by Mimmi Beckman

Water, concrete and ‘speelnatuur’

The park department of the City of Örebro in Sweden has worked hard over the last few years to develop our work with playgrounds. Before we built standard playgrounds that were dominated by a handful of play equipment on a flat surface, but know we try to create rich and green playscapes that offer far more play affordances.

We were eager to see good examples of water play, and thought that the best European country to visit such places surely must be the Netherlands? So we contacted Springzaad and arranged for a study trip. And what a nice studytrip! We were inspired by many things!

The ones of us that visited the Netherlands for the first time were amazed of the multitude of canals and ditches that seemed to be, well everywhere. So much water in the fields, next to houses and in the villages and cities…

We were also impressed by the streets where cars clearly are not the first priority. Even in streets that weren’t so wide, you still had place for cycle lanes, walking lanes AND trees. The lush vegetation in front of houses, lots of trees and greenery along canals in combination with brickwork and not to high houses in Utrecht and Rotterdam made us want to live here. Such a pleasant atmosphere!

But our main focus was play… One of the places we were most impressed by was Speeldernis. What a playscape! It was so interesting to see the built water spring and creek that filled the play ponds. And it was especially interesting to hear that the water was pumped up groundwater that further down was pumped out into the canal, and also the techniques for preparing the bottom of the ponds with willow, netting and sand, so to make the ponds only knee-deep and easy to wade in.

The mud hill in Oerrr Haarzuilens Speelnatur park was another favourite! We were lucky to visit when two families were there, and so could observe the concentrated joy of four boys around 8-10 years old that played there. 

It was also a wonderful to see the schoolground of the Dalton school de Margriet in full action with kids out playing during recess. A few friendly places with tree huts, rope swings, water and sand play in combination with loose parts and teachers who understand play – that’s all you need. We were amazed to see comparatively green schoolgrounds both in Rotterdam and in Nijmegen that were really small in size. The national agency for buildning in Sweden recommends that schoolgrounds have at least 30 square meters per child, otherwise keeping them green can be difficult in the long term. The good exemples we visited were much smaller than that…

We were also very interested to hear about the work of Springzaad, managing a network with many different kinds of companies and organisations, organizing many study tours, and giving courses. We see how useful that would be, and have started thinking of how something similar to Springzaad could develop in Sweden.

If you come to Sweden, make sure to stop in Örebro! We would love to hear your thoughts on some of the playspaces we’ve created in the last years. Like you, we see many advantages by building the landscape first, with topograhy, and interesting vegetation. We then try to enhance the play value by integrating some choice play equipment and adding other cretive or artful elements.

Clever – to use water in order to create a level of challenge without high height!

Lunch at the goat farm next to Oerrr Haarzuilens Speelnatur park. What a lovely place, so child friendly. We wished we had something similar in Örebro!

In the Botanical gardens of Utrecht we were very inspired be the re-use of concrete. 

The play ponds in Speeldernis. A place of freedom and adventure…

Simple things can work wonders with the right staff in a schoolground. But the magic only appears when you can observe the kids while they are busy playing…

The Wednesday of the trip was situated in the east of Holland around Nijmegen. 

by Pjotr Timmerman

First stop, was the primary school with Jenaplan approach ‘De Vuurvogel’ (Malden). Especially the public parc next to it, which is at the same time the schoolkids playground during breaks. No fences and gates, free accessible 24/7. This is actually the afct for all visited sites! Wonderfully created by Jan Kersten (Bureau Niche) and also participating in the discussion with the director of the school. ‘What about vandalism and security’? There is some annoying and expensive breakdown of things. Many playing/hanging around kids at the place where once pupils of the school. With a clever approach you can talk to them in a way that helps. There is always a certain percentage which isn’t reasonable at all. Social control, every half an hour, by 2 well trained kind ‘social workers’ proves to be quite (cost) effective.

