Tekst: Ity Busstra

Oma, in wat voor wereld leven wij, een wereld zoals jij die nooit gekend hebt, een wereld die niet meer echt is, maar maakbaar en aangetast, als een zwam die ongemerkt de boom aanvalt, die schijnbaar in prachtige vormen en kleuren zich aan de boom vastzet en deze hiermee ongemerkt saboteert.

Oma, waar jij eerder al tegen mij zei: “Kind, ik benijd je niet om de tijd waarin je opgroeit”, een tijd die heilig lijkt vergeleken bij de tijd van nu, kan ik dat opnieuw zeggen tegen mijn eigen kinderen. De tijd waarin ze opgroeien is dwaas van verlangens die ver buiten de menselijke maat liggen. Het kan altijd meer en beter, langzaam lopen we stuk op de steeds grotere vraag naar onzinnige producten en diensten, die ons opbranden, leegzuigen en vernietigen, terwijl wij wegkijken of ongemerkt erin meegezogen worden.

Oma, waar jij op een natuurlijke en menselijke manier je voedsel verbouwde, verzorgde en bereidde, wordt wat ons tot voeding moet dienen als economisch product gezien. De grond wordt kapot gemaakt met kunstmest, het voedsel bespoten met gif, velen van ons weten niet meer waar ons voedsel vandaan komt, weten het verschil niet meer in vruchten en groente, weten niet eens wat ze eten, alles is overgoten met eenzelfde smaak-, geur- en kleurstof die ons langzaam vergiftigt. Ons lichaam hunkert naar eerlijke producten, naar de echte smaak, naar de echte grondstoffen, waarin de vitamines en mineralen nog geheel aanwezig zijn, bouwstenen die nodig zijn om ons lichaam en geest gezond te houden.

Oma, waar jij in de avond alleen met volle maan op bezoek kon naar je familie in het dorp verderop, waar het donker nog echt donker was, is er nu een overschot aan licht, een kunstmatige verlenging van de dag. Mensen kennen niet meer de magische sterrenhemel, weten niet meer hoe donker de nacht kan zijn, kijken weg van het donker en dat terwijl het donker zo nodig is als tegenhanger van het licht. Wij zijn niet gemaakt om altijd maar door te gaan, we hebben rust nodig om weer op te laden, elke nacht en een deel van het jaar, dat deel dat altijd terugkomt als de zon korter gaat schijnen. Om maar te zwijgen over al het andere leven dat nutteloos lijkt in onze ogen en verstoord wordt door ons gedrag, dat leeft in de duisternis en grote hinder ondervindt van de hoeveelheid lichtvervuiling die hun kans op overleven minimaliseert, zoals egels, nachtvlinders, vleermuizen, allemaal nachtdieren die het moeten hebben van het donker.


Oma, waar jij in het ritme dat de natuur aangaf je werk deed, meegaand op de seizoenen omdat er eenvoudigweg geen andere keuze was, doen we nu net of dat aloude ritme achterhaald is. Steeds sneller, steeds meer, steeds voller wordt de wereld, altijd is er geluid, overal is beweging, onder het motto ‘stilstand is achteruitgang’. De natuur wordt gebruikt als dumpplek voor ons afval, al dan niet chemisch of vol straling, of heeft alleen nog een recreatieve functie zoals alles een functie moet hebben om mee te mogen doen. Zomaar wat spelen, zomaar wat aanwezig zijn, zomaar plezier hebben, om niets bezig zijn, het voelt als een bedreiging van de zogenaamde vooruitgang die in volle vaart doordendert als een virus dat zich razendsnel verspreidt. De dag wordt verlengd, het werk versneld, de maaltijd verkort, het spel ingedamd, prestatie staat voorop en wij worden als een vogel in de kooi gevoerd en zingen soms nog, als in een korte opleving, ons gehaaste lied.

Oma, waar jij nog hard moest werken in een tijd waaraan daar geen ontkomen aan was, je in alle eenvoud leefde en je verheugde op een vrije dag, een bezoek, een uitje, is er voor ons dichtbij huis niets meer te beleven en zoeken we naar afleiding, naar nieuwe uitzichten die ons moeten bieden wat we verloren zijn. Hoe meer vrije tijd we hebben, hoe meer ons hoofd volloopt, hoe minder we met onze handen werken, hoe meer we moeten doen om de rust te vinden die eerder in het handwerk verscholen lag, de vaak meditatieve bezigheden die maakten dat ook hoofdzaken geordend werden. Nu duikelen ze door en over elkaar heen door de druk die in onszelf ontstaat alsof wij ook de machines zijn die ons werk hebben overgenomen.


