door Anneke Rodenburg en Suzanne van Ginneken
Soms zit je zo in je eigen bubbel, dat je vergeet dat er ook andere bubbels zijn. Dat hebben Anneke Rodenburg van ‘Tuin en vlinder’ en ik ervaren tijdens onze deelname aan het Duurzame & gezonde scholen congres in Zwolle op 9 november. Wij gaven daar een workshop met het, door de organisatie aangedragen, thema ‘Multifunctioneel gebruik van een groen schoolplein’.
Het publiek en de workshops
Ik kende er niemand en dat was interessant, want ik loop toch al een aardige tijd rond in het wereldje van de groene schoolpleinen. Er bleken vooral schoolbesturen, projectontwikkelaars, gemeentes en leveranciers van luchtverversingssystemen te zijn. Verder een paar architecten en wat verdwaalde types zoals wij 😉.
Het hele congres ging vooral over hoe het schoolgebouw gezonder kan worden. Lees: meer ventilatiesystemen en zonwering. Er waren veel deskundige mensen die alles weten van wat een schoolgebouw kost, maar het plein kreeg daarbij nauwelijks aandacht.
Een leuke workshop volgde ik bij https://www.mevrouwmeijer.nu/ . Zij pleitten voor transformatie van oude schoolgebouwen naar een mooiere, duurzamere plek. Zij zeiden daarin ook de omgeving van de school mee te nemen (al wordt dat op de site niet zichtbaar). Al met al een prettige uitzondering op dit congres.
Onze workshop ‘Multifunctioneel gebruik van een groen schoolplein’
Bij kennismaking met de deelnemers aan onze workshop bleek al snel dat mensen vooral vragen hadden over de bekende onderwerpen: veiligheid, participatie, modder in de school etc. Ik had de indruk dat er weinig kennis was over groene schoolpleinen. Daar kunnen wij met zijn allen nog zeker wat aan doen. We hebben ze veel informatie en inspirerende voorbeelden gegeven.
Gelukkig werd er ook een vraag over onderhoud gesteld waardoor we meteen de nieuwe Springzaadcursus konden promoten. En we hebben aardig wat flyers uitgedeeld.
Anneke vertelde ook over het multifunctionele groene plein van Entrea Lindenhout in Apeldoorn. Dit wordt niet alleen gebruikt door de school, maar ook door diverse zorgverleners zoals maatschappelijk werk, fysiotherapie, enz. Een mooi concept dat zeker navolging verdient.
Netwerken
Na onze workshop ben ik weer aan het netwerken geslagen, een praatje hier en daar, en wat goed werkte was de vraag: ‘kun jij mij voorstellen aan iemand waarvan je denkt dat ik die moet kennen?’
Verder ging ik op zoek naar het antwoord op de vraag: ‘Hoe veranderen we de VNG verordening waarin staat dat er 3m2/kind moet zijn met een maximum van 600m2 (ongeacht hoeveel kinderen er op school zitten)’ Dat is volgens mij de oorzaak van veel ‘speeldrukproblemen’.
Ik ben er niet achter gekomen waar je moet zijn voor zo’n aanpassing. Iedereen neemt het over, maar niemand op dit congres wist hoe dit te veranderen. Er werd gesuggereerd contact op te nemen met de VNG, PO raad, of Leren voor morgen (Lerenvoormorgen.org).
Bij de afsluitende plenaire bijeenkomst werd gevraagd of er nog belangrijke zaken waren die niet aan bod waren gekomen. Toen ben ik toch maar even opgestaan…. En daardoor raakte ik na afloop weer in gesprek met mensen die ook aangaven dat ze groene pleinen erg belangrijk vonden.
Zo werd dit een boeiende dag in een wereld waar ik niet helemaal leek te passen.
Call to action
- Het zou mooi zijn als meer mensen van Springzaad de eigen bubbel af en toe verlaten en om samen wat mooie zaadjes te planten bij deze scholenbouw bubbel. De Vakbeurs Openbare Ruimte en dit soort congressen kunnen een goed begin zijn hiervoor.
- Is er iemand die mee wil helpen om te proberen de VNG verordening aan te passen? Vast taai werk, maar wat zou het mooi zijn als het lukt, dan worden de pleinen van alle nieuwbouwscholen een stuk groter. Inmiddels is contact gelegd met Platform ruimte van de jeugd om eens samen na te denken over de mogelijkheden.
