Persbericht van Veiligheid.nl / derisicoach.nl

Risicoach: elke kinderopvang aan de slag met risicovol spelen  
73% van de kinderopvang heeft behoefte aan hulp bij aanbieden risicovol spelen

Amsterdam, 9 juni 2021  –  Het beschermen van kinderen is belangrijk. Ook binnen de kinderopvang. Daarom is daar intensief toezicht, gelden er strakke regels en worden strenge eisen gesteld aan speelplekken. Bij hele jonge kinderen is deze bescherming nodig. Maar naarmate kinderen zich verder ontwikkelen, is het belangrijk om de juiste balans te vinden tussen enerzijds beschermen tegen gevaar en anderzijds de ruimte geven om te leren omgaan met risico’s. Dit noemen we het versterken van kinderen. VeiligheidNL zet zich hiervoor in, onder andere met risicovol spelen. Maar hoe pas je dat toe in de kinderopvang? In de praktijk blijken er veel belemmeringen te zijn waar medewerkers in de kinderopvang tegenaan lopen. Hiervoor is ‘de Risicoach’ ontwikkeld; een toolkit die pedagogisch medewerkers én beleidsmedewerkers in de kinderopvang helpt aan de slag te gaan met risicovol spelen.

Risico’s niet vermijden maar ermee leren omgaan

VeiligheidNL streeft er naar om ernstige letsels bij opgroeiende kinderen te voorkomen. Niet alleen door alle voor kinderen gevaarlijke situaties te vermijden, maar juist ook door kinderen met risicovolle situaties om te leren gaan. Hierdoor worden ze vaardiger en leren ze hun eigen grenzen kennen, wat goed is voor de ontwikkeling van het kind. Uit onderzoek blijkt dat de kans op ernstig letsel of een ongeval kleiner wordt, als er wordt geïnvesteerd in het versterken van kinderen.

Zeina Bassa, consultant bij VeiligheidNL, licht toe: “Je versterkt kinderen door de motorische, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden te stimuleren en te ontwikkelen. Dit kan door kinderen de ruimte te geven om risicovol te spelen; spannende, uitdagende en avontuurlijke activiteiten, waarbij een kans bestaat op een (kleine) verwonding. Zo leren ze hun eigen grenzen kennen en risico’s goed inschatten, wat goed is voor hun ontwikkeling. En dat is belangrijker voor een kind dan de kans op een verwonding.” Medewerkers in de kinderopvang spelen hierin een belangrijke rol.

“Het is goed om je bewust te zijn van de waarde van risicovol spel en welke rol je hebt als professional in de facilitering en begeleiding van de kinderen hierin. … Als je ziet dat een kind een drempel over kan gaan, help daar dan aan mee, zodat het kind ervaart dat het meer kan of durft dan het van tevoren dacht.” 
Martin van Rooijen, pedagoog en onderzoeker naar risicovol spelen

Risicoach: binnen elke kinderopvang aan de slag met risicovol spelen
Steeds meer professionals die met kinderen werken, zijn overtuigd van het belang van risicovol spelen voor de ontwikkeling van kinderen. Veel kinderdagverblijven en BSO’s zijn dan ook al bezig met het thema. En toch heeft 73% van de kinderopvangorganisaties behoefte aan meer informatie over, of ondersteuning bij risicovol spelen. Want in de praktijk blijkt dat pedagogisch medewerkers moeite hebben een goede balans te vinden tussen uitdagen en beschermen. En hoe begeleid je het spel en wanneer grijp je in? Hoe ga je om met over-beschermende ouders, verschillende collega’s en kinderen? Hoe voldoe je aan de eisen van de inspectie?