Oma, had je ooit gedacht dat deze wezenlijke funderingen van het natuurlijk leven aangetast zouden worden, had je het kunnen bedenken? En waarom zou je ook, tegennatuurlijke oorzaken van afbraak van de nacht, vervuiling en aantasting van de natuur, ziekte en sterfte zonder natuurlijke oorzaak passen niet in een natuurlijke wereld waarin alles zijn eigen ordening heeft. We zijn de menselijke maat ver ontstegen, wanen ons bouwers van de toren van Babylon om zo zelf voor God te spelen.


Oma, vroeger was alles niet beter, het waren harde of wrede tijden, er waren andere ontberingen waar we nu geen weet meer van hebben, maar het was wel echt, natuurlijk en met de menselijk maat. Ik weet dat jij zonder enige vorm van luxe bent opgegroeid, je moest je redden met een groot gezin waarin het hard werken was om alle monden te voeden en de kachel brandende te houden, dat in schril contrast staat met de tijd waarin we nu leven, waarin voeding, warmte en licht zo normaal zijn. Je hebt pas later beseft, toen je je tegen mij uitsprak, dat het ook bepaalde voorrechten had, dat de wereld waarin jij opgroeide een stuk overzichtelijker was, duidelijker, eerlijker. Je leefde als vanzelf in verbondenheid met de natuur en de Schepper daarvan, je gaf je over aan hoe dingen gingen.


Oma, van beide werelden zou ik zo graag het beste aan mijn kinderen geven, de eenvoud waarin zoveel giften liggen, de natuurlijkheden die zorgen voor rust en ritme, de stilte en voedingsstoffen die zorgen voor een gebalanceerde innerlijke en lichamelijke groei, de tijd die er is voor reizen en creëren en maakt dat ze dichterbij hun eigen potentieel komen. Met het goede uit beide werelden hoop ik dat ze de wereld nog kunnen redden van de neergaande spiraal waarin we leven, om in alles de menselijke maat weer terug te vinden, om de natuur weer zijn rechtmatige plek terug te geven, om de Aarde te eren en alles wat daarop leeft, om te leven zoals het leven in mijn ogen bedoeld is, in verbondenheid en onderlinge samenhang. Zoals altijd: de toekomst ligt in de handen van onze kinderen, maar waarmee zijn hun handen gevuld. 

Tijdloos speelplezier van alle tijden…..

door Anneke Rodenburg en Suzanne van Ginneken

Soms zit je zo in je eigen bubbel, dat je vergeet dat er ook andere bubbels zijn. Dat hebben Anneke Rodenburg van ‘Tuin en vlinder’ en ik ervaren tijdens onze deelname aan het Duurzame & gezonde scholen congres in Zwolle op 9 november. Wij gaven daar een workshop met het, door de organisatie aangedragen, thema ‘Multifunctioneel gebruik van een groen schoolplein’. 

Het publiek en de workshops
Ik kende er niemand en dat was interessant, want ik loop toch al een aardige tijd rond in het wereldje van de groene schoolpleinen. Er bleken vooral schoolbesturen, projectontwikkelaars, gemeentes en leveranciers van luchtverversingssystemen te zijn. Verder een paar architecten en wat verdwaalde types zoals wij ?. 

Het hele congres ging vooral over hoe het schoolgebouw gezonder kan worden. Lees: meer ventilatiesystemen en zonwering. Er waren veel deskundige mensen die alles weten van wat een schoolgebouw kost, maar het plein kreeg daarbij nauwelijks aandacht. 

Een leuke workshop volgde ik bij https://www.mevrouwmeijer.nu/ . Zij pleitten voor transformatie van oude schoolgebouwen naar een mooiere, duurzamere plek. Zij zeiden daarin ook de omgeving van de school mee te nemen (al wordt dat op de site niet zichtbaar). Al met al een prettige uitzondering op dit congres.