After that we had a meeting at the ‘Avonturenbos’ (Groesbeek). A co-operation from State Forest (SBB) and the municipality. Play (local kids) and learning grounds (regional school classes) at the edge of this village and maintained by a voluntary ‘forester’ (73) and every week, 1 day by a team of disabled volunteers from nearby. More or less the same kind of discussion about vandalism and at this site kept save by the inhabitants of nearby flat. The basement provides a warm and safe place for the coffee breaks of the workers & their tools.

In Groesbeek we took a look at the ‘Groeske’ as well. A new (5 yrs. ago) established multifunctional parc around the small stream which once ran invisibly in a sewage canal. It’s the playground of the older kids from the school next door, playgrounds for everyone from 0-100, wadi-system for huge thunderstorms, exercise site for the elderly people from their nearby home and historical site (it provides the village it’s name).

The fourth stop was again at a primary school now with Waldorf approach ‘Meander’ (Nijmegen). A very condensed green playgrounds for 450 pupils at 1600 m2. Discussion about safety, water quality (ground water), again how to keep the place in good shape (1 million small feet a day!). Teacher Tim and housekeeper Harald answered our questions professionally! After lunch at Blixem restaurant and a break at Intratuin Malden (tulip bulbs etc) the minibus headed south for Ghent (Belgium).

Dit artikel is bedoeld voor iedereen die met kinderen naar buiten gaat om samen van alles te ontdekken in de natuur.

Eten en gegeten worden

Wat denk jij als er een mug op je arm landt? Ben je dan net zo blij als bij het zien van een vlinder? Vast niet! Want die mug steekt jou om bloed te kunnen zuigen en vlinders drinken nectar uit bloemen. Veel mensen vangen slakken omdat ze hun tuinplanten eten, maar voeren wel de vogels die in hun tuin leven.  

We kijken vaak naar dieren met een ‘mensenbril’, logisch want we zijn mensen. Maar als je het eens anders probeert, blijkt ieder dier en iedere plant belangrijk te zijn. Ze hebben allemaal hun plekje in het grote geheel waar het draait om eten en gegeten worden. De een kan niet zonder de ander. 

De rupsen die groot worden door het eten van bladeren, zijn zelf voedsel voor allerlei jonge vogels. 

Ontdek het! 

Planteneters

Ga samen op zoek naar dieren die planten eten. Kijk goed naar de verschillende soorten planten in je omgeving. Zie je daar vraatsporen aan de bladeren? Zo ja, zie je ook de dieren die ervan eten? Kijk ook goed onder de bladeren. Vaak zijn die dieren alweer weg: verpopt, zoals rupsen doen, om vlinders te worden of weggekropen in een donker hoekje zoals veel slakken de dag doorbrengen. Dan zie je alleen nog bladeren vol gaten en gaatjes. Maak je geen zorgen, die planten kunnen er tegen. Zelfs als er hele takken of complete struiken zijn kaal geknaagd, zoals je in het voorjaar ziet bij de kardinaalsmuts, maken ze gewoon weer nieuwe bladeren. 

Dieren die je meestal wel goed kunt bekijken zijn bladluizen. Die zitten met z’n allen op  jonge stengels en knoppen en leven van de plantensappen. Je hebt verschillende soorten en kleuren bladluizen. Ook volwassen muggen leven van plantensappen. Alleen vrouwtjesmuggen steken om een paar druppels bloed op te zuigen. Die hebben ze nodig om eitjes te maken. Ze leggen hun eitjes in het water. Muggen zijn hoofdvoedsel voor libellen, vogels, vleermuizen en kikkers. En muggenlarven voor allerlei waterdieren: vissen, libellen- en keverlarven en salamanders bijvoorbeeld.  

Dan heb je ook de insecten die nectar drinken en stuifmeel eten of verzamelen zoals bijen, wespen, zweefvliegen en kevers. Terwijl ze de bloemen induiken, nemen ze stuifmeel mee op hun lijf en brengen dat naar andere bloemen. Zo zorgen ze voor de bestuiving en bevruchting van de bloemen zodat er vruchten komen.    

