Lange dagen, dus lekker lang genieten van het buiten kunnen zijn bij licht, in de tuin, op een balkon, in het park of op een terrasje. De heerlijke geuren van bloeiende acaciabomen, vlierbloesem, hondsroos en andere bloemen die je opsnuift tijdens een wandeling of een fietstochtje. Bloeiende bermen, fluitende vogels, juni is behalve voor de neus, een lust voor het oog en het oor! 

In deze tijd is er veel energie, alles groeit als ‘kool’ of als een ‘tierelier’, het is maar hoe je het wilt noemen. Wij barsten ook van de ideeën die we tot uitvoering willen brengen en we zien mooie kansen waar we op in willen spelen. Er is veel gaande in het land, zeker ook op het gebied van biodiversiteit, klimaatadaptatie, gezondheid en welzijn. Met het inrichten van hoekjes of hele ‘lappen’ speelnatuur, waarbij aandacht is voor groen en blauw, op particulier of openbaar terrein, dragen we hier een steentje aan bij. 

Wij kunnen en willen daar als Springzaad een rol in spelen. We zijn erin thuis, het is voor een groot aantal van de partners, ons vak, we hebben ideeën, specifieke kennis en ervaring, dus kom maar op! 

We maken onze ‘borst nat’ en ‘stropen de mouwen op’, gaan in gesprek en zoeken verbinding.

Er staat een flink aantal acties op de actielijst na het bestuur overleg eind mei. We delen ons op in koppels om het per onderwerp op te pakken. 

Om te beginnen is er zoveel belangstelling voor de blauwe brochure ‘Inspirerende Speelnatuur’ en voor de ‘Inspiratiemap Groene Schoolpleinen’, dat deze beide weer naar de drukker gaan voor extra druk. Op het moment dat de inspiratiemap gedrukt wordt, zal er opnieuw een aantrekkelijk aanbod voor de snelle beslisser komen. Houd daarvoor je mailbox ‘in de gaten’.

Dan zijn we bezig met de voorbereidingen voor het grote jubileum zandkastelenfeest.

Daarnaast willen we gemeenten ondersteuning bieden en enthousiasmeren voor meer speelnatuur. Dat het zeker niet alleen iets voor ‘zwevers’ op ‘geitenwollen sokken’ is, daar zijn de meeste mensen inmiddels wel van overtuigd. Dat speelnatuur ook in veel opzichten een hele positieve bijdrage levert, blijkt uit ervaring en is inmiddels wel bewezen en aangetoond in onderzoeken.

Tot slot bereiden we trainingen, cursussen en trajecten voor en organiseren bijeenkomsten voor specifieke groepen binnen het netwerk. Zie voor data de agenda.

Ook deze nieuwsbrief, bijeengebracht door verschillende partners en vrienden uit het netwerk is weer rijk gevuld en getuige van de reuring in het bloeiende veld van speelnatuur.

Lees de berichten, kijk de filmpjes en neem eens deel aan een activiteit, je kunt zo alvast ‘ruiken’ aan het Springzaad netwerk en kennis maken met de andere partners.

Je bent van harte welkom!

Maar eerst wensen we iedereen een weelderige, speelse zomer toe!

Bestuur Springzaad

Groene ontmoetingsplek tussen insectenhotels

Langs de Bosbaan in het Amsterdamse Bos is in mei 2021 een muziekweide gemaakt. 

Voorbijgangers kunnen daar met gevonden of meegenomen stokken gestemde percussie-instrumenten bespelen. De basis is een metallofoon. Deze bestaat uit 25 gestemde zware stalen ‘toetsen’, gemonteerd op robinia stammen, met achter elke toets een corresponderende resonantieholte.

Er omheen staan drie bankjes met percussie- elementen en stammen waarin gaten zijn geboord voor insectenhotels.

Het concept is van Hans van Dorp. Het kon worden uitgevoerd dankzij Hans Nijmeijer en Gemma Web, in opdracht van de Gemeente Amsterdam. 