Speelse groetjes,
Anneke Rodenburg en Suzanne van Ginneken
door Agnes van den Berg
De afgelopen twee jaar (2021-2022) heb ik als ‘wetenschappelijk adviseur’ meegewerkt aan een Europees project gericht op het versterken van Natuur Intelligentie bij jongeren van 16-30 jaar. Het project bestond uit een strategisch partnerschap van vier jongerenorganisaties in Nederland (IVN), Italië, Tsjechië en Slovenië. In zo’n strategisch partnerschap wordt wetenschappelijke kennis gecombineerd met ervaringskennis van de organisatie om tot praktisch bruikbare toepassingen te komen.
De term Natuur Intelligentie is geïnspireerd op de naturalistische (of natuurgerichte) intelligentie uit Gardner ’s theorie van meervoudige intelligentie (Multiple Intelligences). In deze theorie wordt de naturalistische intelligentie nogal éénzijdig en cognitief ingevuld in termen van kennis en interesse. Het idee achter Natuur Intelligentie is dat natuurgerichte intelligentie op zichzelf ook weer een meervoudige intelligentie is, met meerdere cognitieve, emotionele, spirituele, en actie componenten. Met behulp van literatuuronderzoek en input vanuit de partnerorganisaties hebben we Natuur Intelligentie (ook wel afgekort tot NQ) als volgt gedefinieerd:
Een multidimensionale set van menselijke kwaliteiten om op een cognitieve, emotionele en spirituele manier verbinding met de natuur te maken, en om deze kwaliteiten actief te gebruiken om zowel het persoonlijke en sociale welzijn als het welzijn van de natuur en de planeet te ondersteunen.
Het totaal aan dimensies en kwaliteiten kan worden samengevat in een ‘bloemmodel’, waarin ‘hoofd’ staat voor de cognitieve dimensie, ‘hart’ voor de emotionele dimensie, ‘onderbuik’ voor de spirituele dimensie, en ‘handen’ voor het vermogen om jouw verbinding met natuur om te zetten in actie’.
In het project hebben we drie praktisch toepasbare tools ontwikkeld:
1. Een vragenlijst (de NQ-36 zelf-test) om jouw NQ-profiel te bepalen. Deze test heeft veel toepassingen. Hij kan bijvoorbeeld voor en na een activiteit of programma worden afgenomen, om de impact ervan te meten. Maar het kan ook worden gebruikt om het ‘instapniveau’ van deelnemers aan activiteiten vast te stellen, of zelfs om het activiteitenprogramma van een organisatie te evalueren.
2. Een handboek met richtlijnen om Natuur Intelligentie in jongerenwerk te bevorderen, geïnspireerd op vier principes van de intelligentie van natuur als leermeester : heelheid, diversiteit, cycli, en krachten. Deze principes en richtlijnen kunnen worden gebruikt om activiteiten en programma’s te ontwerpen die aansluiten bij de verschillende NQ-dimensies.
3. Een online training met oefeningen en reflectie-vragen.
Op de website www.natureintelligence.eu kun je alle outputs, zoals het theoretisch raamwerk, de zelf-test, het handboek, en de online training, gratis downloaden. Sommige outputs zijn alleen in het Engels, maar de samenvatting (praktijknota), het handboek, en de online training zijn ook in het Nederlands beschikbaar. Exclusief voor Nederland is er ook een online zelftest, ontwikkeld door Studium Generale.
Natuur Intelligentie is een ‘work in progress’, en de ideeën en richtlijnen zijn niet meer dan suggesties die open staan voor eigen invulling vanuit organisaties die met dit concept aan de slag willen. Persoonlijk zie ik Natuur Intelligentie vooral als een tot de verbeelding sprekend concept dat houvast en richting kan geven voor iedereen die zich vanuit natuureducatie wil inzetten om kinderen, jongeren, en volwassen te verbinden met natuur.
Ik zet me dan ook graag in om dit concept verder te ontwikkelen. Samen met IVN werk ik op dit moment aan een aangepaste versie van de NQ-zelf test voor schoolkinderen, die begin volgend jaar zal worden afgenomen bij een steekproef van minstens duizend schoolkinderen uit groep 8. In de voorlopige versie van deze test onderscheiden we vier typen kinderen die op verschillende manieren verbonden zijn met natuur: De omarmers (A), aanpakkers (B), dromers (C) en genieters (D). Ik ben heel erg benieuwd hoe de jongste generatie verdeeld is over deze profielen.