Bassa: “De Risicoach toolkit is speciaal ontwikkeld om pedagogisch medewerkers én beleidsmedewerkers voldoende kennis, vaardigheden en inspiratie te geven om risicovol spelen succesvol toe te passen in hun kinderopvang. Waarbij het uiteindelijke doel is dat meer kinderen de ruimte krijgen om risicovol te spelen.” De basis van de toolkit is een online leeromgeving, met ondersteunende materialen en verdiepende trainingen als optionele extra’s. De Risicoach is ontwikkeld in samenwerking met BMK, BK, BOinK, PPINK, GGD GHOR Nederland en met consultatie van Martin van Rooijen.

Met de Risicoach kan élke kinderopvang succesvol aan de slag met risicovol spelen! 

Meer informatie over de Risicoach voor de kinderopvang is te vinden op: www.veiligheid.nl/risicoach

Laat kinderen vallen 
Naast risicovol spelen richt VeiligheidNL zich ook op het ontwikkelen van valvaardigheden. Want vallen is  de belangrijkste oorzaak van letsel bij kinderen. Door kinderen vanaf 4 jaar te leren hoe ze een val moeten opvangen, ontwikkelen ze hun motorische vaardigheden en kan (ernstig) letsel worden voorkomen. Voor de BSO zijn er leuke en simpele valoefeningen beschikbaar op de website van VeiligheidNL: Val OK!

—– EINDE PERSBERICHT —-

Over VeiligheidNL

Ongelukken overkomen je, veiligheid niet. Veiligheid is niet vanzelfsprekend. Het is het resultaat van onderzoek, van wetenschap, van interventies, van gedrag.

VeiligheidNL is hét kenniscentrum voor letselpreventie en zet zich in om het leven van miljoenen mensen veilig(er) te maken door veilig gedrag in een veilige omgeving te stimuleren. Bijvoorbeeld door het aanpassen van omgevingsfactoren, het overbrengen van kennis of het stimuleren van veilig gedrag. Onze preventie begint met het analyseren van letsels en de risico’s, oorzaken en gevolgen van die letsels. Op basis van deze inzichten, zoeken wij naar effectieve oplossingen om het aantal ongevallen omlaag te brengen. Want veiligheid is niet per ongeluk.

Om impact te bereiken richten we ons op de meest voorkomende en meest ernstige letsels, waar preventie belangrijk én mogelijk is. Dit doen we vanuit de thema’s Valpreventie, Gehoorschadepreventie, Sportblessurepreventie, Verkeersveiligheid én Kinderveiligheid.

Noot voor de redactie, niet voor publicatie:

Voor vragen of interviewverzoeken, neem contact op met Margot Klinkenberg-de Swart via: 06 – 285 22 322 | m.klinkenbergdeswart@veiligheid.nl

Een echt vuur is magisch voor kinderen en zo passend bij de langste dag en de dagen voor het komende Sint Jansfeest op 24 juni.  We zijn in de warme vuurtijd van de zomer aanbeland. Verras de kinderen en jezelf met broodjes bakken of een appeltje poffen boven een door onszelf aangestoken vuurtje. 

Maak een klein vuur in een vuurkorf of een wat groter vuur in een vuurkuil, tussen de stenen van de vuurplaats in het gras of in een leemoven, waar je ook maar gebruik van kunt maken en afhankelijk hoe groot je ruimte is.

Nodig je vrienden uit en ga met elkaar hout verzamelen en takken snijden voor broodstokken. Koop in de winkel biologisch fruit op pluk met elkaar zomerfruit van de struiken. Laat de kinderen meehelpen en zorg voor allerhande materialen om mee aan de slag te gaan. Hang slingers en kaarspotjes in de bomen voor een feestelijke sfeer.

Lange gesnoeide (hazelaar)takken kunnen door de kinderen met een schilmesje worden ontdaan van hun bast, misschien nog wel versierd met inkepingen en tekens. Vanaf een jaar of acht kunnen kinderen dit prima zelf, met hulp al eerder, afhankelijk van het kind. Leer ze van zich af te snijden. Maak een stompe punt aan de stok om de appel in aluminiumfolie er aan te kunnen prikken. Kinderen kunnen deze op gepaste afstand zelf boven het vuur houden.