Lees meer>

Het openingsconcert is gepland op 16 september 2021 om 16.00 uur. Momenteel wordt er aan arrangementen voor vier muzikanten gewerkt. Meestal eindigt het concert, bij dit soort instrumenten, in een finale met het publiek.

De metallofoon is gestemd in twee octaven, chromatisch, van c 4 (midden C op piano) t/m c 6. Omdat de stammen zo’n 80 cm uit elkaar staan, wordt het spelen van Paganini een uitdaging. Je moet dan heel hard kunnen rennen, of goed samenwerken.

Op de bankjes zijn pentatonisch gestemde xylofoons (met houten toetsen) en metallofoons geplaatst. De xylofoons gaan door weersinvloeden onvermijdelijk wat vals klinken, de metallofoons kunnen heel lang op toon blijven. Er zal enig onderhoud nodig zijn aan de ophanging en de resonantieholtes. Die eens in de paar jaar nakijken, schoonmaken en eventueel dempingsrubbers vervangen moet voldoende zijn. De verwachte levensduur van de metallofoons is 30 jaar.

De eerste metallofoon van dit type is gebouwd in mei 2011 in het Diemerbos, op initiatief van en in samenwerking met de helaas vorig jaar veel te vroeg gestorven Huub van der Laan. 

Hans Nijmeijer en Gemma Web zagen de bast en het spinthout weg waar de toetsen komen.

Voor locatie, zie hier

Tekst en foto’s: Hans van Dorp

Persbericht van Veiligheid.nl / derisicoach.nl

Risicoach: elke kinderopvang aan de slag met risicovol spelen  
73% van de kinderopvang heeft behoefte aan hulp bij aanbieden risicovol spelen

Amsterdam, 9 juni 2021  –  Het beschermen van kinderen is belangrijk. Ook binnen de kinderopvang. Daarom is daar intensief toezicht, gelden er strakke regels en worden strenge eisen gesteld aan speelplekken. Bij hele jonge kinderen is deze bescherming nodig. Maar naarmate kinderen zich verder ontwikkelen, is het belangrijk om de juiste balans te vinden tussen enerzijds beschermen tegen gevaar en anderzijds de ruimte geven om te leren omgaan met risico’s. Dit noemen we het versterken van kinderen. VeiligheidNL zet zich hiervoor in, onder andere met risicovol spelen. Maar hoe pas je dat toe in de kinderopvang? In de praktijk blijken er veel belemmeringen te zijn waar medewerkers in de kinderopvang tegenaan lopen. Hiervoor is ‘de Risicoach’ ontwikkeld; een toolkit die pedagogisch medewerkers én beleidsmedewerkers in de kinderopvang helpt aan de slag te gaan met risicovol spelen.

Risico’s niet vermijden maar ermee leren omgaan

VeiligheidNL streeft er naar om ernstige letsels bij opgroeiende kinderen te voorkomen. Niet alleen door alle voor kinderen gevaarlijke situaties te vermijden, maar juist ook door kinderen met risicovolle situaties om te leren gaan. Hierdoor worden ze vaardiger en leren ze hun eigen grenzen kennen, wat goed is voor de ontwikkeling van het kind. Uit onderzoek blijkt dat de kans op ernstig letsel of een ongeval kleiner wordt, als er wordt geïnvesteerd in het versterken van kinderen.

Zeina Bassa, consultant bij VeiligheidNL, licht toe: “Je versterkt kinderen door de motorische, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden te stimuleren en te ontwikkelen. Dit kan door kinderen de ruimte te geven om risicovol te spelen; spannende, uitdagende en avontuurlijke activiteiten, waarbij een kans bestaat op een (kleine) verwonding. Zo leren ze hun eigen grenzen kennen en risico’s goed inschatten, wat goed is voor hun ontwikkeling. En dat is belangrijker voor een kind dan de kans op een verwonding.” Medewerkers in de kinderopvang spelen hierin een belangrijke rol.