Vraatsporen van insecten in de bladeren en bloemen van de Gelderse roos.

Voedselketens

Alle dieren die planten, nectar of stuifmeel eten zijn zelf weer belangrijk voedsel voor andere dieren. Zijn er genoeg vogels in de omgeving dan zullen de rupsen nooit de overhand krijgen. Vogels eten zelf rupsen en voeren hun jongen met dit eiwitrijke voedsel. Ook bladluizen zijn hoofdvoedsel voor jonge vogels. Vaak zie je mezen en mussen alle planten in een tuin afzoeken naar malse luizen voor de hongerige jongen. Je weet vast wel dat lieveheersbeestjes en hun larven luizen eten. Vogels zoals lijsters eten graag slakken en ook egels zijn er gek op. Wist je dat er slakkensoorten zijn die zelf slakken eten, zoals de tijgerslak, een grote grijze naaktslak met een gevlekt lijf? Wormen zijn ook planteneters, zij leven van plantenresten en zijn een belangrijke voedselbron voor mollen, vossen en vogels. 

En dan de insecten die de bloemen bezoeken, zij worden weer gegeten door vogels, spinnen en libellen.

Bedenk met de kinderen zoveel mogelijk voedselketens zoals:

Plant -> slak -> zanglijster (vogel) -> sperwer (roofvogel)

Plant -> rups -> koolmees -> kat

Bloem -> bij -> libel -> vogel

Plant –> bladluis -> sluipwesplarve -> sluipwesp -> vogel

Deze sluipwesp legt een eitje in een bladluis. De larve die eruit komt eet de bladluis van binnen op. 

Voedselkringloop

Vertel de kinderen over de voedselkringloop. Dat is een ingewikkeld proces, maar komt, eenvoudig verteld, hier op neer: 

Planten zijn voedsel voor allerlei dieren, die zijn op hun beurt voedsel voor andere/grotere dieren en ook zij worden gegeten door roofvogels of roofdieren. Gaan die roofdieren dood dan wordt hun lichaam gegeten door vossen, kraaien en andere aaseters zoals aaskevers en vliegen. De laatste resten verteren met hulp van bacteriën en schimmels. Al die dieren poepen afvalstoffen uit en daarin zitten weer voedingsstoffen voor planten.  

Deze spin heeft een libel en een sprinkhaan gevangen. Ook veel sprinkhanen zijn planteneters. 

Activiteiten voor kinderen

1. Onderzoek

Eventueel nodig: vergrootglas. Bekijk planten in de omgeving en zoek naar opeters. Maak een lijst van welke dieren je ziet en wat ze eten.    

2. Teken voedselketens, teken een voedselkringloop 

Bedenk voedselketens en schrijf ze op. Maak er leuke tekeningen bij van de planten en dieren. Oudere kinderen kunnen ook een voedselkringloop tekenen. Laat ze eventueel voorbeelden zoeken op internet.

3. Filmpjes bekijken

Zie hieronder de website van schooltv.

Websites

www.schooltv.nl

Diverse filmpjes: ‘Sprinkhanen en krekels’, ‘Slakken’, ‘Soorten tuinslakken’, ‘De opbouw van een rups’, ‘De voedselketen’ – Van plant naar dier naar mens,  ‘De voedselketen’- Eten of gegeten worden, ‘Kringloop in het bos’, ‘De voedselkringloop’

Tekst: Marlies Huijzer

Foto’s: Martin Stevens, Ferry Siemensma

SZ Zandkastelendag 2023 – een ooggetuige vertelt.

