De stad heeft vele uitdagingen, één ervan is het ervaren van groen om de zintuigen van mensen en vooral kinderen te prikkelen om ze zoveel mogelijk natuurervaringen mee te geven. Je kunt je in de stad gemakkelijk overweldigd voelen door de hoeveelheid mensen en gebouwen, het aanbod aan vermaak en vertier in de vorm van winkels en terrasjes, ook al geniet je aan de andere kant van de pracht aan historie of de veelheid aan activiteiten. Bij overprikkeling is het fijn om je te richten op dat wat je de verbinding teruggeeft met jezelf, namelijk de natuur.

Zoeken naar de aanwezigheid van natuur maakt je er bewust van dat natuur dichtbij je is, ze wandelt met je mee. Je vindt haar onmiddellijk in de bomen waar de geur van bloesem naar je toe waait en als je geluk hebt, kun je even later al lindebloesem plukken voor je eerste kopje natuurthee die avond. 

Door om je heen te kijken, even stil te staan en gericht te zoeken vind je natuur in de klimplanten langs de muren, zie je natuur in de klokjesbloem die zich genesteld heeft bij het trapje naast de ingang van een woonhuis en al bloeit door de warmte van de stenen. Hoor je natuur door de vogels die in de oude bomen op een binnenplaats leven en beleef je natuur als je langs klimop loopt die tegen de oude muren omhoog groeit terwijl er een koolmeesje in scharrelt op zoek naar voedsel. Het zijn de eerste handreikingen van de natuur zelf, diezelfde natuur die je daarna meeneemt aan de hand naar meer groen in de stad. 

Te midden van de stadse drukte met voorbijrijdend verkeer en voort slenterende mensenmassa’s, is daar toch steeds een klein of soms iets groter moment van natuur, een aanwezigheid van groen te midden van steen, een zachte aanraking van levende bladeren of een geur van bloemen die langs drijft, en soms is het eenvoudig een wilde plant die zich tussen de voegen van de stenen heeft genesteld. 


Zoeken naar natuur in de stad wordt zomaar een interessante speurtocht naar de eeuwenoude verbinding van de mens en de natuur, aanwezig, maar bij tijden zo onzichtbaar. Maar het is niet alleen dat, het is ook nog meer een innerlijke behoefte om de verbinding te blijven voelen in jezelf omdat, als dit je dagelijkse wereld is, je zo gemakkelijk het contact kwijt zou kunnen raken met de natuur en het je kan vervreemden van dat wat zo wezenlijk aanwezig zou behoren te zijn in je leven als natuur.
Er zijn in de stad veel aanwijzingen te vinden dat de mens vanuit de historie een relatie heeft met de natuur. De natuur behoorde tot het leven, was overal aanwezig en mensen deelden hun bestaan nog in volgens het natuurlijke ritme. Je vindt het terug in bouwwerken en versieringen, op eeuwenoude gebouwen, maar ook op moderne hedendaagse nieuwbouw. Je kunt natuur ontwaren op met bloemkelken versierde brugsteunen, smeedijzeren lantaarnpalen waar ranken omheen slingeren, gebeeldhouwde sculpturen in blad- en bloemvorm, op muren zijn bij tijden gedecoreerde huisnummerplaatjes waar rankmotieven in verwerkt zijn bevestigd, smeedijzeren bloemen als balkonstijlen en gedecoreerde tegeltjes op Jugendstil huizen. Het geeft je de erkenning dat de natuur nooit ver weg is, wij zijn het die ons heden ten dage weg laten voeren.