Onze workshopMultifunctioneel gebruik van een groen schoolplein’ 

Bij kennismaking met de deelnemers aan onze workshop bleek al snel dat mensen vooral vragen hadden over de bekende onderwerpen: veiligheid, participatie, modder in de school etc. Ik had de indruk dat er weinig kennis was over groene schoolpleinen. Daar kunnen wij met zijn allen nog zeker wat aan doen. We hebben ze veel informatie en inspirerende voorbeelden gegeven. 

Gelukkig werd er ook een vraag over onderhoud gesteld waardoor we meteen de nieuwe Springzaadcursus konden promoten.  En we hebben aardig wat flyers uitgedeeld.
Anneke vertelde ook over het multifunctionele groene plein van Entrea Lindenhout in Apeldoorn. Dit wordt niet alleen gebruikt door de school, maar ook door diverse zorgverleners zoals maatschappelijk werk, fysiotherapie, enz. Een mooi concept dat zeker navolging verdient. 

Netwerken
Na onze workshop ben ik weer aan het netwerken geslagen, een praatje hier en daar, en wat goed werkte was de vraag: ‘kun jij mij voorstellen aan iemand waarvan je denkt dat ik die moet kennen?’ 

Verder ging ik op zoek naar het antwoord op de vraag: ‘Hoe veranderen we de VNG verordening waarin staat dat er 3m2/kind moet zijn met een maximum van 600m2 (ongeacht hoeveel kinderen er op school zitten)’ Dat is volgens mij de oorzaak van veel ‘speeldrukproblemen’. 

Ik ben er niet achter gekomen waar je moet zijn voor zo’n aanpassing. Iedereen neemt het over, maar niemand op dit congres wist hoe dit te veranderen. Er werd gesuggereerd contact op te nemen met de VNG, PO raad, of Leren voor morgen (Lerenvoormorgen.org). 

Bij de afsluitende plenaire bijeenkomst werd gevraagd of er nog belangrijke zaken waren die niet aan bod waren gekomen. Toen ben ik toch maar even opgestaan…. En daardoor raakte ik na afloop weer in gesprek met mensen die ook aangaven dat ze groene pleinen erg belangrijk vonden.
Zo werd dit een boeiende dag in een wereld waar ik niet helemaal leek te passen.

Call to action

  1. Het zou mooi zijn als meer mensen van Springzaad de eigen bubbel af en toe verlaten en om samen wat mooie zaadjes te planten bij deze scholenbouw bubbel. De Vakbeurs Openbare Ruimte en dit soort congressen kunnen een goed begin zijn hiervoor.
  2. Is er iemand die mee wil helpen om te proberen de VNG verordening aan te passen? Vast taai werk, maar wat zou het mooi zijn als het lukt, dan worden de pleinen van alle nieuwbouwscholen een stuk groter. Inmiddels is contact gelegd met Platform ruimte van de jeugd om eens samen na te denken over de mogelijkheden.

Speelse groetjes,

Anneke Rodenburg en Suzanne van Ginneken

door Agnes van den Berg

De afgelopen twee jaar (2021-2022) heb ik als ‘wetenschappelijk adviseur’ meegewerkt aan een Europees project gericht op het versterken van Natuur Intelligentie bij jongeren van 16-30 jaar. Het project bestond uit een strategisch partnerschap van vier jongerenorganisaties in Nederland (IVN), Italië, Tsjechië en Slovenië. In zo’n strategisch partnerschap wordt wetenschappelijke kennis gecombineerd met ervaringskennis van de organisatie om tot praktisch bruikbare toepassingen te komen.

De term Natuur Intelligentie is geïnspireerd op de naturalistische (of natuurgerichte) intelligentie uit Gardner ’s theorie van meervoudige intelligentie (Multiple Intelligences). In deze theorie wordt de naturalistische intelligentie nogal éénzijdig en cognitief ingevuld in termen van kennis en interesse. Het idee achter Natuur Intelligentie is dat natuurgerichte intelligentie op zichzelf ook weer een meervoudige intelligentie is, met meerdere cognitieve, emotionele, spirituele, en actie componenten. Met behulp van literatuuronderzoek en input vanuit de partnerorganisaties hebben we Natuur Intelligentie (ook wel afgekort tot NQ) als volgt gedefinieerd:

Een multidimensionale set van menselijke kwaliteiten om op een cognitieve, emotionele en spirituele manier verbinding met de natuur te maken, en om deze kwaliteiten actief te  gebruiken om zowel het persoonlijke en sociale welzijn als het welzijn van de natuur en de planeet te ondersteunen.