Op zaterdag 2 september jongstgeleden, was op het Noordstrand van Bergen aan Zee de achtste en zonnige editie van het jaarlijkse Zandkastelenfestijn van het Oase-netwerk. Het was voor mij de eerste keer dat ik deelnam; eerder was het er niet van gekomen. Van tevoren had ik mij natuurlijk geprobeerd een beeld te vormen van wat mij te wachten zou staan. Als kastelenliefhebber was het niet verwonderlijk dat daarbij vooral gedachten over torens, een slotgracht en metersdikke muren naar voren kwamen: een flinke opgave! Pas later zou ik begrijpen dat de fysieke inspanning maar één aspect is, de diepere vreugde en ware opbrengst van deze dag gaan daar ver aan voorbij. 

Om tien uur verzamelden we ons op de afgesproken plek. Leon, een van de organisatoren, had de dag tevoren zorgvuldig uitgemeten op welke momenten eb en vloed ons voldoende tijd zouden geven om het kasteel op te bouwen. Hij kon zelfs vertellen op welk tijdstip de vloed het kasteel weer zou verzwelgen. ‘Als we achtentwintig stappen vanaf de strandpaal richting zee zetten, kan dáár met bouwen gestart worden’. Pjotr sprak uit, dat hij graag de contouren wilde uitzetten van een kasteel met een organisch vloeiende muurlijn. En zo geschiedde. 

In het vochtige zand werden met een schep soepele rondingen getrokken; de contouren van wat later tot een geliefd bouwwerk zou uitgroeien. Als vanzelf werden de meegebrachte spades en batsen enthousiast ter hand genomen. De eerste geulen en heuvels ontstonden, nog redelijk vormloos en producten van grote inspanningen om toch vooral iets van een kasteel te bouwen. Wie moe werd, stopte en kon wat drinken in de luwte van de grote tent.

Halverwege het bouwproces verscheen Dorine met haar dochter Isa, die, aangemoedigd door de vrije ruimte en gebruikmakend van hun eigen creatieve talenten, een van de opgetrokken zandheuvels zorgvuldig bewerkten tot een imposante drakenkop. De groep Amsterdamse kinderen, die vanaf het begin enthousiast meebouwde, werd hierdoor uitgedaagd om de kop verder uit te bouwen met een geschubde rug. Maar daarmee eindigde het niet. Dankzij talloze verzamelde schelpen, zoals scheermesjes, rozebottels en bosjes zeewier kreeg de draak priemende ogen, vervaarlijke tanden en scherpe klauwen. Alsof dit nog niet genoeg was, werden uit het opgehoopte zand een prachtig vormgegeven zeemeermin en een kameleon ontsloten. Het grote zandkasteel bleek een fantasievol, opgetrokken meesterwerk te zijn, vormgegeven door vele handen en  resultaat van samenwerking, creativiteit en veel plezier. 

Tijdens het bouwen was er alle ruimte voor ontmoeting, kennismaking en het uitwisselen van verhalen. Toevallige passanten bleven verwonderd staan en namen de tijd het bouwproces te beschouwen. Velen uitten hun waardering voor het initiatief en sommigen wilden meer weten over de aanleiding van deze dag. Er ontstonden gesprekken over speelnatuur, schoolpleinen en het klimaat. 

Terwijl laat in de middag de laatste hand werd gelegd aan de imposante vinnen van de zeemeermin, ontdekten de kinderen dat de branding nu wel heel dichtbij kwam. De berekeningen van Leon bleken feilloos te kloppen: ons kunstwerk was precies op de juiste plaats gesitueerd en zou over niet al te lange tijd ten prooi vallen aan de golven. Met iedere minuut stroomde er meer en meer water in de eerder drooggevallen geulen. Moedig probeerden de kinderen her en der gaten te dichten en hun bouwwerk te behoeden voor verder verval, maar het was onbegonnen werk. Het schouwspel dat zich voor onze ogen voltrok, maakte indruk op iedereen die het gadesloeg. Stilzwijgend en berustend zagen we hoe bij iedere golf de draak langzaam door het wassende water werd verslagen, de zeemeermin weggleed in de armen van Neptunus en ook de kameleon koos voor het ruime sop. De prachtig vormgegeven zeester en de octopus werden overspoeld en verenigden zich uiteindelijk met hun soortgenoten in de zee. Tenslotte konden ook de twee mooie druipsteentorens en de grote toren geen weerstand meer bieden en zakten langzaam weg in de golven, totdat slechts een rimpeling in het zand herinnerde aan hun kortstondig bestaan. 

