Stap 3 Ontwerp

Sommige ouders waren in eerste instantie huiverig, want de kinderen konden ‘vuil’ worden van het spelen in zand of gras. Nu het plein er is hebben we er nog nooit iemand over gehoord, waarschijnlijk omdat iedereen ziet hoe fijn de kinderen het hier hebben.

Henny Horeweg, OBS De Klimop

Ideeën, wensen en eisen

Bij de eerste stap zijn al veel ideeën verzameld. Waarschijnlijk heeft iedereen een ideaalbeeld van hoe het groene schoolplein eruit zou kunnen zien. In de ontwerpfase is het belangrijk alle ideeën te verzamelen, prioriteiten aan te brengen en een plan te ontwikkelen dat aansluit bij de wensen, de mogelijkheden en de eisen.

Acties:

  • Verzamel alle ideeën uit de brainstormfase. Geef per idee de (on)mogelijkheden aan.
  • Bepaal aan de hand van de ideeënlijst welke elementen ‘vereist zijn’ (de eisen) en welke ideeën ‘gewenst’ zijn (de wensen).
  • Betrek kinderen bij het ontwerp. Wat goed werkt, is dat kinderen mogen kiezen tussen twee of meer alternatieven. Daarna kan de leerkracht in de klassen op eigen wijze hiermee verdergaan (discussie, knutselen, tekenen, maquettebouw).
  • Bepaal wie het ontwerp gaat maken. Dit kan een ontwerpbureau zijn gespecialiseerd in groene speelruimtes, maar ook een ervaren ouder/ leerkracht/ omwonende.
  • Kies bij voorkeur voor een groen schoolplein dat na schooltijd kan worden gebruikt door de wijk.
  • Denk na over hoe het groene schoolplein is geïntegreerd in de totale visie van de school.
  • Denk na over de kosten. Zoek uit wat bepaalde aanpassingen en objecten kosten en hoe u denkt voor financiering te zorgen.


Ideeën:

  • Bij een semi-openbaar plein kunnen omwonenden een rol spelen in het sleutelbeheer.
  • Creëer een schaduwspeelplek door een pergola met druivenstruik of (dak)bomen.
  •  Ideeën voor natuurbelevingselementen zijn:
    – Gebruik voor klimmen en klauteren zo veel mogelijk natuurlijke materialen zoals grote boomstammen of rotsen.
    – Leg een natuurbelevingspad aan met planten die het gebruik van de verschillende zintuigen stimuleren.
    – Een klimboom is ook heel geschikt voor een kleiner plein.
    – Een hut van gevlochten wilgentenen geeft kinderen veel speelgelegenheid.
    – Een wadi/ waterloop met pomp en/of regenwater.
    – Struikgewas met paadjes om verstoppertje te spelen.
    – Rechtopstaande afgezaagde boomstammen om op te zitten of als stapstenen.
    – Een natuurlijk amfitheater voor lessen/voorstellingen in de buitenruimte
    – Een (ondertunnelde) speelheuvel met robuuste begroeiing.
    – Een moestuin waar de kinderen zelf zaaien en oogsten.
  • Bij de opzet van het plan is het belangrijk om de mogelijkheden van het plein te laten aansluiten bij de gebruikers. Klik hier voor een aantal voorbeelden van wensen van mogelijke gebruikers.

Het ontwerp

Nu alle wensen, ideeën en eisen zijn geformuleerd, kan de ontwerper aan de slag. Wanneer het eerste ontwerp is gepresenteerd, worden alle opmerkingen verzameld en teruggegeven aan de ontwerper. Deze gaat het eerste ontwerp aanpassen naar een definitief ontwerp.

Acties:

  • Laat het eerste ontwerp opleveren met een grove kostenraming.
  • Presenteer het eerste ontwerp aan de betrokkenen, ook aan de kinderen.
  • Koppel de belangrijkste opmerkingen terug naar de ontwerper.
  • Verdiep u in de wettelijke kaders.
  • Realiseert u zich dat veel ouders (over)bezorgd zijn over de veiligheid van hun kinderen.