Je eigen broodje bakken is misschien nog wel specialer. Kronkel het deeg als een slang van de top van de stok naar beneden. Knijp het goed aan en maak het niet te dik, anders duurt het wel erg lang voordat het gaar is. Het broodje is klaar als het gemakkelijk van de stok af wil.

Zet schalen en manden met zomerfruit neer; aardbeien, rode bessen, frambozen en krenten. Misschien vind je nog net wat vlierbloesem om een lekker smaakje aan het water mee te geven. Laat hiervoor de bloesem een paar uur in een kan water intrekken. Of bak met een bakplaat of oude koekenpan vlierpannenkoekjes boven het vuur, zo heerlijk!

Sluit de avond af door rond het vuur magische sprookjes en verhalen te vertellen, terwijl de zon langzaam ondergaat, de eerste vleermuizen verschijnen en de kaarsjes de kindergezichtjes verlichten… Fijne zomertijd gewenst.

Auteur: Ity Busstra-te Velde

Dit artikel is bedoeld voor iedereen die met kinderen naar buiten gaat om samen van alles te ontdekken in de natuur. 

Nu ik dit schrijf is het droog en zonnig, geen slakkenweer dus. Dat wil zeggen, ze zijn er wel maar hebben zich verstopt. Huisjesslakken zitten diep weggedoken tussen de planten, veilig in hun huisje en naaktslakken op donkere zo vochtig mogelijke plekjes; onder stenen, bloempotten, tuinafval etc. Ze moeten wel, want slakken zijn weekdieren en drogen erg snel uit. Ze komen pas tevoorschijn als het donker is en koeler. Maar tijdens en na wat flinke plensbuien, zie je ze ook overdag rondkruipen op zoek naar lekkere hapjes of een soortgenoot om mee te paren.    

Grote wegslakken. Deze soort kan vrij groot worden, wel 20 centimeter! Ze leggen hun kleine doorzichtige eitjes in de grond. 
Segrijnslakken eten graag jonge planten. Het zijn nachtdieren die alleen na een regenbui ook wel overdag tevoorschijn komen.   

Ontdek het! 

Allerlei soorten

Weekdieren

Slakken zijn weekdieren en de meeste weekdieren, zoals schelpdieren en inktvissen, leven in het water. Slakken zijn de enige die ook op het land voorkomen, hoewel er meer soorten waterslakken zijn dan landslakken.

Je hebt huisjesslakken en naaktslakken en binnen die twee groepen zijn er weer heel veel verschillende soorten. Slakken heten ook wel ‘buikpotigen’. Dat is omdat ze zich voortbewegen met hun ‘buik’, dus met de gespierde onderkant van hun lange lijf. Ze bestaan voor het grootste deel uit water en hebben een week lichaam met een zachte slijmerige huid. Dat slijm beschermt enigszins tegen uitdrogen, maar is vooral belangrijk als glijmiddel. De dieren kunnen al glijdend over hun eigen slijm makkelijk vooruitkomen ook over ruwe oppervlakken zoals straatstenen.  

Tuinslakken heb je in allerlei kleuren, met en zonder donkere strepen. Je ziet hier goed hun vochtige slijmsporen. 

Eten en gegeten worden

De meeste slakken eten dode bladeren, schimmels zoals paddenstoelen of algen. Het zijn echte opruimers. Enkele soorten zoals de segrijnslakken en sommige soorten naaktslakken eten liever malse jonge plantjes. Om die te beschermen kun je de slakken die daar in de buurt zitten, wegvangen. Maar nog beter is dat je ervoor zorgt dat je tuin geschikt is als leefgebied voor de natuurlijke vijanden van slakken: vogels zoals zanglijsters, egels, muizen, kikkers en padden. Er zijn zelfs slakken zoals de tijgerslak die naaktslakken eet.     