Gedachten over vergankelijkheid en de eindigheid der dingen, vermengden zich met ontzag voor de krachten van de schepping. Bij mij overheerste vooral het gelukzalige gevoel dat ik vandaag getuige was geweest van iets heel moois, waarvan de opbrengst veel verder reikt dan het genoegen van deze ene dag. Kinderen hebben eindeloos veel plezier gehad. De onderlinge band is versterkt, nieuwe contacten zijn gelegd, kennis, plannen en inspiratie zijn gedeeld. Dit zal ongetwijfeld doorwerken in het seizoen dat voor ons ligt!

De jaarlijks terugkerende Zandkastelendag verdient het verder uit te groeien tot een fenomeen, want het heeft alles in zich waar het Oase netwerk voor staat. Ben jij benieuwd hoe deze dag op het strand van Bergen aan Zee jou inpakt? Houd dan zaterdag 7 september 2024 alvast vrij in je agenda!

Marc van de Geer

Zaterdag 7 oktober in Gouda

Het onderwerp ‘Groeikracht’ staat centraal tijdens de tweede Oase Netwerkdag, ditmaal in het fraaie Gouda. ‘s Ochtends kun je mee met een fietstocht. Gouda is dit jaar door Jantje Beton uitgeroepen tot speelvriendelijkste gemeente. We bekijken natuurspeelplek Steinse Groen, waar natuur en kinderspel elkaar ontmoeten en elkaar soms zelfs in de weg zitten. Onderweg zien we ecologisch beheerde bermen. Ook bezoeken we Heemtuin Goudse Hout, die een mooi beeld geeft van het Zuid-Hollandse veenweidegebied. Op diverse plekken wordt een toelichting gegeven. 

(zie ook uitnodiging onder aan deze tekst)

Voor wie: 

Iedereen die zich verbonden voelt met een natuurrijke leefomgeving. Er is voldoende gelegenheid om bekenden te ontmoeten en nieuwe contacten met het Oase Netwerk te leggen.

Van harte welkom!

Middagprogramma

– André van Kleinwee, stadsecoloog en BovensteBeste Bermbeheerder van 2020, vertelt over het ecologisch beheer in Gouda.  

– Chantalla Pleiter is kunstenaar en zet nieuwe media in om andere doelgroepen in contact te brengen met biodiversiteit. Ook is haar project ‘Biodiversity in Augmented Reality’ te ervaren. (zie Oase zomer ‘23). 

– Janneke van der Loop is specialist invasieve exoten bij Stichting Bargerveen. Zij vertelt over de mogelijkheden om, dankzij de concurrentie en groeikracht van inheemse planten, invasieve exoten te bestrijden. Wat kunnen we leren van inheemse planten? 

Uitreiking Rob Leopold & Hein Koningenprijs

Tot slot wordt deze prijs voor de tweede maal uitgereikt. Het is een aanmoedigingsprijs voor degenen die zich inzetten voor het versterken van de natuurrijke leefomgeving. Na de feestelijke uitreiking wordt de dag afgesloten met een hapje en een drankje.

Wat is er te doen?                               

•          Fietstocht, voor de liefhebbers, langs onder meer speelnatuur en heempark Goudse Hout

•          Lunch

•          Interessante lezingen

•          Zelf ontdekken van ‘Biodiversity in Augmented Reality’

•          Uitreiking Rob Leopold & Hein Koningenprijs

En natuurlijk boeiende informatie en nieuwe contacten opdoen!

In het kort:

Fietstocht van 10-12 uur, voor de liefhebbers, dus niet verplicht. Start Station Gouda, eigen fiets mee of ov-fiets huren. Vermeld bij je opgave of je wel/niet meefietst.