De stad neemt je steeds weer mee langs eeuwenoude plaatsen, culturele plekken waar de historie nog voelbaar is, maar waar je bij tijden overprikkeld raakt door de hoeveelheid mensen die er ook lopen en het aanbod van spullen die je niet echt nodig hebt. En toch, daar, tussen het steen, onder je, naast je, boven je aanwezig, zie je de natuur in flarden terug, kleine snippertjes natuur, eenzame stukjes opgeschoten groen op een bouwplaats, opschietend onkruid tussen de stenen, tegeltuintjes in smalle straatjes, klimrozen langs een balkon, grasveldjes met bloemenranden, oude bomen bij kerken, een parkje te midden van de gebouwen, een vrij toegankelijke buurttuin met bankjes te midden van bloemen of een wilde bloemenweide midden in een hof. Met een beetje geluk kun je er van plukken, er aan ruiken, blad of vrucht verzamelen, maar er vooral van genieten doordat het er is.
Wilde, woeste, stille natuur is ver te zoeken in de stad, maar ondertussen is er wel groen tussen de stenen te vinden, soms zelfs letterlijk groeiend op de oude muren, waarvan je je afvraagt waar de wortel zich vestigt en hoe het plantje zijn voedsel krijgt, hoe deze plek in eerste instantie alleen al herkend werd als potentiële groeiplaats door het zaad dat daar achterbleef. Het is ontroerend om te zien hoe plantjes kans zien om hun leven te starten, te leven en te overleven op zulke schrale plekken, met hun wortels geklemd tussen steen en cement, elk druppeltje regenwater opzuigend dat er valt, zich hechtend aan de ondoordringbare steen en toch groeiend en bloeiend. Het getuigt van een groot aanpassingsvermogen om te kunnen leven te midden van steen en mensendrukte, waar hoegenaamd geen plek is voor natuur, om daar toch je nest te bouwen en je jongen groot te brengen, zoals de meerkoet te midden van de rondvaartboten, de duif die nestelt op de klokkentoren en zoals het zaad van klaproos, vlinderstruik, grassen en esdoorn meewaait met de wind en wortel schiet te midden van muren en vele voeten. In de rafelrandjes pakt het de kans om te groeien, gebruik makend van de omstandigheid zoals die zich aanbiedt. 

Op een oud dakje van leisteentjes kun je varentjes zien groeien, naast een granieten trap heeft zich een vlinderstruik genesteld, zijn ranke takken uitspreidend over de treden, op een muur heeft zich een algemeen onkruid gevestigd. Hoe meer je kijkt hoe meer je ziet. Al wandelend geeft het je een constante stroom van groene geluksmomentjes. Deze stadse groenmomentjes maken de stad leefbaar, minder versteend, meer levend en ademend en geven daarmee ook de gelegenheid om zelf dieper te ademen. Het is mooi om dit met kinderen te benoemen, aan te wijzen, mee naar toe te nemen, aandacht te geven op het moment zelf dat je voeten ernaast staan. 

Naast al die toevallige natuur zijn speciaal aangelegde plekken nodig om de verbinding te kunnen maken en te blijven voelen met natuur. Als deze er zijn worden ze ook massaal bezocht door gezinnen en ieder die zich even terug wil trekken uit de drukte om de rust te voelen die natuur nu eenmaal geeft. Parken en kleine groene speelplekken waar volop bloemen bloeien, open plekjes die benut worden om er groen aan te planten in plaats van vol te bouwen of te bestraten, smalle groenstroken te midden van huizen als verbindingszone, het worden ontmoetingsplekken waar op de bankjes genoten wordt van het aanwezige groen, kinderen kunnen spelen op een rustige en veilige plek en de mogelijkheid geboden wordt om je voor even te verbinden met natuur. 

Het kan niet ontkend worden na zovele onderzoeken en ervaringen dat natuur en leven te midden van groen de mentale gezondheid van mensen en kinderen bevordert, dat de fysieke gezondheid gestimuleerd wordt als er meer aantrekkelijke groene plekken zijn omdat mensen en kinderen dan bijna vanzelfsprekend meer gaan bewegen. Mentaal merk je dat zelf aan den lijve door je in de stad op te trekken aan het groen dat je ontmoet, het bewust op te zoeken door plekken als een hof of buurttuin te bezoeken, pauzemomenten op een bankje onder een boom of in een parkje te verkiezen boven een terras, even stil te staan bij het water waar de jonge meerkoeten al piepend achter hun ouders aan zwemmen, die onder water hun voedsel opduiken en het in hun snaveltjes stoppen. 