Het totaal aan dimensies en kwaliteiten kan worden samengevat in een ‘bloemmodel’, waarin ‘hoofd’ staat voor de cognitieve dimensie, ‘hart’ voor de emotionele dimensie, ‘onderbuik’ voor de spirituele dimensie, en ‘handen’ voor het vermogen om jouw verbinding met natuur om te zetten in actie’.

In het project hebben we drie praktisch toepasbare tools ontwikkeld:

1. Een vragenlijst (de NQ-36 zelf-test) om jouw NQ-profiel te bepalen. Deze test heeft veel toepassingen. Hij kan bijvoorbeeld voor en na een activiteit of programma worden afgenomen, om de impact ervan te meten. Maar het kan ook worden gebruikt om het ‘instapniveau’ van deelnemers aan activiteiten vast te stellen, of zelfs om het activiteitenprogramma van een organisatie te evalueren.

2. Een handboek met richtlijnen om Natuur Intelligentie in jongerenwerk te bevorderen, geïnspireerd op vier principes van de intelligentie van natuur als leermeester : heelheid, diversiteit, cycli, en krachten. Deze principes en richtlijnen kunnen worden gebruikt om activiteiten en programma’s te ontwerpen die aansluiten bij de verschillende NQ-dimensies.

3. Een online training met oefeningen en reflectie-vragen.

Op de website www.natureintelligence.eu kun je alle outputs, zoals het theoretisch raamwerk, de zelf-test, het handboek, en de online training, gratis downloaden. Sommige outputs zijn alleen in het Engels, maar de samenvatting (praktijknota), het handboek, en de online training zijn ook in het Nederlands beschikbaar. Exclusief voor Nederland is er ook een online zelftest, ontwikkeld door Studium Generale.

Natuur Intelligentie is een ‘work in progress’, en de ideeën en richtlijnen zijn niet meer dan suggesties die open staan voor eigen invulling vanuit organisaties die met dit concept aan de slag willen. Persoonlijk zie ik Natuur Intelligentie vooral als een tot de verbeelding sprekend concept dat houvast en richting kan geven voor iedereen die zich vanuit natuureducatie wil inzetten om kinderen, jongeren, en volwassen te verbinden met natuur.

Ik zet me dan ook graag in om dit concept verder te ontwikkelen. Samen met IVN werk ik op dit moment aan een aangepaste versie van de NQ-zelf test voor schoolkinderen, die begin volgend jaar zal worden afgenomen bij een steekproef van minstens duizend schoolkinderen uit groep 8. In de voorlopige versie van deze test onderscheiden we vier typen kinderen die op verschillende manieren verbonden zijn met natuur: De omarmers (A), aanpakkers (B), dromers (C) en genieters (D). Ik ben heel erg benieuwd hoe de jongste generatie verdeeld is over deze profielen.

In januari starten we ook met twee Europese vervolgprojecten voor schoolkinderen en volwassen. In  het project met schoolkinderen gaan we onder meer samen met Struin uit Nijmegen een natuurpedagogische visie uitwerken – waarbij we uiteraard ook veel gebruik zullen maken van de inzichten van Kees Both en andere Springzaad publicaties. Voor volwassenen gaan we een app ontwikkelen waarmee je je eigen NQ kunt monitoren en verder kunt versterken.

Kortom, veel plannen en ideeën. Waarvan ik me terdege realiseer dat ze, vanuit Springzaad gezien, niet veel meer zijn dan ‘oude wijn in nieuw zakken’. Maar wel op een andere manier geordend en gepresenteerd. Waarmee hopelijk een grote(re) maatschappelijke impact kan worden bereikt.


Springzaadpartner Renet Korthals Altes, www.SpaceforPlay.org, wint met procesmatige aanpak Groene Schoolpleinen : ‘higly commended initiative’ de Real Play City Challenge!

