de waterkwaliteit redelijk tot voldoende, maar valt er zeker nog wat te verbeteren. In deze situaties kan de Waterkwaliteitscheck hulp bieden.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.

Omgevingswet
Na de pauze wordt er vanuit de zaal gevraagd in hoeverre de Waterkwaliteitscheck aansluit op de nieuwe Omgevingswet. Het antwoord daarop is dat er geen directe koppeling is tussen de Waterkwaliteitscheck en de Omgevingswet. De Waterkwaliteitscheck is een zelfstandig instrument dat gebruikt kan worden om inzicht te krijgen van de microbiologische risico’s van het eigen waterconcept. Het is vooral bedoeld om bewustwording te creëren.

Toelichting Waterkwaliteitscheck
Aniek Messink (RIVM) laat in volgende presentatie in meer detail zien hoe de Waterkwaliteitscheck is opgebouwd. De vragenlijst bestaat uit 32 vragen, verdeeld over zes thema’s: algemene gegevens, algemene voorzieningen, ontwerp, beheer en onderhoud, verontreinigingsbronnen, gebruik van het waterconcept, en groen in de omgeving. Bij het invullen van de vragenlijst is het handig om voor sommige vragen navraag te doen bij de beheerder van het concept of andere betrokken partijen. De rapportage die uit de vragenlijst volgt, kan gebruikt worden om zelf actie te ondernemen, maar ook om het gesprek met andere partijen aan te gaan. De rekenmodule kan als aanvulling op de vragenlijst worden ingevuld, maar hij kan ook apart worden gebruikt. De rekenmodule berekent voor een waterconcept het infectierisico voor vier verschillende ziekteverwekkers. De gebruiker kan variëren met de parameterwaarden voor vulwater, waterbehandeling, gebruik van het concept en duur en mate van watercontact. Ook kan gebruik gemaakt worden van de vooraf ingevulde standaardwaarden of kunnen eigen waarden ingevuld worden.

Demonstratie Waterkwaliteitscheck
Samen met Lucy Bathgate (Spoorpark Tilburg) demonstreren Aniek Messink en Jack Schijven (RIVM) de Waterkwaliteitscheck aan de hand van de casus Spoorpark Tilburg. Het watersysteem in Spoorpark Tilburg bestaat uit een waterplein met 25 spuitertjes waar water uit de vijver door wordt rondgepompt, een stromende beek van 230 meter lang, en een vijver die dient als regenwaterberging. Voor de waterzuivering wordt gebruik gemaakt van UV en een zandfilter (waterplein) en een helofytenfilter (beek). Het blijkt dat de vragenlijst makkelijk is in te vullen is als je alle informatie vooraf bij elkaar hebt gezocht. Wel is het soms lastig kiezen wat je moet invullen als je een gecombineerd waterconcept hebt. Het is dan het beste om de Waterkwaliteitscheck per onderdeel in te vullen. Het invullen van de rekenmodule roept nog wat meer vragen op. Alle informatie over hoe de rekenmodule in te vullen en te gebruiken is op de verschillende tabbladen aanwezig. Het is echter ook een kwestie van een beetje durven te variëren. Met een druk op de knop kunnen alle waarden altijd weer teruggezet worden naar de default waarden. Ook hier geldt dat het handig is om een gecombineerd concept op te knippen in delen en daarvoor de rekenmodule in te vullen. Na het invullen van de rekenmodule kan een rapportage worden gegenereerd.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.

Promotie Waterkwaliteitscheck
Op de vraag uit de zaal of er een campagne komt om de Waterkwaliteitscheck te promoten is het antwoord dat alle genodigden voor en deelnemers aan het symposium het verslag en de presentaties van het symposium toegestuurd krijgen. Ook krijgt iedereen bericht als de website www.waterkwaliteitscheck.nl live is en brengen we dan een nieuwsbericht uit op de RIVM-website. Er verschijnt tevens een artikel in RIVM-magazine over de Waterkwaliteitscheck en vakmedia en -platforms zullen een persbericht ontvangen. Uiteraard zijn alle deelnemers vanaf dit moment ambassadeurs voor de Waterkwaliteitscheck!

Dit is het officiële verslag opgesteld en beschikbaar gesteld door het RIVM.

Het vrij spelen van kinderen staat onder druk.

Het is niet meer vanzelfsprekend dat kinderen zelfstandig hun buurt ontdekken en alleen of met vriendjes in de (stads)natuur rondstruinen. Dergelijke ervaringen zijn echter van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van kinderen.

Het vrij spelen staat centraal in het boek Het laatste kind op straat. Twaalf deskundigen, onder wie onderzoekers, pedagogen, professionals uit de kinderopvang en ontwerpers van speel- en buitenruimtes, delen in deze bundel hun visie en praktijkervaringen. Ze houden een pleidooi voor meer autonomie van kinderen en het verbeteren van hun speelomgeving. Hoe geven we kinderen weer de ruimte en het vertrouwen om al spelend zichzelf en de wereld om hen heen te ontdekken? Dat is de vraag die we gezamenlijk zullen moeten beantwoorden, zowel ouders en opvoeders, als beleidsmakers, ontwerpers van onze leefomgeving en ieder ander die kan bijdragen aan een waardevolle kindertijd. Dit boek kan daar hopelijk een bijdrage aan leveren, want als we niet ingrijpen, zullen we binnen twintig jaar waarschijnlijk helemaal geen kinderen meer zien spelen op straat.

Martin Hup (Het Woeste Westen) en Martin van Rooijen hebben als oogst van het Congres Het laatste kind op straat, 09 juni 2022 een aantal teksten verzameld en in een prachtig vormgegeven boek gepubliceerd.

Vind HIER meer informatie over het boek, de inhoud, de auteurs en de plek om je eigen exemplaar te bestellen.

Lees HIERONDER als voorbeeld het artikel van Springzaadpartner Sigrun Lobst | Aardrijk landschap & spel.