Let op: deze dag is bestemd voor de aangesloten partners en de regieconsulenten van Stichting Springzaad.
Heb je interesse in deelname, maar ben je nog geen partner, informeer dan hier naar de mogelijkheden: info@springzaad.nl
Let op: deze dag is bestemd voor de aangesloten partners en de regieconsulenten van Stichting Springzaad.
Heb je interesse in deelname, maar ben je nog geen partner, informeer dan hier naar de mogelijkheden: info@springzaad.nl
Let op: deze training is bestemd voor mensen uit de Provincies Drenthe (voorrang), Friesland en Groningen
2 & 3 februari 2023 Amersfoort
In opdracht van Stichting Springzaad door:
Keurmerkinstituut Nederland
Tekst: Jeanette van der Meulen
Wat een prachtige zomer! Verrijkt en gevoed door nieuwe horizonnen keren wij ons weer tot de wekelijkse structuur van school en werk. We richten ons op de herfst, de vrucht van afgelopen jaar en dus op het nieuwe Springzaadseizoen van 2022-2023.
De nieuwe horizon die ik meenam komt uit Noorwegen. Een krachtig land dat haar eigen koers vaart, structurele keuzes maakt dwars door politieke termijnen en generaties heen. Een land waar de continue factor in elke vezel voelbaar is, waar bestaanszekerheid vorm krijgt in gras op elk dak en een sauna in elk huis waarvan de warmte hergebruikt wordt om de andere vertrekken te verwarmen. Kortom energie als basisvoorziening. Wij waren in Jotunheimen, thuisland van de reuzen! Volgens mijn kleinkinderen “het land van de stenen en… het land zonder hekken”.
Mijn kleinzoon van 14 jaar klom als een geit de bergen op, mijn kleindochter van 11 jaar – regelmatig in haar weerstand – huppelde vrolijk omhoog als zij de knop wist om te zetten. De jongste van anderhalf had al vanaf stap ‘één de kern van de habitat te pakken met structureel in beide handjes een steen. En voor mijzelf? Ik voelde weer hoe de relatie met de natuur hoort te zijn, wat een overweldigende heerlijkheid! De koeien, schapen en geiten lopen vrij rond in het dorp en het geklingel van hun bel in de ijle lucht werkte helend en inspireerde op het diepste niveau.
Terug in Nederland kon het contrast niet groter zijn… de “bittere” vrucht van het afgelopen jaar. Opnieuw overvallen door de realiteit, blijkt energie een luxe te zijn die volledig afhankelijk is van de markt. Blijkbaar hangen wij aan het verkeerde infuus, vertrouwen & basisvoorzieningen zijn verworden tot producten. Onzekerheid en verwarring worden omsluierd met de woorden “vrije keus” en “eigen verantwoording”. De afwezigheid van toekomstbestendige structuren voelt oneerlijk en asociaal. Wat is onze beschaving en wat zijn eigenlijk de waarden die wij voor ons land overeind willen houden? Of drijven wij, bij wijze van spreken, af naar een status van “asielzoeker in eigen land?”
Alles verandert maar hoe veranderen wij mee? Vanuit automatisme grijpen wij naar snelle oplossingen maar vaak blijkt dit een zoveelste blok op een toch al scheve toren te zijn. Dus eerst een paar stappen terug en even helemaal wat anders om ruimte te maken voor ons vrije denken. Luister maar naar de soft power van de inheemse volken. Poortwachters vanuit ancient skills & diepe verbondenheid met de natuur. A.W. Schaef verzamelde deze “traditionele wijsheden voor de westerse mens”.
“Het Okanaga- woord voor “onszelf “ is –sqilw- wat letterlijk vertaald betekent “ de droom in de spiraal”. Wij gaan ervan uit dat onze individuele levens de voorzetting van menselijke dromen zijn. Wij weten dat onze levens de werktuigen zijn van de uitgestrekte menselijke dromende geest, die zich ook in de toekomst voortzet”.
De droom in de spiraal, hebben wij hier wel een woord voor? Ik denk het niet. Wel kunnen wij het omschrijven met een voor ons bekende term: “dat wat was- is- komen gaat”, ofwel dat wat de eeuwigheid altijd in de ogen kan blijven kijken. Toekomstbestendige woorden -majesteitelijk eenvoudig- voor een gemeenschappelijke droom, die politiek en generatie bestendig is.
“Als je voor de Schepper werkt, ga je terug naar de natuur … je werkt in Zijn tijd! Ons idee van tijd is heel anders maar de natuur werkt wel in Zijn tijd”.
Natuur en spiritualiteit vormen van nature één geheel en de natuur weet als geen ander hoe zij voor continuïteit naar de toekomst kan zorgen.
“Als krijger ben je bereid alles op te offeren, behalve je waarheid, je eigen manier van zijn. Je komt tot het uiterste op voor de overtuiging om iets met je leven te doen wat ertoe doet”.
Oude vormen zijn niet langer houdbaar en het lijkt erop dat wij met de consequenties van een op hol geslagen markt zitten. Waarvoor zou jij willen opkomen? Dit klinkt bijna ouderwets maar is mijns inziens hopeloos actueel.
“De liefde voor bezittingen is een ziekte die onder hen heerst!”
