Als hij zich bedreigd voelt, laat hij een stinkende, vochtige scheet. Daarna gaat hij op zijn rug liggen, met zijn tong uit zijn bek. Als zijn aanvaller dan nog twijfelt of hij echt wel dood is, laat hij een druppeltje bloed uit zijn bek sijpelen… Weet jij welk dier dit is?
In ‘Het andere dierenboek’ staat verwondering centraal. Lees over onverwachte kenmerken van en laat je verrassen door welk dier daarbij hoort. Heel gewone dieren blijken te beschikken over bijzondere eigenschappen. Na het lezen van dit boek bekijk je ze met andere ogen. Geïllustreerd met prachtige foto’s.
Victoria Farkas is kinderboekenschrijfster, educator in Apenheul, natuurnerd en dierenliefhebber. Ze laat zich graag verwonderen door de natuur. Nadat ze eerst drie jaar als onderwijzeres voor de klas stond, begon ze met het schrijven van kinderboeken. Inmiddels heeft ze al meer dan vijftien kinder- en jeugdboeken geschreven. Kijk ook op www.victoriafarcas.nl
Titel
Het andere dierenboek – onze dieren en hun superkrachten
https://www.springzaad.nl/wp-content/uploads/2020/12/image-1.jpeg257250secretariaathttps://www.springzaad.nl/wp-content/uploads/2019/11/1b-wit-zonder-tekst-216x300.pngsecretariaat2020-12-17 13:51:152020-12-18 12:52:00#79 Het andere dierenboek
In Harderwijk is een nieuw traject gestart om schoolpleinen te vergroenen. Springzaad speelt daarin een belangrijke rol. 18 november heeft de eerste inspiratiebijeenkomst plaatsgevonden. Helaas online en niet op een al bestaand prachtig groen schoolplein, maar niettemin waren er minimaal 4 scholen zo enthousiast geworden door de verhalen, foto’s en video’s, dat ze graag willen starten.
De Springzaadconsulenten van de regio’s Amersfoort en Noord-Veluwe (Fabian Brökelmann en Marjan Deurloo) begeleiden de scholen. Ongeveer een half jaar lang gaan de scholen aan de slag van een eerste inspiratie en bewustwording, via een visie en plan van aanpak naar een programma van wensen en de keuze voor een Springzaad-ontwerper.
De Hortus (stichting voor natuur- en duurzaamheidseducatie) in Harderwijk coördineert het project. De Gemeente en Jong Leren Eten Gelderland hebben budget beschikbaar gesteld. Dit begeleidingstraject is een verkorte versie van het zich al bewezen traject in Amersfoort, waar de scholen een heel jaar begeleiding krijgen (tot en met de eerste schop in de grond gaat). Scholen willen vaak wel, maar hebben geen idee hoe ze de vergroening moeten aanpakken. En beren op de weg zijn er genoeg. Het is heel fijn dat er nu geïnvesteerd wordt in een goede procesbegeleiding. Het is een belangrijke voorwaarde om tot een kwalitatief goed groen schoolplein te komen.
https://www.springzaad.nl/wp-content/uploads/2020/12/harderwijk.jpg8111082secretariaathttps://www.springzaad.nl/wp-content/uploads/2019/11/1b-wit-zonder-tekst-216x300.pngsecretariaat2020-12-16 19:40:132020-12-18 21:08:36#79 Uit de regio’s: Procesbegeleiding groene schoolpleinen in Harderwijk
Auteurs: Pam Post en Tjitske Westra (de Schoolpleinvergroeners)
Even voorstellen….
De Schoolpleinvergroeners hebben een enorme berg aan kennis die wij graag met onze collega’s van Springzaad delen. Naast de wetenschappelijke onderbouwing van de voordelen van groene buitenruimtes, hebben wij tevens veel kennis en ervaring op het specifieke gebied van schoolpleinen.