Groen is nodig om je op te laden, momenten van stilte te ervaren, verbinding, bezieling tussen het steen. Het zal nooit de intense ervaring geven van natuur in het groot, de bij tijden overweldigende ervaring die natuur kan geven als je erdoor omringd bent, maar natuur in de vorm van kleine groen-momentjes zijn ook zo waardevol te midden van steen en drukte en geven je misschien op dat moment precies wat je nodig hebt. Voor kinderen in de stad de dagelijkse manier om in contact te komen met natuurlijkheden als bomen, planten, dieren, het geeft ruimte voor spel en ontdekken, het geeft kansen om je te verbinden zodat kinderen opgroeien in verbondenheid met natuur.

Door bewust letterlijk en figuurlijk stil te staan bij natuur, je zintuigen wijd open te zetten op zoek naar geurbelevingen, esthetische momentjes van kleur en vorm, oplettend te zijn waar natuur je vergezelt, kun je je ook in de stad verwonderen over de grootse schoonheid van de natuur. Door deze groene plekjes zal de stad je niet meer zo gauw overprikkelen, maar krijg je steeds verwondermomentjes bij het zien van een plantje op een bijzondere plek, een geluksgevoel bij een prachtige bloem, een stiltemoment bij het observeren van een vogel en blijf je constant in verbinding met de natuur. Wij allemaal zijn immers natuur, voor eeuwig verbonden. 

Door: Ity Busstra


RIVM – woensdag 8 juni 2022

Verslag mini-symposium Waterkwaliteitscheck

Bij het mini-symposium over de Waterkwaliteitscheck zijn ongeveer 50 deelnemers aanwezig. Dagvoorzitter Lucie Vermeulen (RIVM) vraag de deelnemers van welke organisatie zij afkomstig zijn. Er zijn deelnemers van onder andere GGD’en, gemeenten, omgevingsdiensten, advies- en ontwerpbureaus en waterschappen, Rijkswaterstaat en burgerinitiatieven en RIVM-collega’s.

De weg naar de Waterkwaliteitscheck
In de eerste presentatie geeft Ciska Schets (RIVM) aan hoe de ontwikkeling van de Waterkwaliteitscheck gelopen is en wat er aan ten grondslag ligt. Veranderend stedelijk waterbeheer als gevolg van verduurzaming en klimaatverandering zijn de belangrijkste drijfveren voor meer water in de stad. Naast positieve effecten voor het welbevinden en deleefomgeving, kan water in de stad ook risico’s met zich meebrengen als het microbiologisch verontreinigd is. Een in 2017 uitgevoerde inventarisatie van stedelijk waterconcepten liet zien dat er bij veel van deze concepten kans op blootstelling is en dat daarmee het oplopen van gezondheidsklachten aannemelijk is. Het is daarom van belang dat iedereen die met stedelijk water bezig is zich bewust is van deze risico’s. Daarom is de Waterkwaliteitscheckontwikkeld. Het is een instrument dat bestaat uit drie modules: 1) een vragenlijst, die het waterconcept in kaart brengt en adviezen geeft over verminderen van microbiologische risico’s, 2) een rekenmodule, die het mogelijk maakt om voor vier verschillende ziekteverwekkers het infectierisico te berekenen, en 3) een achtergrondmodule waarin aanvullende informatie over veel van de onderwerpen die in de vragenlijst aan bod komen gevonden kan worden.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.


Waterkwaliteit in de praktijk
Heleen de Man (Sanitas Water) laat vervolgens een aantal praktijksituaties zien waarin het gebruik van de Waterkwaliteitscheck veel ongemak had kunnen voorkomen. Regelmatig blijkt dat eenvoudige oplossingen de sleutel tot succes kunnen zijn en de waterkwaliteit enorm kunnen verbeteren. Hoewel er voorbeelden getoond worden van situaties waarin het heel slecht gesteld was met de waterkwaliteit, is het in de praktijk niet altijd even somber: ongeveer 10% van de stedelijk waterconcepten heeft een uitstekende waterkwaliteit, ongeveer 10% een zeer slechte waterkwaliteit, en bij 80% van de waterconcepten is de waterkwaliteit redelijk tot voldoende, maar valt er zeker nog wat te verbeteren. In deze situaties kan de Waterkwaliteitscheck hulp bieden.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.