De veranderingen – hoe hard ze ook zijn- gaan de problemen van dit moment echt oplossen. Heemvolkeren zijn als een levend archief/ zadenbank voor een samenleving waar omstandigheden veranderen maar “de droom in de spiraal” altijd hetzelfde is gebleven.
Denk eens mee met mij, welke waarden zijn jou heilig, blijven overeind tot je de laatste ademtocht uitblaast?
Wat mij raakt en ontroert in de wijsheden van heemvolkeren is het diepgaande geloof in persoonlijke verhalen. Geen theorie maar de kracht van het eigen verhaal centraal. Algemene waarheden bestaan immers niet of zijn krachteloos. Juist op expeditie en onderzoek zijn, beproefde en doorleefde eigen verhalen, de energie waarop de motor draait. Uitwisselen, delen, nieuwe of ( oude?) waarden opsnorren en doorgeven. Zo zoeken wij ons een weg terug naar respect en beschaving, kunnen weer betrouwbaar worden naar onszelf, elkaar en toekomstige generaties.
Tekst: Ity Busstra
Nu het herfst is geworden is er in menig tuin het plezier van het oogsten en hoe fijn kan het zijn om dat met de kinderen te doen. Niet de appeltaart presenteren op een gebaksschoteltje, maar samen de appels plukken en rapen, manden sjouwen, schillen, opruimen, taarten bakken en dan pas het eindproduct samen delen. Dat geeft een heel ander plezier aan het geheel, er wordt een geheel ander appél gedaan op het kind, niet alleen consumerend, maar zelf onderdeel zijn van het proces. “Wat het kind zelf kan, doet het kind zelf”, een uitspraak van professor Bladergroen als ik het goed heb onthouden. Het geeft zoveel duidelijkheid voor zowel kind als volwassene als je dit als ouder of begeleider van kinderen voor ogen houdt. Waar je geneigd bent het gras voor de voeten weg te maaien, zal het kind zelf gaan leren stappen in het hoge gras. Waar je voor het kind aan loopt zodat het zelf niet hoeft na te denken, kan het zijn eigen weg leren gaan en waar je geneigd bent het kind alles uit handen te nemen, zal het leren zijn eigen appels te schillen.
Als je terugkijkt naar zo’n 80 jaar geleden zie je grote verschillen wat kinderen zelfstandig konden of waaraan meegewerkt moest worden binnen het gezin. 30 Jaar later hielpen kinderen al minder mee in het huishouden, mede natuurlijk door alle ontwikkelingen op het gebied van apparaten die het handwerk overnamen. Vandaag de dag steigeren kinderen zelfs als er wat van hen gevraagd wordt of verwacht wordt dat ze de handen uit de mouwen steken, die houden ze liever in de steekzakken van hun sweater. Toch ligt er een kans om ze in beweging te krijgen, door niets op te pakken wat niet van jou is, ze zelf te laten ontdekken wat ze gedaan moeten krijgen. Door in het begin kleine opdrachtjes te geven waarvan je weet dat het binnen de mogelijkheden van het kind ligt qua leeftijd en vaardigheden dringt er langzaam een ander besef door over de maakbaarheid van hun omgeving. De grote uitdaging ligt in het feit dat je zelf ook aan de bak moet met het beoefenen van geduld door bij tijden jouw handen in je broekzak te steken om het niet over te nemen of je mond te houden als het je niet snel genoeg gaat.
Het leuke is dat heel jonge kinderen graag meehelpen met huishoudelijke klusjes, dat is een kans die je niet ‘moet’ laten liggen. Hoe onhandig ook, het samen doen is van belang, alsmede het oefenen in vaardigheden en bovenal het zelf-standig worden, een op zichzelf staand mensenkind. Van jongs af aan het kind betrekken bij klusjes maakt dat het ook meer leert zien wat er aan werkjes te doen is. In de pubertijd zal je nog meer een stapje terug moeten doen, maar liggen daar op een andere manier mogelijkheden door hen er een uitdaging in te laten vinden en het hen op hun geheel eigen wijze te laten doen. Dan houdt het eigen tuintje voor een paar jaar op, maar wat ze voor hun puberjaren geleerd hebben komt weer terug als ze de balans hervonden hebben. Op die manier laveer je door de grootste stormjaren heen en behoudt het kind toch zijn zelfstandig vermogen doordat het iets zal moeten doen wil het iets voor elkaar krijgen, wat het dan ook is. Waar je je engelengeduld kan oefenen bij een peuter die alles wil ontdekken en met langzame pasjes alles ziet en interessant vindt, kun je bij het opgroeiende kind die oefening uitbreiden door zwijgend aan te zien wat er voor spannend proces langs komt. Niet uit handen nemen, niet invullen, niet bezorgd verzorgen, maar toekijken hoe en wat het kind gaat doen. Waarbij je je verwachtingen uit mag spreken dat die schattige peuter van toen de menselijke sociale roep van samenwerken oppakt en op geheel eigen wijze zijn of haar ‘ding’ gaat doen. Dan wordt bladharken zomaar een bladergevecht, stoofpeertjes schillen een gespreksmomentje en het oogsten van fruit een uitgelezen kans om een nieuw gerecht uit te proberen.