Ideeën:

  • Benut het presentatiemoment om doelgroepen te betrekken en geld in te zamelen, bijvoorbeeld door het houden van een plantenmarkt.
  • Geef publiciteit aan de plannen via huis-aan-huisbladen of andere media.
  • Houd rekening met een aanleg in fasen.
  • Presentatie aan ouders, kinderen, omwonenden en leerkrachten bijvoorbeeld tijdens een (nieuwjaars)borrel. De tekeningen en maquettes zijn te zien op een tentoonstelling, er draait een film over de inspraakprocedure.

Biodiversiteit

De ambities kunnen nu worden vertaald naar acties. U dient te gaan nadenken over hoe bepaalde planten en dieren het beste zullen gedijen op het nieuwe plein. In de tabel is te zien op welke manier met bepaalde planten en dieren rekening kan worden gehouden in het ontwerp.

Acties:

  • Inventariseer welke materialen al aanwezig zijn, zodat kan worden bekeken hoe zij kunnen worden hergebruikt.
  • Ga na welke soorten natuur in de omliggende wijk voorkomen en probeer hier in het ontwerp op aan te sluiten met de planten op het plein.
  • Vraag de kinderen wat voor planten en dieren ze zouden willen zien op het plein. Willen ze bijvoorbeeld naast de ‘normale planten’ ook vruchten, kruiden of groenten?
  • Zorg waar dat kan voor natuurlijke afscheidingen in plaats van hekwerk. Struiken en leilindes trekken meer biodiversiteit aan dan staal.
  • Overleg met de ontwerper en de beheerder over de wensen voor biodiversiteit.
     

Ideeën:

  • De meeste struiken, bomen en vaste planten worden in de loop der jaren vele malen groter. Zet ze dus niet te dicht op elkaar.
  • Let ook op de voorkeur van planten voor zon of schaduw.
  • Om kikkers en andere waterbeestjes aan te trekken kun je een poel of vijver aanleggen.
  • Nestkastjes, bijenhotel, insectenbak of mierenbak: kinderen vinden het geweldig om kleine dieren van dichtbij te bekijken.
  • Houd rekening met planten die giftig kunnen zijn, zoals akelei (Aquilegia), doornappel (Datura), goudenregen (Laburnum), lupine (Lupinus), monnikskap (Aconitum), nachtschade (Solanum), peperboompje (Daphne), venijnboom (Taxus) en vingerhoedskruid (Digitalis purpurea).
  • Plant struiken met stekels op plekken waar je liever geen kinderen wilt laten spelen.
  • Kies ‘speelvaste’ planten op plekken waar veel wordt gerend.
  • Een natuurlijke omheining (bijvoorbeeld een haag) trekt veel vogels en andere dieren aan en ziet er ook nog eens veel aantrekkelijker uit dan een hek of een schutting.

Valkuil:

“Sommige scholen beginnen heel enthousiast met het verwijderen van tegels en het planten van bomen of struiken. Wanneer echter een goed doordacht plan voor de aanleg en het onderhoud ontbreekt, lukt het vaak niet om het plein tot in lengte van dagen mooi en aantrekkelijk te houden.”

Suzanne van Ginneken, ontwerper groene speelruimtes

“Bij ons worden veel hutten gebouwd, waarbij de territoriumdrang van de kinderen duidelijk naar voren komt. Ze leren zich te manifesteren in een natuurlijke omgeving, maar ook sociaal gezien leren ze er veel van. Onze natuurspeeltuin ziet er ook steeds anders uit, omdat kinderen de houtblokken en de tegels mogen versjouwen. Een door de kinderen aangelegd pad kan de volgende week weer verdwenen zijn. De afgekoppelde regenpijpen zorgen in natte perioden voor waterstromen door geulen. Kinderen maken zelf nieuwe waterlopen en bouwen dammetjes en dijken. Over de werking van de Nederlandse delta hoeven we ze niet veel meer uit te leggen.”

Har Linssen, leerkracht OBS De Bundeling

“Op ons plein was echt behoefte aan natuurlijke schaduw. Dat is mooi te combineren met de aanplant van een aantal nieuwe bomen.”

Caroline Mol, leerkracht OBS De Draaimolen

“Wij houden al vanaf het begin een calamiteitenlogboek bij. Daaruit blijkt dat de kinderen zich even vaak bezeren op het betegelde deel van het plein als op het natuurlijke deel.”

Har Linssen, leerkracht OBS De Bundeling