Wat past bij de psychomotorische ontwikkeling van welke leeftijdsgroep? Hoe kun je een schoolplein laten aansluiten bij de pedagogische en didactische visie van een specifieke school? Hoe ontwerp je een groen schoolplein dat voor de leerkrachten ook praktisch houdbaar is en blijft? Aan welke veiligheidseisen moet zo’n speelplaats voldoen? Allemaal vragen waar wij in kunnen bijstaan.
De Schoolpleinvergroeners maken de grijze buitenruimte van basisscholen, kinderdagverblijven en bso’s inspirerend en uitdagend groen. Onze missie is een generatie op te laten groeien met dynamische groene pleinen, die uitdagen, inspireren en leren. Natuur is dynamisch, natuur in inspirerend en van natuur kan je leren. Wat is het fantastisch om kinderen vanaf jonge leeftijd de voordelen van natuur en de noodzaak tot het behoud van natuur te laten ervaren.
Door verstedelijking verdwijnt er steeds meer groen. Onderzoek wijst uit dat groene schoolpleinen enorm veel cognitieve en psychologische voordelen hebben voor kind en leerkracht. Kinderen laten op een groen schoolplein meer pro-sociaal gedrag zien en presteren beter op cognitieve taken nadat zij buiten hebben gespeeld op een groen schoolplein. Kinderen spelen creatiever; spelen hun eigen spel en waarderen hun school meer.
Een groen schoolplein levert kind, leerkracht en school veel op. Maar de aanleg van een groen schoolplein kan ook lastig zijn. Een schoolplein wordt intensief gebruikt. In onderzoek naar de houdbaarheid van groene schoolpleinen hebben de Schoolpleinvergroeners gekeken naar een 50tal scholen. Sommige van deze pleinen waren prachtig ontworpen maar niet houdbaar voor een plek die zo intensief gebruikt wordt als een schoolplein. Andere scholen claimden een groen schoolplein te hebben maar het bleek in de praktijk wat lavendel te zijn tussen grijze tegels het groene deel bestond uit kunstgras.
De Schoolpleinvergroeners zien zichzelf als een partner van de school en werken samen met scholen in de financiële haalbaarheid en praktische houdbaarheid van een groen schoolplein. Dit vergt elke keer weer kennis en onderzoek naar de specifieke school. Want wat houdbaar is op de ene school, is niet per definitie houdbaar op de andere school. Alles heeft te maken met de ligging, de populatie en helaas met geld. Door als partner van de school te denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen en oplossingen in plaats van problemen, zoeken wij keer op keer naar een combinatie van letterlijk en figuurlijk groen, natuur en duurzaamheid, die werkt; nu en in de toekomst. Wij werken uitsluitend met duurzame materialen en proberen keer op keer om schoolpleinen te maken die passen bij de school. Onze ontwerpen zijn pedagogisch en didactisch onderbouwd en maken het schoolplein een verlengstuk van de klas.
De Schoolpleinvergroeners ontwerpen een groene buitenruimte die uitdaagt tot spelend leren. Hierbij maken wij een unieke combinatie van natuurlijke elementen, beplanting en speeltoestellen die gemaakt zijn vanuit een duurzaam oogpunt.
Doordat wij geschoold zijn als inspecteur Speeltoestellen, hebben wij de kennis van de actuele veiligheidseisen maar kunnen wij ook bijstaan in de jaarlijkse inspectie.
Wij kijken uit naar ons partnerschap met Springzaad. Om collega’s te hebben die dezelfde uitgangspunten hebben, waar wij terecht kunnen voor bijvoorbeeld de praktische aanleg of wat extra expertise, lijkt ons een mooie en vruchtbare insteek.
https://www.springzaad.nl/wp-content/uploads/2020/12/WhatsApp-Image-2020-11-02-at-08.38.14.jpeg10241024secretariaathttps://www.springzaad.nl/wp-content/uploads/2019/11/1b-wit-zonder-tekst-216x300.pngsecretariaat2020-12-16 19:33:352020-12-18 11:54:57#79 Nieuwe partner: De Schoolpleinvergroeners
Dit artikel is bedoeld voor iedereen die met kinderen naar buiten gaat om samen van alles te ontdekken in de natuur.