In januari starten we ook met twee Europese vervolgprojecten voor schoolkinderen en volwassen. In het project met schoolkinderen gaan we onder meer samen met Struin uit Nijmegen een natuurpedagogische visie uitwerken – waarbij we uiteraard ook veel gebruik zullen maken van de inzichten van Kees Both en andere Springzaad publicaties. Voor volwassenen gaan we een app ontwikkelen waarmee je je eigen NQ kunt monitoren en verder kunt versterken.
Kortom, veel plannen en ideeën. Waarvan ik me terdege realiseer dat ze, vanuit Springzaad gezien, niet veel meer zijn dan ‘oude wijn in nieuw zakken’. Maar wel op een andere manier geordend en gepresenteerd. Waarmee hopelijk een grote(re) maatschappelijke impact kan worden bereikt.
Springzaadpartner Renet Korthals Altes, www.SpaceforPlay.org, wint met procesmatige aanpak Groene Schoolpleinen : ‘higly commended initiative’ de Real Play City Challenge!
Met deze tweejaarlijkse prijsvraag wil de Real Play Coalition, (o.a. UNICEF/ IKEA/ LEGO foundation/ ARUP/ Placemaking X) de grote waarde van spelen in stedelijke gebieden benadrukken. Dit jaar zijn van over de hele wereld 94 inzendingen gekomen!
De inzending van Space for Play “Grey –> Green in a Golden process’ heeft in de categorie ‘places where play supports climate action’ gewonnen als ‘highly commended initiative’.
Dit ‘gouden’ proces hebben zij gedurende 18 jaar langzaamaan ontwikkeld. Renet’s dubbele achtergrond – architect en leerkracht basisonderwijs- komt hierin samen met haar groene hart en haar drang om bij te dragen aan gelijkere kansen voor alle kinderen op het gebied van spelen, wereldwijd. Het ‘gouden’ proces staat, maar zal zich blijven ontwikkelen. Samen met jullie?
Grijs -> groen in een gouden proces
Stedelijke problematiek
Wereldwijd wonen 1.5 miljard kinderen in een stedelijke omgeving ,waar openbare ruimte een schaars goed is (bebouwd of geprivatiseerd). Spelen kun je in betaalde speeltuinen, bij restaurants, of in shoppingmalls: ‘pay to play’, zelfs op het gebied van spelen wordt de kloof tussen de kinderen met geld en met minder geld groter. Terwijl spelen een RECHT is van kinderen.
Daarnaast is er steeds minder gelijke toegang tot groene openbare ruimte (SDG11). De problematiek van luchtvervuiling, hitte-eilanden, piekbuien en overstromingen, en verminderde biodiversiteit zijn in steden het grootst.
En juist de kinderen zitten in de toekomst opgescheept met deze groeiende problemen, wij leven dan niet meer. Het voelt als onze plicht om kinderen mee te nemen in het verbeteren van hun omgeving: wat kan er wél? En hoe doe je dat?
Schoolpleinen zijn een van de mogelijke oplossingen voor dit gebrek aan vrij toegankelijke groene plekken in de stad, het gebrek aan vrije en toegankelijke speelruimte voor alle kinderen. Schoolpleinen liggen verspreid over alle soorten buurten, en zijn direct gelieerd aan het onderwijs.
Grijze schoolpleinen, vergroenen dus! Maar dan wel: SAMEN met kinderen en de buurt, in een ingebed proces.
Gouden proces
Een goed project vergeten kinderen niet. Dus wij stellen kinderen centraal in het proces dat we hebben ontwikkeld.
- Eerst krijgen ze klimaatles, over de lokale problematiek. Gecombineerd met les
Over spelen, het recht op spelen maar juist ook over de eindeloze diversiteit in spelen. Zo zorgen we dat ze verder denken dan voetbal en een vogelnestschommel!
- Pas na deze lessen (essentieel!), gaan ze mee ontwerpen aan hun klimaatadaptieve schoolplein. En dat werkt fantastisch! De meest mooie oplossingen worden verzonnen, die keer op keer voor nieuwe inspiratie zorgen. En die kinderen écht geimplementeerd op hun plein zien.