“Het is goed om je bewust te zijn van de waarde van risicovol spel en welke rol je hebt als professional in de facilitering en begeleiding van de kinderen hierin. … Als je ziet dat een kind een drempel over kan gaan, help daar dan aan mee, zodat het kind ervaart dat het meer kan of durft dan het van tevoren dacht.” 
Martin van Rooijen, pedagoog en onderzoeker naar risicovol spelen

Risicoach: binnen elke kinderopvang aan de slag met risicovol spelen
Steeds meer professionals die met kinderen werken, zijn overtuigd van het belang van risicovol spelen voor de ontwikkeling van kinderen. Veel kinderdagverblijven en BSO’s zijn dan ook al bezig met het thema. En toch heeft 73% van de kinderopvangorganisaties behoefte aan meer informatie over, of ondersteuning bij risicovol spelen. Want in de praktijk blijkt dat pedagogisch medewerkers moeite hebben een goede balans te vinden tussen uitdagen en beschermen. En hoe begeleid je het spel en wanneer grijp je in? Hoe ga je om met over-beschermende ouders, verschillende collega’s en kinderen? Hoe voldoe je aan de eisen van de inspectie?

Bassa: “De Risicoach toolkit is speciaal ontwikkeld om pedagogisch medewerkers én beleidsmedewerkers voldoende kennis, vaardigheden en inspiratie te geven om risicovol spelen succesvol toe te passen in hun kinderopvang. Waarbij het uiteindelijke doel is dat meer kinderen de ruimte krijgen om risicovol te spelen.” De basis van de toolkit is een online leeromgeving, met ondersteunende materialen en verdiepende trainingen als optionele extra’s. De Risicoach is ontwikkeld in samenwerking met BMK, BK, BOinK, PPINK, GGD GHOR Nederland en met consultatie van Martin van Rooijen.

Met de Risicoach kan élke kinderopvang succesvol aan de slag met risicovol spelen! 

Meer informatie over de Risicoach voor de kinderopvang is te vinden op: www.veiligheid.nl/risicoach

Laat kinderen vallen 
Naast risicovol spelen richt VeiligheidNL zich ook op het ontwikkelen van valvaardigheden. Want vallen is  de belangrijkste oorzaak van letsel bij kinderen. Door kinderen vanaf 4 jaar te leren hoe ze een val moeten opvangen, ontwikkelen ze hun motorische vaardigheden en kan (ernstig) letsel worden voorkomen. Voor de BSO zijn er leuke en simpele valoefeningen beschikbaar op de website van VeiligheidNL: Val OK!

—– EINDE PERSBERICHT —-

Over VeiligheidNL

Ongelukken overkomen je, veiligheid niet. Veiligheid is niet vanzelfsprekend. Het is het resultaat van onderzoek, van wetenschap, van interventies, van gedrag.

VeiligheidNL is hét kenniscentrum voor letselpreventie en zet zich in om het leven van miljoenen mensen veilig(er) te maken door veilig gedrag in een veilige omgeving te stimuleren. Bijvoorbeeld door het aanpassen van omgevingsfactoren, het overbrengen van kennis of het stimuleren van veilig gedrag. Onze preventie begint met het analyseren van letsels en de risico’s, oorzaken en gevolgen van die letsels. Op basis van deze inzichten, zoeken wij naar effectieve oplossingen om het aantal ongevallen omlaag te brengen. Want veiligheid is niet per ongeluk.

Om impact te bereiken richten we ons op de meest voorkomende en meest ernstige letsels, waar preventie belangrijk én mogelijk is. Dit doen we vanuit de thema’s Valpreventie, Gehoorschadepreventie, Sportblessurepreventie, Verkeersveiligheid én Kinderveiligheid.

Noot voor de redactie, niet voor publicatie:

Voor vragen of interviewverzoeken, neem contact op met Margot Klinkenberg-de Swart via: 06 – 285 22 322 | m.klinkenbergdeswart@veiligheid.nl

Een echt vuur is magisch voor kinderen en zo passend bij de langste dag en de dagen voor het komende Sint Jansfeest op 24 juni.  We zijn in de warme vuurtijd van de zomer aanbeland. Verras de kinderen en jezelf met broodjes bakken of een appeltje poffen boven een door onszelf aangestoken vuurtje. 