Wat dieren achter laten
Poepen en braken
Biologen die gespecialiseerd zijn in zoogdieren zien aan iedere drol van welk dier die is en ook vaak wat het heeft gegeten. Probeer dat zelf eens. Begin met iets makkelijks zoals hondendrollen, die herken je wel. Op de foto zie je ronde keuteltjes, ken je die ook? Juist, op deze plek leven konijnen. Als je goed kijkt, zie je dat die keutels vol zitten met plantenvezels. Dat klopt want konijnen eten planten, vooral veel gras. In de witte drol ernaast zie je haren en botjes. Die is daar uitgepoept door een dier dat vlees eet en wel een vos.
Konijnenkeutels vind je vaak in zanderige gebieden zoals de duinen. Vossen eten konijnen, dus hun drollen liggen daar ook.
Dit is de poep van een vos die veel duindoornbessen heeft gegeten.
Uilen eten veel muizen, maar ze kunnen de haren en botjes niet verteren. In hun maag klonteren die samen tot balletjes welke ze regelmatig uitbraken, vandaar de naam braakballen. Je vindt ze vaak onder de bomen of in de schuren waar uilen hun slaapplek hebben.
Je ziet heel goed de gele muizentandjes in deze braakballen.
Veren en haren
Sporen die je ook veel vindt, zijn veren. Vogels verliezen veren, zeker in de tijd dat ze ruien. Als je een veer vindt, kun je in een boek over vogelveren of een diersporengids opzoeken van welke vogel die is. Soms vind je veel grote en kleine veren bij elkaar. Daar heeft waarschijnlijk een roofvogel zoals een sperwer of havik een prooi geplukt.
Aan de veren zie je dat hier een houtduif is geplukt. Die is waarschijnlijk door een havik opgegeten, want houtduiven zijn te groot voor een sperwer.
Haren zijn lastiger te vinden, die waaien immers snel weg. Maar in prikkeldraad blijven ze vaak hangen, daarin kom je plukken schapenwol tegen en paardenharen, en soms ook dassenhaar. Dassen hebben namelijk vaste routes en als ze daarbij onder prikkeldraad doorkruipen blijven er wel eens wat haren achter. Dan weet jij, hé hier is vast een wissel, een weggetje, van en naar een dassenburcht in de buurt.
Dassenharen zijn wit met zwart, daar herken je ze aan.
Pootafdrukken
De bekendste sporen zijn natuurlijk pootafdrukken. Die vallen vooral op in de sneeuw of in een laag modder. De meeste sporen in je tuin zijn waarschijnlijk van katten. Maar als er sneeuw ligt, zie je vast en zeker ook vogelsporen en misschien wel de pootafdrukjes van hongerige spitsmuizen.
.
Sporen van een zwaan en een waterhoen in de modderige oever.
Welk dier deed dit?
Als dieren eten, laten ze ook sporen achter. Je hebt vast wel eens afgekloven sparappels of dennenappels gezien, dat is het werk van eekhoorns die de zaden eruit halen. Muizen knagen hazelnoten open en spechten hakken de schors van bomen op hun speurtocht naar insecten en larven. Er zijn ook dieren die noten of pitten ergens vastzetten zodat ze die beter kunnen openhakken of -pikken.
Deze kersenpit is klemgezet in de schors van een boom en opengepikt. Dat was het werk van een boomklever.
Activiteiten voor kinderen
1. Onderzoek
Zoek naar sporen van dieren. Vind je een spoor, kijk dan extra goed. Kun je ontdekken van welk dier het is? Weet je ook wat dat dier heeft gedaan of gegeten? Maak foto’s van de sporen die je vindt.