Omgevingswet
Na de pauze wordt er vanuit de zaal gevraagd in hoeverre de Waterkwaliteitscheck aansluit op de nieuwe Omgevingswet. Het antwoord daarop is dat er geen directe koppeling is tussen de Waterkwaliteitscheck en de Omgevingswet. De Waterkwaliteitscheck is een zelfstandig instrument dat gebruikt kan worden om inzicht te krijgen van de microbiologische risico’s van het eigen waterconcept. Het is vooral bedoeld om bewustwording te creëren.

Toelichting Waterkwaliteitscheck
Aniek Messink (RIVM) laat in volgende presentatie in meer detail zien hoe de Waterkwaliteitscheck is opgebouwd. De vragenlijst bestaat uit 32 vragen, verdeeld over zes thema’s: algemene gegevens, algemene voorzieningen, ontwerp, beheer en onderhoud, verontreinigingsbronnen, gebruik van het waterconcept, en groen in de omgeving. Bij het invullen van de vragenlijst is het handig om voor sommige vragen navraag te doen bij de beheerder van het concept of andere betrokken partijen. De rapportage die uit de vragenlijst volgt, kan gebruikt worden om zelf actie te ondernemen, maar ook om het gesprek met andere partijen aan te gaan. De rekenmodule kan als aanvulling op de vragenlijst worden ingevuld, maar hij kan ook apart worden gebruikt. De rekenmodule berekent voor een waterconcept het infectierisico voor vier verschillende ziekteverwekkers. De gebruiker kan variëren met de parameterwaarden voor vulwater, waterbehandeling, gebruik van het concept en duur en mate van watercontact. Ook kan gebruik gemaakt worden van de vooraf ingevulde standaardwaarden of kunnen eigen waarden ingevuld worden.

Demonstratie Waterkwaliteitscheck
Samen met Lucy Bathgate (Spoorpark Tilburg) demonstreren Aniek Messink en Jack Schijven (RIVM) de Waterkwaliteitscheck aan de hand van de casus Spoorpark Tilburg. Het watersysteem in Spoorpark Tilburg bestaat uit een waterplein met 25 spuitertjes waar water uit de vijver door wordt rondgepompt, een stromende beek van 230 meter lang, en een vijver die dient als regenwaterberging. Voor de waterzuivering wordt gebruik gemaakt van UV en een zandfilter (waterplein) en een helofytenfilter (beek). Het blijkt dat de vragenlijst makkelijk is in te vullen is als je alle informatie vooraf bij elkaar hebt gezocht. Wel is het soms lastig kiezen wat je moet invullen als je een gecombineerd waterconcept hebt. Het is dan het beste om de Waterkwaliteitscheck per onderdeel in te vullen. Het invullen van de rekenmodule roept nog wat meer vragen op. Alle informatie over hoe de rekenmodule in te vullen en te gebruiken is op de verschillende tabbladen aanwezig. Het is echter ook een kwestie van een beetje durven te variëren. Met een druk op de knop kunnen alle waarden altijd weer teruggezet worden naar de default waarden. Ook hier geldt dat het handig is om een gecombineerd concept op te knippen in delen en daarvoor de rekenmodule in te vullen. Na het invullen van de rekenmodule kan een rapportage worden gegenereerd.
Zie de presentatie als downloadbaar document onder aan deze pagina.

Promotie Waterkwaliteitscheck
Op de vraag uit de zaal of er een campagne komt om de Waterkwaliteitscheck te promoten is het antwoord dat alle genodigden voor en deelnemers aan het symposium het verslag en de presentaties van het symposium toegestuurd krijgen. Ook krijgt iedereen bericht als de website www.waterkwaliteitscheck.nl live is en brengen we dan een nieuwsbericht uit op de RIVM-website. Er verschijnt tevens een artikel in RIVM-magazine over de Waterkwaliteitscheck en vakmedia en -platforms zullen een persbericht ontvangen. Uiteraard zijn alle deelnemers vanaf dit moment ambassadeurs voor de Waterkwaliteitscheck!