Maak een klein vuur in een vuurkorf of een wat groter vuur in een vuurkuil, tussen de stenen van de vuurplaats in het gras of in een leemoven, waar je ook maar gebruik van kunt maken en afhankelijk hoe groot je ruimte is.

Nodig je vrienden uit en ga met elkaar hout verzamelen en takken snijden voor broodstokken. Koop in de winkel biologisch fruit op pluk met elkaar zomerfruit van de struiken. Laat de kinderen meehelpen en zorg voor allerhande materialen om mee aan de slag te gaan. Hang slingers en kaarspotjes in de bomen voor een feestelijke sfeer.

Lange gesnoeide (hazelaar)takken kunnen door de kinderen met een schilmesje worden ontdaan van hun bast, misschien nog wel versierd met inkepingen en tekens. Vanaf een jaar of acht kunnen kinderen dit prima zelf, met hulp al eerder, afhankelijk van het kind. Leer ze van zich af te snijden. Maak een stompe punt aan de stok om de appel in aluminiumfolie er aan te kunnen prikken. Kinderen kunnen deze op gepaste afstand zelf boven het vuur houden.

Je eigen broodje bakken is misschien nog wel specialer. Kronkel het deeg als een slang van de top van de stok naar beneden. Knijp het goed aan en maak het niet te dik, anders duurt het wel erg lang voordat het gaar is. Het broodje is klaar als het gemakkelijk van de stok af wil.

Zet schalen en manden met zomerfruit neer; aardbeien, rode bessen, frambozen en krenten. Misschien vind je nog net wat vlierbloesem om een lekker smaakje aan het water mee te geven. Laat hiervoor de bloesem een paar uur in een kan water intrekken. Of bak met een bakplaat of oude koekenpan vlierpannenkoekjes boven het vuur, zo heerlijk!

Sluit de avond af door rond het vuur magische sprookjes en verhalen te vertellen, terwijl de zon langzaam ondergaat, de eerste vleermuizen verschijnen en de kaarsjes de kindergezichtjes verlichten… Fijne zomertijd gewenst.

Auteur: Ity Busstra-te Velde

Dit artikel is bedoeld voor iedereen die met kinderen naar buiten gaat om samen van alles te ontdekken in de natuur. 

Nu ik dit schrijf is het droog en zonnig, geen slakkenweer dus. Dat wil zeggen, ze zijn er wel maar hebben zich verstopt. Huisjesslakken zitten diep weggedoken tussen de planten, veilig in hun huisje en naaktslakken op donkere zo vochtig mogelijke plekjes; onder stenen, bloempotten, tuinafval etc. Ze moeten wel, want slakken zijn weekdieren en drogen erg snel uit. Ze komen pas tevoorschijn als het donker is en koeler. Maar tijdens en na wat flinke plensbuien, zie je ze ook overdag rondkruipen op zoek naar lekkere hapjes of een soortgenoot om mee te paren.    

Grote wegslakken. Deze soort kan vrij groot worden, wel 20 centimeter! Ze leggen hun kleine doorzichtige eitjes in de grond. 
Segrijnslakken eten graag jonge planten. Het zijn nachtdieren die alleen na een regenbui ook wel overdag tevoorschijn komen.   

Ontdek het! 

Allerlei soorten

Weekdieren

Slakken zijn weekdieren en de meeste weekdieren, zoals schelpdieren en inktvissen, leven in het water. Slakken zijn de enige die ook op het land voorkomen, hoewel er meer soorten waterslakken zijn dan landslakken.

Je hebt huisjesslakken en naaktslakken en binnen die twee groepen zijn er weer heel veel verschillende soorten. Slakken heten ook wel ‘buikpotigen’. Dat is omdat ze zich voortbewegen met hun ‘buik’, dus met de gespierde onderkant van hun lange lijf. Ze bestaan voor het grootste deel uit water en hebben een week lichaam met een zachte slijmerige huid. Dat slijm beschermt enigszins tegen uitdrogen, maar is vooral belangrijk als glijmiddel. De dieren kunnen al glijdend over hun eigen slijm makkelijk vooruitkomen ook over ruwe oppervlakken zoals straatstenen.  