Deze vrij kleine naaktslakken zijn dol op malse jonge planten. Dit harige blad van het gevlekte havikskruid vinden ze niet zo lekker.  

Voortplanten

Slakken leggen eieren. Voor ze dat doen, moeten ze eerst paren. Het bijzondere van slakken is dat ze mannetje en vrouwtje tegelijk zijn, dat heet hermafrodiet. Maar ze kunnen zich meestal niet zelf bevruchten, daar hebben ze een soortgenoot voor nodig. Dus als je twee slakken dicht tegen elkaar aan ziet, zijn ze aan het paren. Slakken leggen hun kleine ronde eitjes in plantenafval of in de grond. Na enkele weken komen ze uit. De jonge slakken lijken op hun ouders. Huisjesslakken vormen al een piepklein huisje binnen in het ei. Vanaf het moment dat ze eruit komen tot ze volwassen zijn, maken ze hun huisje steeds een beetje groter. Dat doen ze vanaf de mondrand, dat is de plek waar het dier uit zijn huis komt. Bij volwassen slakken zie je dat de mondrand vaak een beetje dikker is. 

De barnsteenslak leeft op vochtige plekken, je vindt hem vaak langs de waterkant.  

Activiteiten voor kinderen

1. Onderzoek 

Dit doe je het beste na een flinke regenbui of op een regenachtige dag. Zoek verschillende soorten slakken, kijk waar ze zitten en wat ze doen. Welke verschillen zie je tussen de slakken? Laat de kinderen erover vertellen: heeft het dier wel of geen huisje, hoe ziet het eruit; grootte, kleur en wat doet het dier? Zie je ook de slijmerige sporen die slakken achterlaten?   

2. Een slakkenbak maken

Slakken zijn heel geschikt om een korte poos in een bak te houden, dan kun je ze extra goed bekijken. Zorg voor een dun laagje vochtige grond en zet daar wat planten in bijvoorbeeld paardenbloem. Ook wat bladeren biologische sla lusten ze graag. Als de slakken over het glas kruipen, kun je goed hun onderkant bekijken en ook de slijmerige sporen die ze achterlaten. 

3. Tekenen

Je leert echt goed kijken als je slakken natekent. Dat lukt vooral goed als je wat slakken in een bak houdt.   

4.  Filmpjes

Bekijk filmpjes over slakken via Schooltv en/of YouTube.

Websites:

https://www.naturalis.nl/volg-onze-verhalen/wat-je-altijd-al-wilde-weten-over-slakken

https://determineren.nederlandsesoorten.nl/linnaeus_ng/app/views/matrixkey/index.php?mtrx=516

www.schooltv.nl

Filmpjes: o.a. Slakken – Het klokhuis, De slak – De slak heeft zijn huis altijd bij zich, Slakken – Glibberige beesten, De slak – Een langzaam, bijzonder diertje, Slakken – Nieuws uit de natuur, van eitje tot poelslak – Een eitje wordt een slak 

Tekst: Marlies Huijzer

Foto’s: Martin Stevens

Na zo’n 30 jaar in ‘het groen’ te werken & zo’n 15 jaar lid van de Wilde Weelde te zijn, kwam ik er onlangs eindelijk, eindelijk, aan toe mezelf een lidmaatschap van Springzaad cadeau te geven.  

De afgelopen decennia werk ik vooral in het gemeenschappelijk groen. Ontwerp, aanleg, beheer voor scholen; kinderdagverblijven; V.v.E’s en buurtgroepen. En wat vond ik het fijn en boeiend dat daar in toenemende mate speelnatuur bij kwam kijken. Likkebaardend zag ik ook hoe vooral collega’s Rob v/d Steen, Paul van Eerd en Laurens Braakman zulke mooie en inspirerende plekken maakten. Ik ben heel blij dat ik hen daar geregeld mee mocht helpen (en wellicht niet geheel passend in dit stukje, maar het fantastisch werk van Sigrun is me nog langer een soms jaloersmakend maar altijd stimulerend voorbeeld geweest)!        

