Onderbouw:

In deze leeftijd gaan kinderen meer op onderzoek en ontdekking uit. Een natuurrijke omgeving biedt veel om te ontdekken. Op motorisch gebied wordt veel uitgeprobeerd: klimmen, klauteren, ravotten, hutten bouwen, kuilen graven, slepen met takken, in een boom klimmen. Kinderen vragen heel vaak om een loeppotje als ze een interessant beestje, blaadje of bloemetje hebben gevonden.

Bovenbouw:

Naast het spelen kan het groene schoolplein ook worden benut voor natuur- en milieu-educatie. Met een goed lespakket kunnen kinderen zelf op onderzoek uit: bladeren zoeken, de naam van beestjes, onderzoek doen naar mieren, een vogelhuisje maken, nestkastjes plaatsen, de ontwikkeling van een bloemrijk graslandje volgen. Eventueel kunnen kinderen zelf planten zaaien en zien opgroeien. Ook de zorg voor de natuur is een belangrijk lesonderdeel.

Ouders:

Op een groen schoolplein kunnen ouders op gezette tijden samen werken aan de aanleg of het onderhoud van het plein en zo elkaar op een informele en andere manier leren kennen.

Personeel:

Het personeel kan ook dagelijks van het plein genieten en bijvoorbeeld de jaarlijkse barbecue op het plein houden. “Nu het groene schoolplein er is, maken wij als leerkrachten vaak gebruik van het amfitheater voor overleg of vergaderingen. Zo zijn wij ook veel meer buiten.” Sonja Deutz, directeur KBS De Provenier, Rotterdam.

Buurt:

Als het plein open is voor de buurt en de buurt het plein ook als haar plein beschouwt, is er sociale controle en is er misschien ook wel een betrokken buurman die mee wil helpen in het onderhoud of de sleutelbewaking.

Relevante organisaties:

Wellicht willen regionale organisaties helpen of het plein gebruiken voor (na)schoolse activiteiten. Organisaties zoals IVNLandschapsbeheer van een regio, BomenstichtingElemenTree.