Tuinslakken heb je in allerlei kleuren, met en zonder donkere strepen. Je ziet hier goed hun vochtige slijmsporen. 

Eten en gegeten worden

De meeste slakken eten dode bladeren, schimmels zoals paddenstoelen of algen. Het zijn echte opruimers. Enkele soorten zoals de segrijnslakken en sommige soorten naaktslakken eten liever malse jonge plantjes. Om die te beschermen kun je de slakken die daar in de buurt zitten, wegvangen. Maar nog beter is dat je ervoor zorgt dat je tuin geschikt is als leefgebied voor de natuurlijke vijanden van slakken: vogels zoals zanglijsters, egels, muizen, kikkers en padden. Er zijn zelfs slakken zoals de tijgerslak die naaktslakken eet.     

Deze vrij kleine naaktslakken zijn dol op malse jonge planten. Dit harige blad van het gevlekte havikskruid vinden ze niet zo lekker.  

Voortplanten

Slakken leggen eieren. Voor ze dat doen, moeten ze eerst paren. Het bijzondere van slakken is dat ze mannetje en vrouwtje tegelijk zijn, dat heet hermafrodiet. Maar ze kunnen zich meestal niet zelf bevruchten, daar hebben ze een soortgenoot voor nodig. Dus als je twee slakken dicht tegen elkaar aan ziet, zijn ze aan het paren. Slakken leggen hun kleine ronde eitjes in plantenafval of in de grond. Na enkele weken komen ze uit. De jonge slakken lijken op hun ouders. Huisjesslakken vormen al een piepklein huisje binnen in het ei. Vanaf het moment dat ze eruit komen tot ze volwassen zijn, maken ze hun huisje steeds een beetje groter. Dat doen ze vanaf de mondrand, dat is de plek waar het dier uit zijn huis komt. Bij volwassen slakken zie je dat de mondrand vaak een beetje dikker is. 

De barnsteenslak leeft op vochtige plekken, je vindt hem vaak langs de waterkant.  

Activiteiten voor kinderen

1. Onderzoek 

Dit doe je het beste na een flinke regenbui of op een regenachtige dag. Zoek verschillende soorten slakken, kijk waar ze zitten en wat ze doen. Welke verschillen zie je tussen de slakken? Laat de kinderen erover vertellen: heeft het dier wel of geen huisje, hoe ziet het eruit; grootte, kleur en wat doet het dier? Zie je ook de slijmerige sporen die slakken achterlaten?   

2. Een slakkenbak maken

Slakken zijn heel geschikt om een korte poos in een bak te houden, dan kun je ze extra goed bekijken. Zorg voor een dun laagje vochtige grond en zet daar wat planten in bijvoorbeeld paardenbloem. Ook wat bladeren biologische sla lusten ze graag. Als de slakken over het glas kruipen, kun je goed hun onderkant bekijken en ook de slijmerige sporen die ze achterlaten. 

3. Tekenen

Je leert echt goed kijken als je slakken natekent. Dat lukt vooral goed als je wat slakken in een bak houdt.   

4.  Filmpjes

Bekijk filmpjes over slakken via Schooltv en/of YouTube.

Websites:

https://www.naturalis.nl/volg-onze-verhalen/wat-je-altijd-al-wilde-weten-over-slakken

https://determineren.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/matrixkey/index.php?mtrx=516

www.schooltv.nl

Filmpjes: o.a. Slakken – Het klokhuis, De slak – De slak heeft zijn huis altijd bij zich, Slakken – Glibberige beesten, De slak – Een langzaam, bijzonder diertje, Slakken – Nieuws uit de natuur, van eitje tot poelslak – Een eitje wordt een slak 

Tekst: Marlies Huijzer

Foto’s: Martin Stevens