2. Zelf sporen maken
Het is grappig om zelf sporen te maken. Je moet dan wel ergens zijn waar je die goed kunt zien, dus in het zand, op een modderig pad of in de sneeuw. Begin met je voetafdruk, herken je het profiel van je eigen schoenzolen en dat van je vrienden? In de sneeuw kun je zelfs een speurtocht met sporen maken.
3. Sporen verzamelen
Verzamel de sporen die je vindt, tenminste als ze niet stinken, dus laat natte drollen maar liggen. Leuk om te verzamelen zijn: veren, haren, botjes, open geknaagde noten, droge uilenballen en ook foto’s of tekeningen van sporen.
4. Filmpjes
Bekijk filmpjes over diersporen, veren, braakballen, roofvogels en dassen via Schooltv en/of YouTube.
Filmpjes: Diersporen – Nieuws uit de natuur, Speuren naar sporen – Met Flip de Beer (voor jonge kinderen) , Verschillende soorten veren – Hoe is het verenpakket van een vogel opgebouwd?, Braakballen – Alles wat een uil niet kan verteren, spuugt hij uit en Roofvogels in Nederland – Vroege Vogels in de klas, De das – Een dier dat van bosbessen houdt.
Wil je kinderen iets over de wereld en het leven leren, ga dan samen naar buiten. Samen bezig zijn in de tuin of wandelen en spelen op een fijne plek geeft verbinding. Kijk eens wat er te zien en te ervaren is. Ook in de winter is het namelijk nog steeds interessant. Kijk, luister, ruik en voel, zet je zintuigen wijd open en ga op onderzoek uit in je tuin, het park of het bos.
Maak eens kennis met een boom, probeer samen eens te meten hoe dik de boom is door je armen er om heen te slaan. Voel eens aan het mos op de boomstam en zie hoe de korstmossen in allerlei kleuren en vormen op de takken groeien. Zoek onder een oude beuk naar holletjes waar misschien wel een kaboutertje woont.
Kijk voorzichtig op duistere plekjes, onder een steen of bladerhoop, en zie waar kleine diertjes zijn weggekropen. Dek ze ook weer toe tegen de kou van de winter. Luister en kijk hoe de merels met hun snavel in de bladeren ritselen, op zoek naar voedsel. Ritsel zelf ook met je voeten door de dorre bladeren, luister naar het geluid en ruik welke geur eraf komt, de geur van de Aarde. Maak samen plezier met de bladeren door ze hoog op te gooien en de bladerregen op te vangen met je handen.
Kijk omhoog, volg de ganzen in hun vlucht en luister stil naar hun gebabbel. Geef samen de zangvogeltjes te eten door pindasnoeren en zelfgemaakte dennenappels met vet en zaden op te hangen. Laat wat fruit voor hen liggen onder de bomen. Geniet van afstand of door het raam en kijk welke vogels, ook trekvogels, er allemaal komen eten.
Verwonder je samen met de kinderen over deze bijzondere natuurlijke wereld. Verwonderen kan namelijk altijd, je hoeft niets te weten van naam en gedrag van dier of plant. Vind je het wel interessant dan zoek je het op en kun je het je kind meegeven; dat niet alle vogels aan een pindasnoer kunnen hangen en er ook wat voer op de grond moet liggen. Dat door bladeren te laten liggen en alleen waar het echt nodig is weg te harken i.p.v. te blazen je de kleine diertjes eronder een kans geeft. Hoe meer je weet hoe meer je ziet, waar je je kind weer op kunt wijzen.
Als je vogelgeluiden leert herkennen kun je laten horen dat het ene geluid het andere niet is, een waarschuwingskreet geeft aan dat de vogel jullie heeft gezien.
Maar om het magisch te houden is je verbinden met de natuur de grootste stap. Er zijn zoveel verhalen en sprookjes waarin planten en dieren een grote rol spelen. Vertel je kind veel van deze verhalen, waarin de levenswijsheid tussen de regels door is geweven en jouw kind het leven leert kennen als een sprookjeswereld waarin het zich verwonderen kan. Want verwondering is de eerste en de allergrootste stap om je met de natuur te verbinden.