Met deze tweejaarlijkse prijsvraag wil de Real Play Coalition, (o.a. UNICEF/ IKEA/ LEGO foundation/ ARUP/ Placemaking X) de grote waarde van spelen in stedelijke gebieden benadrukken. Dit jaar zijn van over de hele wereld 94 inzendingen gekomen!

De inzending van Space for Play “Grey –> Green in a Golden process’ heeft in de categorie ‘places where play supports climate action’  gewonnen als ‘highly commended initiative’. 

Dit ‘gouden’ proces hebben zij gedurende 18 jaar langzaamaan ontwikkeld. Renet’s dubbele achtergrond – architect en leerkracht basisonderwijs- komt hierin samen met haar groene hart en haar drang om bij te dragen aan gelijkere kansen voor alle kinderen op het gebied van spelen, wereldwijd. Het ‘gouden’ proces staat, maar zal zich blijven ontwikkelen. Samen met jullie? 

Grijs -> groen in een gouden proces 

Stedelijke problematiek

Wereldwijd wonen 1.5 miljard kinderen in een stedelijke omgeving ,waar openbare ruimte een schaars goed is (bebouwd of geprivatiseerd). Spelen kun je in betaalde speeltuinen, bij restaurants, of in shoppingmalls: ‘pay to play’, zelfs op het gebied van spelen wordt de kloof tussen de kinderen met geld en met minder geld groter. Terwijl spelen een RECHT is van kinderen.

Daarnaast is er steeds minder gelijke toegang tot groene openbare ruimte (SDG11). De problematiek van luchtvervuiling, hitte-eilanden, piekbuien en overstromingen, en verminderde biodiversiteit zijn in steden het grootst.

En juist de kinderen zitten in de toekomst opgescheept met deze groeiende problemen, wij leven dan niet meer. Het voelt als onze plicht om kinderen mee te nemen in het verbeteren van hun omgeving: wat kan er wél? En hoe doe je dat?

Schoolpleinen zijn een van de mogelijke oplossingen voor dit gebrek aan vrij toegankelijke groene plekken in de stad, het gebrek aan vrije en toegankelijke speelruimte voor alle kinderen. Schoolpleinen liggen verspreid over alle soorten buurten, en zijn direct gelieerd aan het onderwijs.

Grijze schoolpleinen, vergroenen dus! Maar dan wel: SAMEN met kinderen en de buurt, in een ingebed proces. 

Gouden proces

Een goed project vergeten kinderen niet. Dus wij stellen kinderen centraal in het proces dat we hebben ontwikkeld.

  1. Eerst krijgen ze klimaatles, over de lokale problematiek. Gecombineerd met les

Over spelen, het recht op spelen maar juist ook over de eindeloze diversiteit in spelen. Zo zorgen we dat ze verder denken dan voetbal en een vogelnestschommel! 

  • Pas na deze lessen (essentieel!), gaan ze mee ontwerpen aan hun klimaatadaptieve schoolplein. En dat werkt fantastisch! De meest mooie oplossingen worden verzonnen, die keer op keer voor nieuwe inspiratie zorgen. En die kinderen écht geimplementeerd op hun plein zien. 

Daarna ontwerpen wij. Hierin verwerken we de educatieve visie van de school. Ook verweven we onze pedagogische kennis in het ontwerp: divers en gedifferentieerd is van groot belang!

  • Vervolgens helpen de kinderen en ouders/ buurtgenoten mee,. Samen bouwen/ verven/ planten.
  • En als laatste stap worden de kinderen zelf de ‘natuurhelden’. Ze krijgen vanaf de jongste klassen verantwoordelijkheid om voor het schoolplein te zorgen, om elkaar te vertellen dat je niet OP de planten mag staan, geen takjes mag afbreken, om te speuren naar schatten. 

Ja, in de Westerse landen loopt dit al goed, stapje voor stapje, zaadje voor zaadje komen er steeds meer groene speelpleinen in de stad. Maar de wereld is groot, de hoeveelheid kinderen in de steden onvoorstelbaar veel groter…. 

De erkenning door de jury is fijn, ook voor alle andere mooie winnende initiatieven, maar geen enkel winnend project krijgt een financiële prijs!

Toch hoop ik dat het winnen van deze prijs ons op weg helpt maar nog meer groene schoolpleinen, wereldwijd!

Daar blijven we keihard voor werken!


door Renet Korthals Altes