Dit is het officiële verslag opgesteld en beschikbaar gesteld door het RIVM.

Het Startpunt, Den Haag

Op vrijdag 20 mei gingen we op stap met een bont gezelschap van 24 mensen op ontdekkingsreis naar drie verschillende groen/blauwe schoolterreinen op leeftijd. Allemaal voorbeelden van duurzaam succesvolle projecten die nog steeds in volle groei en bloei zijn. De vraagstelling van de dag was de zoektocht naar succesfactoren, ontwikkelingen, trucs en bijzonderheden van deze pleinen, hun ontwerpers, bouwers, gebruikers en beheerders.

Het eerste groene leerlandschap wat bezocht werd, was die van International IB School het Startpunt in de Haagse Schilderswijk. De groep werd op het Startpunt welkom geheten door Marleen de Kleijn, directrice. Zij gaf uitleg over het concept IB Worldschool en de ontwikkeling van de school in de laatste jaren. Natuurlijk kwam ook de ontwikkeling van het schoolplein aan bod. Initiatief voor de ontwikkeling van het schoolplein kwam vanuit twee docenten van de school. Het schoolplein is in 2012 ontworpen door Jan van Schaik (Zandraket) en samen met Wouter van Santen (Biotoop Tuinen) aangelegd. Het budget voor het leerlandschap was €80.000,- . Noemenswaardige elementen die te vinden zijn in de binnentuin zijn een heus leemhutje, een boomhut en een pizzaoven waar, getuige de afgebrande deur, goed gebruik van wordt gemaakt.

De effecten die de tuin heeft op de kinderen zijn groot, zo is de motoriek van de kinderen aanzienlijk verbeterd en is het aantal ruzies verminderd, zo vertelde de directrice.

Het onderhoud van de tuin wordt gedaan door Wouter van Santen. Wouter zet het onderhoud zo in dat er zo min mogelijk sporen van de ingrepen zichtbaar zijn, maar alles natuurlijk oogt. Hij werkt niet met contracten en komt langs wanneer de school dit nodig acht. Dit betekent dat hij op het Startpunt vier á zes keer per jaar komt. Daarnaast werkt het schoolteam de laatste vrijdag van de zomervakantie samen om het plein helemaal op orde te maken voor het komende schooljaar dit gebeurd onder toeziend oog van Wouter. Meester Sebastiaan is de kartrekker die er voor zorgt dat leerlingen goed om gaan met de tuin en haar bewoners. ‘Kinderosie’ is een steeds terugkerend probleem met zo’n 160 kinderen die dagelijks gebruik maken van het plein. De vijver werd even het zorgenkindje toen iemand er twee goudvissen in had losgelaten, die de leem-bodem omwoelden en de vijver dreigde niet meer waterdicht te zijn. Inmiddels zijn de vissen gevangen en kunnen de kinderen er weer volop vn genieten.

De Paradijsvogel, Ypenburg

De tweede school waar de Springzaders zich naartoe begaven was Basisschool de Paradijsvogel. Deze basisschool bevindt zich in Den Haag Ypenburg. De drijvende kracht achter dit schoolplein is de conciërge, Wim Diesveld. Hij heette de groep welkom op een schoolplein waar nog druk gespeeld werd door de kinderen. Een onderwerp dat meteen tot veel gespreksstof leidde was de rotte boomstam die dienst doet als geliefde schuilplaats en een discussie over risico en speelwaarde opriep. Een ander bijzonder voorwerp was een klapbare putdeksel die in een muurtje gemetseld was. Het risico van beknelling is aanwezig, maar door de slimme manier waarop hij aangebracht was blijft het risico aanvaardbaar en kan de toegevoegde speelwaarde behouden worden. Na het bezichtigen van het plein werd er binnen tijdens de lunch verdiepende uitleg gegeven over het plein door de makers, beheerders en de conciërge. Deze proactief betrokken medewerker die ons, middels mooie anekdotes uit het schoolleven van alledag, dat wat we zagen nog meer verduidelijkte, is zeker een van de grootste succesfactoren van dit levendige groene schoolterrein.