In al die jaren heb ik veel ervaring opgedaan in de vele facetten van ons werk. En werd me langzaamaan duidelijker van waaruit ik werk en wat ik belangrijk vind. 

Basis en leidraad is voor mij het helaas toch ietwat belegen begrip van de samenhang der dingen. En het daaruit voortvloeiend belang van samenwerken. Samenwerken gebaseerd op ieders verschillende verantwoordelijkheid. Mijn verantwoordelijkheid ligt natuurlijk in eerste instantie in het ontwerpen en aanleggen van een veilige, zo divers mogelijke, stimulerende en speelse plek voor kinders. Heldere keuzes in ontwerp; een degelijke en speelse aanleg en niet te vergeten ook een goed te onderhouden plek. Ik zie het als één van m’n belangrijkste taken om de elementen van vraag, ontwerp, aanleg, gebruik en onderhoud in een zo vloeiend mogelijke samenhang georganiseerd te krijgen.

Dit alles om een fijne, speelse plek te creëren waar zo veel mogelijk planten & dieren wonen en zo veel mogelijk kinderen kunnen spelen. Dat spelen zie ik graag in de ruime zin van het woord. Dus naast alle belangrijke vormen van spel ook plekken om boekje te lezen; met z’n allen te leren; om samen of in je uppie te staren; geheime plekjes; zitplekken. Een aantal afgebakende plekken voor plant en dier, maar ook plekken waar het niet zo erg is als planten en dieren iets te lijden hebben van het kinderspel en hun speelse interesse.  

Als ik er zo over nadenk, is spelen eigenlijk de mooiste manier om je te bewegen op de golven van de samenhang der dingen. Spelen is daarmee niet alleen als doel voor de kinders belangrijk, maar ook minstens zo belangrijk in ontwerp, aanleg & beheer. Of zoals Wende in haar lied ‘yoga oefeningen’ bezingt: ‘maar verleg die steen en speel!’ Alwaar ze voor de volwassenen onder ons nog stilletjes aan toevoegt: ‘dat je belangrijk was’. Waarvan akte.    

Auteur: Rob Vleeming, robvleeming@ziggo.nl

Ervaringen uitwisselen tijdens een bezoek aan een gemeentelijk natuurspeelplek

ONAFHANKELIJK ADVIES – KENNIS DELEN – ERVARINGEN UITWISSELEN – ENTHOUSIASTE COLLEGA’S ONTMOETEN

Steeds meer scholen willen een groen/blauwe buitenruimte in plaats van een grijs plein. Gemeenten geven subsidie en willen daarvoor kwaliteit. Maar waar zit ‘m die kwaliteit in? Hoe krijg je dat voor elkaar?

Steeds vaker willen gemeenten meer ruimte maken voor natuurlijk-avontuurlijk spelen in de openbare ruimte. Maar hoe regel je dat binnen de verschillende afdelingen? Hoe neem je bewoners mee in het nieuwe beleid? Hoe ga je om met botsende belangen? Hoe met veiligheid en aansprakelijkheid?

Binnen een gemeente is op het gebied van speelnatuur niet altijd evenveel kennis aanwezig of de aanwezig kennis is versnipperd.
Stichting Springzaad heeft veel specialistische kennis en ervaring op het gebied van zowel groen als blauw van planvorming tot uitvoering en beheer verzameld.

Die kennis en ervaring willen we graag met gemeenten delen en een speels netwerk bouwen tussen de gemeenten onderling.