Vanaf 12.00 inloop middagprogramma en lunch

13.00 start lezingenprogramma.

Omstreeks 16.30 afsluiting.

Kosten: €25,- incl. lunch.

Locatie middagprogramma: MFA Nelson Mandela Centrum, Bernadottelaan 79, Gouda 

Opgave: vóór 25 september (i.v.m. catering) via: info@oasenetwerk.nl. Vermeld daarbij Oase Netwerkdag 2023, je naam, organisatie en of je wel/niet meefietst. Je bent pas verzekerd van je plek na overmaking van €25,- op rekening: NL83TRIO 0320 1681 90 t.n.v. Fed. Ver. Oase Netwerk. Vermeld bij je betaling Oase Netwerkdag 2023 en je voor- en achternaam. 

Van 07 tot 09 juni jl vond de tweede bijeenkomst van de internationale onderzoekssamenwerking ‘CoolSchools’ plaats, deze keer in de ‘Académie du Climat’ in hartje Parijs. De gemeente stelt dit statige historische gebouw de laatste jaren beschikbaar als openbaar centrum voor kennisontwikkeling en broedplaats voor initiatieven op het gebied van Biodiversiteit en Klimaat.

Op de eerste dag kwam alleen het consortium van het onderzoeksproject bijeen om de voortgang en eerste resultaten uit te wisselen en de verdere planning te bespreken. Dit consortium met vertegenwoordigers van de deelnemende Universiteiten en organisaties is ondertussen uitgegroeid tot ruim 30 onderzoekers en externe deskundigen uit Spanje, Frankrijk, België, Servië en Nederland.
Op de tweede en derde dag waren ook gasten welkom op een openbare conferentie met als thema Schoolpleinen en biodiversiteit: From greening schoolyards to urban biodiversity, het onderzoeksonderwerp van de gastuniversiteit ‘Université Paris Cité’ en de gemeente Parijs.
Op dag twee werd tijdens verschillende lezingen de ecologische waarde en potentie van schoolpleinen belicht en in de ruimere context van de ecologische structuur van de stad Parijs geplaatst. In de middag werd dit verder verruimd naar de internationale context met lezingen over projecten en ervaringen uit Italië/ Rome en nieuwste projecten van Learning through landscapes uit Engeland. Sigrun Lobst, vertegenwoordiger van het Nederlandse team, leverde een bijdrage met een lezing over eigen ervaringen en een overzicht over de situatie en ontwikkelingen in Duitsland en Nederland.
In de middag was er een presentatie van het Parijse Groene schoolpleinenproject OASIS en een excursie naar twee voorbeeld scholen.


Op de laatste dag kwam het thema beleid aan de orde en werd gekeken naar de situatie van de Urban ecology policy in Europe, naar obstakels en mogelijkheden voor een betere inbedding van het Groene schoolpleinen-beleid in de grotere context.
Afsluitend deelde Anne Theuri van de ‘National Environmental Management Authority’ van Kenya nog haar ervaringen via een online lezing over de vergroening van de schoolomgeving in Kenya.
Het hele programma liet de grote kracht en breedte potentie zien, die de golf van de vergroening van de schoolomgeving ondertussen wereldwijd heeft bereikt. Iedereen reisde daarom weer terug naar zijn eigen (werk)plek gesterkt door inspiratie en nieuwe kennis en de kracht van de uitwisseling  met mensen die zich voor dezelfde doelen inzetten.
In 2024 zal de komende ‘CoolSchools’-bijeenkomst plaatsvinden in Rotterdam. In een van de komende Nieuwsbrieven zullen we daar meer over vertellen.

Lees & kijk verder:
Samenvatting van de bijeenkomst en ander informatie op de website van het project COOLSCHOOLS.

Fabiola Frattini (University of Rome) – filmpje over de opening van een tiny forest in Rome met een interessante aanpak en stemmen van betrokken kinderen.

Project: OASIS schoolyards Paris

Tekst: Sigrun Lobst