Het plein is ontworpen door Jan en Wouter en ook door beide heren aangelegd in 2012/2013 met een budget van ca €50.000,-. In het begin was er veel weerstand tegen het groene schoolplein. Zo werd er door enkele ouders geëist dat kinderen met schone kleren naar school kunnen gaan en ook terug komen met schone kleren. Enkele kinderen moesten in het begin daarom tijdens het speelkwartier aan de rand van het plein op een bankje zitten. Mede dankzij een bijeenkomst met kritische ouders, ingeleid door een externe expert met een goed verhaal over de waarde van natuurlijk spelen, maar ook door de vele positieve ervaringen en belevenissen is de cultuur inmiddels veranderd en kiezen ouders vaak bewust voor de school. Een nog openstaande wens van de school is het plaatsen van een waterpomp. Daarvoor wordt financiering gezocht.

Volgens de gymleerkracht hebben de kinderen een verbeterde motoriek sinds het groene schoolplein is gerealiseerd. Ook het spelgedrag van de kinderen is anders. Zo werken de kinderen nu meer samen en is het spelgeluid veranderd. In de groene gedeeltes van het schoolplein zijn ze stiller. Ook het schoolpersoneel heeft om moeten leren gaan met de effecten van het groene schoolplein. Betreffende het schoon houden van de binnenruimtes zijn er de volgende oplossingen, er zijn roosters bij de deuren, de kinderen moeten sloffen aan voor ze de klasruimtes betreden en het personeel moet iets meer vegen maar, dat hebben ze er wel voor over. Het onderhoud wordt uitgevoerd door Wouter van Santen middels enkele bezoeken per jaar. Ook in dit geval is dit niet contractueel vastgelegd.

Verder wordt er betreffende het onderhoud besproken hoe een groen leerlandschap niet terug verandert in een tegelplein. Middelen om dit te voorkomen zijn: groen in de visie van de school opnemen, waarde voor de gezondheid en ontwikkeling van de kinderen eraan hangen, verwondering als hoofdthema nemen en docerend personeel met een hart van goud en groene handjes aantrekken. Daarnaast is het belangrijk om een begroting en de nodige werkuren te verwerken in een beleidsplan. 

Een van de personen die mee was met de excursie was Anne Mossink. Anne was er vanuit het onderwijssubsidiebureau (OSB). Het OSB is drie jaar geleden gestart omdat ze merkten dat scholen moeite hebben met het verwezenlijken van hun dromen, niet alleen de groene. Het bureau ondersteunt scholen bij het behalen van beleidsdoelen en bij het vinden van beschikbare budgetten. Het werkgebied bevindt zich momenteel met name rond Amersfoort. Verder werkt het winstmodel als volgt, scholen betalen een startfee daarna werken ze met een no-cure-no-pay principe. De organisatie krijgt namelijk een percentage van de binnengehaalde bedragen. Naast het helpen in de zoektocht naar subsidies bemiddeld het onderwijssubsidiebureau ook tussen scholen en ontwerpers/uitvoerders.

De Vuurvogel, Zoetermeer

De laatste school die bezocht werd was Vrije School de Vuurvogel in Zoetermeer. Onder het genot van een goede lentebui werd er aandachtig geluisterd naar Joeri Franken terwijl hij vertelde over het groene schoolplein van de Vuurvogel.