Springzaad is 20 jaar geleden ontstaan vanuit ontwerpers, hoveniers en pedagogen. Er was nog weinig over speelnatuur bekend, door de kennis en ervaringen uit te wisselen, ontstond er een gezamenlijk doel en visie over wat natuurlijk spelen inhield en werd er een Stichting opgericht. De huidige Stichting is een landelijk netwerk van professionals die met elkaar kennis delen over natuurlijk ingerichte buitenruimten en gemeentelijke speelweefsels o.a. bij scholen, kinderopvang of in de openbare ruimte. De rijke ervaring van haar partners wordt gebundeld en toegankelijk gemaakt via diverse activiteiten.

Inmiddels zijn ook natuurbeheerders, leerkrachten, opleiders, onderzoekers, beleidmakers en ambtenaren partner van de Stichting. Met dit netwerk heb je als partner een vraagbaak en voel je je gesteund in je ideeën over inrichting en beheer van natuurrijke buitenspeelruimte.

Meer Ruimte voor Natuur en Kinderen

Deze visie delen we als partners nog steeds en dragen we uit. Voor groene en groen/blauwe schoolpleinen is eveneens een visie ontwikkeld vanuit Springzaad.
Waaraan herken je een kwalitatief groen / blauw schoolplein of natuurlijk-avontuurlijk speelplaats:

  • een rijk speellandschap;
  • minimaal 50% van het bespeelbaar oppervlak heeft een natuurlijk karakter;
  • bij het ontwerpen, de aanleg en het onderhoud zijn kinderen, leerkrachten, ouders omwonendenen andere partijen actief betrokken;
  • overwegend (her)gebruik van waar mogelijk natuurlijke materialen en inheemse beplanting;
  • de inrichting draagt bij aan grotere biodiversiteit, het vasthouden / gebruik van regenwater en het tegengaan van hittestress;
  • voor kinderen uitdagende en dynamische natuur;
  • kinderen leren grenzen kennen en omgaan met aanvaardbare risico’s;
  • een speelomgeving welke behalve actief spel ook rust, natuurbeleving en creatieve vormen van spel stimuleert;
  • het gebruik van buitenruimte is geïntegreerd in het lesprogramma.

Springzaad biedt u ondersteuning

Een gemeenteambtenaar die gedreven is en wil gaan voor groene schoolpleinen, loopt daarbij vaak tegen onwetendheid aan. Krijgt veel vragen en merkt vaak dat er binnen de gemeente weinig ervaring met speelnatuur is. Springzaad kan een ambtenaar hierbij ondersteuning bieden.

Hoe?

In de vorm van kennisdeling, wij organiseren bijeenkomsten en activiteiten, geven trainingen en cursussen. Stichting Springzaad brengt publicaties uit als: boeken, brochures gebundeld beeldmateriaal met voorbeelden van speelnatuur. Onze nieuwste uitgave is een inspiratiemap voor groene schoolpleinen. De map bestaat uit 13 bladen, elk met een eigen thema, vol met inspirerende voorbeelden. Goed te gebruiken bij de ontwikkeling en ontwerp van een groen schoolplein.

Voordelen van partnerschap

Als partner ontvangt u onze nieuwsbrief en kunt u een plek krijgen op onze website, waar u speciale interesses en kennis, projecten en vragen met anderen kunt delen. U kunt deelnemen aan bijeenkomsten, cursussen en trainingen waar u kennis op doet en waar ervaringen worden uitgewisseld. Kennis op het gebied van o.a. beplanting, pedagogiek, aanleidingen, risico’s, veiligheid, beheer, speelwater en van visie, ontwerp, inrichting en regelgeving. Met uw vraag bepaalt u daarnaast waar wij onze activiteiten op richten.

Springzaad opereert zonder winstoogmerk, onafhankelijk van commerciële of politieke partijen, ter bevordering van kwaliteitsverbetering van de speelomgeving voor kinderen.

Wilt u meer weten, kom naar de gemeentedag op vrijdag 8 oktober 2021 of stuur een mail naar info@springzaad.nl

U bent van harte welkom als partner!