Daarna ontwerpen wij. Hierin verwerken we de educatieve visie van de school. Ook verweven we onze pedagogische kennis in het ontwerp: divers en gedifferentieerd is van groot belang!
- Vervolgens helpen de kinderen en ouders/ buurtgenoten mee,. Samen bouwen/ verven/ planten.
- En als laatste stap worden de kinderen zelf de ‘natuurhelden’. Ze krijgen vanaf de jongste klassen verantwoordelijkheid om voor het schoolplein te zorgen, om elkaar te vertellen dat je niet OP de planten mag staan, geen takjes mag afbreken, om te speuren naar schatten.
Ja, in de Westerse landen loopt dit al goed, stapje voor stapje, zaadje voor zaadje komen er steeds meer groene speelpleinen in de stad. Maar de wereld is groot, de hoeveelheid kinderen in de steden onvoorstelbaar veel groter….
De erkenning door de jury is fijn, ook voor alle andere mooie winnende initiatieven, maar geen enkel winnend project krijgt een financiële prijs!
Toch hoop ik dat het winnen van deze prijs ons op weg helpt maar nog meer groene schoolpleinen, wereldwijd!
Daar blijven we keihard voor werken!
door Renet Korthals Altes
Vrijdag 9 december, op deze frisse maar nog wel droge dag ontmoeten we elkaar bij de Geertjes Hoeve in Haarzuilens en lopen na een ontvangst met koffie, thee en boerencake naar de overkant.
Hier ligt een groot speelterrein van Natuurmonumenten aan de rand van de Haarrijnse plas.
Hannah en Floor, boswachters bij Oerrr van Natuurmonumenten, geven een rondleiding en vertellen over het ontstaan, en over het meedenken door de toekomstige gebruikers namelijk kinderen met en zonder beperking.
Ze vertellen over het gebruik en het onderhoud en beantwoorden vragen als we er rond lopen over of beter gezegd rond glibberen over de klei. We horen meer over het (her)gebruik van toegepaste materialen, rivierkreeftjes in de voetenbak en een onaangekondigd bezoek t.b.v. controle op veiligheid o.a. en hoe ze hier mee omgaan.
De speelplek is aangelegd in 2020 naar ontwerp van Sigrun Lobst en geopend in de zomer van 2021.
Een bezoek waard voor wie er nog niet eerder is geweest of om nog eens naar terug te keren in een ander seizoen als de beplanting in het blad zit en de temperatuur om te ‘pootje paden’ wat beter is.
Ga zelf eens kijken!-)))
Na het buitenprogramma van deze middag gaan we naar binnen voor de rest van het programma. Aan de hand van een ingezonden foto met daarop een risicovolle situatie stelt iedereen zich voor.
Martin van Rooijen, pedagoog en onderzoeker, neemt ons mee in zijn werkzaamheden als vader en pedagoog en ook als ondernemer / eigenaar van De blauwe ton.
Aan de hand van voorbeelden, foto’s en film legt Martin de verschillen uit tussen risico en gevaar. Hij geeft onderbouwing waarom risicovol spelen zo waardevol is en wat de meerwaarde ervan is. Waarom je ieder kind dit gunt en hoe wij als volwassenen hier mee om zouden kunnen gaan door hier (wellicht) anders naar te (gaan) kijken.
Eind van de middag blikken we gezamenlijk aan de hand van beeldmateriaal terug op Springzaad- activiteiten, -ontwikkelingen en -gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Tevens kijken we vooruit naar 2023, naar welke trainingen we gaan aanbieden, naar een herhaling van de Freiburg excursie in het voorjaar en de jaarlijks terugkerende zandkastelen-dag.
We praten graag door met jullie over ideeën en onderwerpen waar we mee bezig zijn of in het nieuwe jaar mee aan de slag willen. Om elkaar als partners en consulenten beter en makkelijker te vinden, denken we erover om een soort van online Springzaad-café avonden te organiseren.
Om daar aan de hand van een thema, al dan niet met een specialist, onderling kennis en ervaringen uit te wisselen en door te praten.
Na afloop geniet een deel van de aanwezigen nog van een heerlijk boerenbuffet en informeel napraten om daarna ook door de vrieskou, jawel het vriest een graadje, in het donker huiswaarts te gaan.
door Marjan Nijland