Het schoolplein is in 2013 met een budget van €35.000,- aangelegd naar aanleiding van een brand die het gehele schoolgebouw in de as had gelegd. Het ontwerp voor het schoolplein is gerealiseerd door Sigrun Lobst, Aardrijk, Wouter van Santen en Jan van Schaik. Jan en Wouter hebben het plan aangelegd, de gemeente Zoetermeer heeft het straatwerk voor haar rekening genomen. Het initiatief werd gedragen door een zeer actieve moeder. Er was weinig feedback van de school, wel van de ouders. Een aantal dagen hebben ouders geholpen met de realisatie en één dag is er samen met de kinderen aan het schoolplein gewerkt. Onderhoud wordt gedaan door Wouter van Santen en die werkt wederom via zijn principe van alleen ingrijpen als het echt nodig is, bv als bepaalde onderdelen niet meer toegankelijk zijn, er ruimte gemaakt moet worden voor verdrongen soorten of als er gevaarlijke sitiuaties ontstaan.

Het plein ligt verdiept. Het hoogteverschil wordt opgevangen met stapelmuren bij de onderbouw en stammen bij de bovenbouw. Langs de randen is een haag geplant met een grote diversiteit aan inheemse soorten. De onderbouw heeft drie lokalen met deuren naar de buitenruimte, elk lokaal heeft een eigen pleintje van elkaar gescheiden door kleine moestuintjes.

Bijzonder was de plaatsing van twee dertig jaar oude wilgen uit het park die plat zijn neergelegd als klimaanleiding. Ze hebben beiden wortel geschoten en zijn nu min of meer verteerd en  uitgeroeid tot een wilgenbos. Aanvankelijk was de buitenruimte openbaar sinds een jaar wordt het omgeven met een hoog hek.

Na de uitleg liepen de bezoekers nog rond op het schoolplein en werden langzaam verzopen door de regen. Vervolgens is er in de lokale pizzeria nog samen genoten van een pizza en zo werd de interessante en gezellige dag afgesloten.  

 

Door Jurek Minderman ism Wouter v Santen en Jan v Schaik

Foto’s: Sigrun Lobst


Het vrij spelen van kinderen staat onder druk.

Het is niet meer vanzelfsprekend dat kinderen zelfstandig hun buurt ontdekken en alleen of met vriendjes in de (stads)natuur rondstruinen. Dergelijke ervaringen zijn echter van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van kinderen.

Het vrij spelen staat centraal in het boek Het laatste kind op straat. Twaalf deskundigen, onder wie onderzoekers, pedagogen, professionals uit de kinderopvang en ontwerpers van speel- en buitenruimtes, delen in deze bundel hun visie en praktijkervaringen. Ze houden een pleidooi voor meer autonomie van kinderen en het verbeteren van hun speelomgeving. Hoe geven we kinderen weer de ruimte en het vertrouwen om al spelend zichzelf en de wereld om hen heen te ontdekken? Dat is de vraag die we gezamenlijk zullen moeten beantwoorden, zowel ouders en opvoeders, als beleidsmakers, ontwerpers van onze leefomgeving en ieder ander die kan bijdragen aan een waardevolle kindertijd. Dit boek kan daar hopelijk een bijdrage aan leveren, want als we niet ingrijpen, zullen we binnen twintig jaar waarschijnlijk helemaal geen kinderen meer zien spelen op straat.

Martin Hup (Het Woeste Westen) en Martin van Rooijen hebben als oogst van het Congres Het laatste kind op straat, 09 juni 2022 een aantal teksten verzameld en in een prachtig vormgegeven boek gepubliceerd.

Vind HIER meer informatie over het boek, de inhoud, de auteurs en de plek om je eigen exemplaar te bestellen.

Lees HIERONDER als voorbeeld het artikel van Springzaadpartner Sigrun Lobst | Aardrijk landschap & spel.

Het was een leuke gevarieerde groep die naar de cursusdag ‘Kennismaken met groen- / blauwe schoolpleinen’ in Rotterdam kwam op 9 juni. Van België tot Friesland waren de 16 deelnemers afgereisd. Deze dag was georganiseerd en gefinancierd door Springzaad en IVN Zuid-Holland/ Zeeland om kennis en ervaring uit te wisselen en te verdiepen.

De dag begon op het plein van OBS het Landje, grenzend aan en groot openbaar stads-& sportplein in het centrum van Rotterdam. Het groen/blauwe plein is ontworpen door Annemiek Bongers en aangelegd door Jan de Vries. Een enorme berg ervaringen werd tijdens de rondleiding door het rijk gestructureerde speellandschapje gedeeld door Jan, die vertelde wat de succesfactoren van dit project waren en wat de leerpunten. Heel snel kwam een levendige kennisuitwisseling onder de deelnemers op gang.

Impressie van het schoolplein van KC de Vlinder in Rotterdam Delshaven, een project van Sarah Los en Roel Crul, Wouter vn Santen en Jan van Schaik.

Vervolgens fietste de groep naar 2 pleinen ontworpen door Springzaadpartners Roel Crul en Sarah Los. Bij KC de Vlinder vertelde directeur Loes met passie over de tuin, de geweldige betrokkenheid van kinderen en buurt. Dit plein, met liefde aangelegd door de Zandraket en Biotoop is klein, openbaar en middenin de versteende wijk Delfshaven. Maar problemen met vandalisme zijn er niet, de betrokkenheid is alleen maar toegenomen. Het is een prachtig voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen maar liefst vier bedrijven aangesloten bij Springzaad en een brede groep van gebruikers.

Bij OBS Dakpark; een binnentuin gedeeld door een school, moskee en multicultureel centrum vertelde Sarah Los over het ontstaan van deze tuin. Het afgekoppelde regenwater loopt door hoge goten over het plein, klettert naar beneden en komt uit in een enorme wadi. De bloemenwei (ingezaaid door de leerlingen) en een overdekte ontmoetingsplek maken dit afwisselende speel/leerlandschapje tot een bijzonder plekje in Rotterdam.  

Onderweg naar Daltonschool De Margriet werd nog even een splinternieuwe enorme robinia-speeldraak in een zee van bamboe bewonderd die door Jan van Schaik van Zandraket ism Annemiek Bongers onlangs is aangelegd op een openbaar plein, dat oa door een aangrenzende school gebruikt wordt.

De grote draak op het Rotterdamse Taandersplein in Spangen, een project van Annemiek Bongers en Jan van Schaik

De deelnemers van de cursusdag kwamen van allerlei verschillende achtergronden en streken en juist daardoor was het heel inspirerend om observaties en ervaringen uit te wisselen en te leren van elkaar. Het gezamenlijke op pad zijn langs inspirerende voorbeelden van geslaagde projecten, het luisteren naar de verhalen van makers en gebruikers en de kritische uiteenzetting onderling rond verschillende aspecten van het werk maken deze cursus/ excursiedagen keer voor keer tot een succes. Een stevige boerenlunch met streekproducten en de inspirerende leiding van de dag door twee ervaren Springzaadpartners, Jan en Sarah deden de rest. Op naar een volgende keer!

Sarah Los, Jan de Vries en Sigrun Lobst

Zie hieronder een reactie en foto’s van deelnemer Johan Lambrix, Provinciaal Natuurcentrum België

Wij hadden onderling en samen met de rest een hele leuke en interessante tijd in Rotterdam. Mooie schoolvoorbeelden, fijne contacten en een heerlijk zonnetje dat er net doorkwam toen we aan het hotel op de fiets sprongen, dat was wel heerlijk relaxed.

Het viel ons op dat er heel veel vanuit het standpunt van de ontwerper gesproken werd (uiteraard want Jan en Sarah zijn dat). Het verbaasde dat toch een groot deel van de aanwezigen hoveniers of zzp’rs waren en maar 1 leerkracht. Wellicht stuurde dat de verhalen ook meer ontwerp en minder naar educatie. Maar we hebben ook contacten gelegd met de 3 collega’s van het IVN en dan gaat het uiteraard wel meer over outdoor learning.

Heel bijzonder vonden we de pertinente plaats van water (en de manier van afkoppelen en aquaducten) op elk schooldomein. En we waren ook onder de indruk van de positieve ervaring van de openstelling voor de buurt van 3 van de 4 schooldomeinen.

Kortom een geslaagde vorming voor ons.

Groetjes, Johan Lambrix

Foto’s hierboven van Johan Lambrix.